ColumnIrene van Staveren
Een bedrijf als Eneco toont lef, daar hoef je bij het ABP niet voor aan te kloppen
Vorige week werd ik blij van het nieuws dat Eneco, een van de grootste energieleveranciers van ons land, al in 2035 energieneutraal wil zijn. Dat is vijftien jaar eerder dan de overheid wil. Een bedrijf met lef dus. De nieuwe CEO, As Tempelman, zit er amper een jaar en wordt zelfs door de voorzitter van het Internationaal Energieagentschap als voorloper betiteld.
Het blijft niet bij mooie woorden, het Rotterdamse bedrijf is ook aardig op weg: Dit jaar scoorde het een 8,1 op de ranglijst van groenste energiebedrijven, veel hoger dan rivalen Essent (4,8) en Nuon/Vattenfall (4,3). Maar we moeten het natuurlijk nog zien.
Hoe komt een bedrijf verder dan mooie woorden? Hoe verankert het een groene ambitie in alle bedrijfsonderdelen, processen en medewerkers? Dat is helemaal niet geheimzinnig: het gaat om een ambitieuze maar haalbare missie, of een purpose, en die dan ook uitdragen, naar binnen en naar buiten, door moedig en inspirerend leiderschap.
Ook als privaat bedrijf gaat de vergroening door
Nog maar anderhalf jaar geleden was Eneco eigendom van de lokale overheid. In feite was het een staatsbedrijf, niet van het Rijk maar van 44 gemeenten, waarvan Rotterdam de grootste aandeelhouder was.
Toen bekend werd dat de gemeenten het bedrijf wilden verkopen, had ik nog mijn bedenkingen. Ik was bang dat de noodzakelijke vergroening van Eneco dan trager zou gaan, omdat de overheid er geen controle meer over zou hebben. Dat had ik dus verkeerd ingeschat.
Nu maar hopen dat de nieuwe Japanse eigenaren van het bedrijf niet op de rem gaan staan als de uitgekeerde winsten wat lager uitvallen vanwege de grote investeringen die noodzakelijk zijn voor vergroening.
ABP gaat intusssen verder op een doodlopende weg
Vorige week was er ook bedrijfsnieuws waar ik helemaal niet blij van werd. Want wat was de reactie van het grootste pensioenfonds van ons land, het ABP, op de rechterlijke uitspraak dat Shell veel meer moet doen om klimaatverandering tegen te gaan? Aankoop van meer aandelen Shell. Inderdaad, geen verkoop van fossiele aandelen vanuit het besef dat het bedrijf op een doodlopende weg zit, maar juist meer beleggingen in het bedrijf.
Wat was de reden? Niet de ambitie om Shell te helpen om te schakelen van bruine naar groene energie, want het ABP weigerde onlangs in te stemmen met een motie van kritische beleggers over dit onderwerp. Het ging simpelweg om het profiteren van de relatief lage koers in de hoop dat die over een tijdje weer aantrekt en zo bijdraagt aan het rendement van het pensioenfonds. Schiphol stroomt tenslotte weer vol met vakantiegangers, die de kerosineconsumptie met z’n allen weer flink opstuwen. En we hebben alweer af en toe de oude vertrouwde files terug.
Waarom heeft APG – dat is de beleggingstak van het ABP – deze beslissing dan genomen, terwijl het eigen beleid is om de beleggingsportefeuille te verschuiven van fossiele naar hernieuwbare energie? Omdat ze ervoor kiest in de traditionele energiesector te blijven beleggen, en alleen daarbinnen voor de voorlopers te kiezen.
Maar Shell doet het niet beter dan bijvoorbeeld Total of BP. Ik zou graag een verantwoording willen zien van deze stap. Niet alleen als econoom, maar ook als deelnemer aan het staatspensioenfonds.
Irene van Staveren is hoogleraar ontwikkelingseconomie aan de Erasmus Universiteit. Voor Trouw schrijft ze om de week een column over economie. Lees ze hier terug.