opinie
Dringend nodig: bouwgrond
Per jaar moeten er 60.000 huurwoningen bij. Dat kan, mits gemeenten hun rol als aanjager pakken, zegt Ronald Paping, directeur van de Woonbond.
De woningmarkt was terecht een belangrijk thema bij de verkiezingen. De huren zijn tot onbetaalbare hoogten gestegen, en de woningnood zorgt voor grote problemen. Voor veel starters is een betaalbare huur- of koopwoning buiten bereik. De schaarste zorgt voor lange wachttijden en torenhoge prijzen.
Daar kunnen gemeenten wat aan doen. Na jaren van vermindering van het aantal sociale huurwoningen moet de voorraad nu snel en fors stijgen.
Gemeenten spelen een belangrijke rol in het aanpakken van het tekort aan betaalbare huizen. Ze maken samen met huurdersorganisaties en woningcorporaties prestatieafspraken over de lokale woningmarkt. Hoeveel woningen moeten erbij komen, voor wie en in welke prijsklasse? Dit lokale overleg begint met de 'woonvisie' van de gemeente. De kersverse colleges zullen dus allemaal met zo'n woonvisie komen, die sterk de richting bepaalt voor de komende jaren. De ene gemeente is de andere niet, maar op veel plekken lopen mensen tegen het tekort van betaalbare sociale huurwoningen aan.
Dieptepunt
Corporaties hebben nauwelijks nieuwe woningen gebouwd. Dat is mede het gevolg van de verhuurdersheffing die sinds 2013 jaarlijks door hen aan de overheid wordt betaald. Het dieptepunt was 2015, met slechts 17.000 nieuwe woningen. Terwijl er anderzijds wel veel sociale huurwoningen zijn verkocht.
Bovendien zijn de huren van een aantal woningen zodanig gestegen dat ze niet meer sociaal genoemd kunnen worden. Van 2009 tot 2017 is het aantal sociale huurwoningen met een prijs onder de sociale huurgrens met zo'n 10 procent afgenomen. Tegelijkertijd is de vraag naar betaalbare huurwoningen gegroeid. Alleen al door de toename van het aantal huishoudens is jaarlijks een netto groei nodig van 60.000 woningen, vooral voor jongeren.
De krapte op de huurmarkt leidt tot toenemende wachtlijsten en hoge huren. Dit zorgt ervoor dat veel huurders en woningzoekenden niet fatsoenlijk kunnen wonen en/of boven hun budget wonen.
Woningcorporaties proberen de ontstane tekorten aan te pakken. Aedes, de vereniging van deze corporaties, heeft beloofd om jaarlijks 34.000 woningen bij te bouwen. Dat is twee keer zo veel als op het dieptepunt van 2015, maar nog steeds minder dan voor de crisis. Bovendien lijkt deze bescheiden doelstelling in de praktijk nog te ambitieus. Verwacht wordt dat de gezamenlijke corporaties de komende jaren niet verder zullen komen dan 25.000 woningen per jaar.
Veel seinen staan op groen
Gemeenten kunnen een rol spelen als aanjager, bijvoorbeeld door versneld op zoek te gaan naar geschikte bouwgrond voor betaalbare huurhuizen. Landelijk gezien zouden er geen 34.000 maar circa 60.000 woningen per jaar moeten worden gebouwd. Veel seinen, zoals de lage rentestand en de financiële positie van corporaties, staan op groen. Daarnaast moeten er geen sociale huurwoningen worden verkocht of geliberaliseerd, tenzij daarvoor in de plaats meer woningen worden bijgebouwd.
Nu het stof van de verkiezingen is neergedaald, is het tijd om van hét verkiezingsthema hét speerpunt van het woonbeleid voor de komende jaren te maken: meer betaalbare huurwoningen.
Lees ook: Ondanks meer nieuwbouw blijven de huren stijgen
De vrije huursector is nog altijd overspannen. Door het gebrek aan huurhuizen in het middensegment worden de prijzen steeds verder opgedreven.