OpinieNatuurontwikkeling
Doe zoals op de Veluwe, creëer overal nieuwe landschappen
Bij de duurzame inrichting van ons land hebben de provincies en waterschappen een cruciale rol. Draagvlak onder de bewoners is daarbij onmisbaar. De komende maand geven verschillende auteurs aan hoe de toekomst eruit kan zien waar mens, dier en plant zich (weer) thuis voelen. Daarmee sluiten hun bijdragen aan op De Strijd om de ruimte, de serie in de Verdieping in aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten en Waterschappen op 15 maart.
Deel 1: natuurontwikkeling
De Veluwe is wellicht het bekendste natuurgebied van Nederland. Maar ooit was het landbouwgebied, tot landbouw er niet meer mogelijk was. En nu is dit voormalige boerenland hét voorbeeld waar we in Nederland naar toe zouden moeten: een rewilding-landschap avant la lettre. Provincies en waterschappen hebben in het creëeren van zulke nieuwe landschappen een sleutelrol.
Er is veel te doen om het behoud van de natuur en terugwinnen in biodiversiteit. Maar met business as usual krijg je vooral meer van hetzelfde’ – en dus is het tijd voor iets nieuws. In brede overleggen, studies en experimenten wordt gezocht naar echte oplossingen. Nieuwe vormen van landgebruik die én de regionale economie steunen én de stikstofcrisis oplossen én de klimaatveranderingen weerstaan. Zonder dat een hypotheek op de toekomst wordt genomen. Nieuwe natuurlandschappen bieden een belangrijke kans de behoeften en eisen van de maatschappij en de natuur in samenhang op te lossen.
Rewilding van land geeft perspectief, niet alleen voor de natuur, maar ook voor de regionale economie en voor onszelf. Duidelijk is dat de landbouw als grootste stikstof-uitstoter zal moeten veranderen. En hoewel dit voor boeren een moeilijke tijd is, ligt met deze aanpak een kans om voor de hele samenleving én de natuur beter houdbare keuzes te maken.
Niet nieuw
Het lijkt nieuw maar is het niet: de Veluwe, het grootste droge natuurgebied van Nederland, was ooit een over-geëxploiteerd landbouwgebied.
Het huidige stikstof- en natuurbeleid richt zich enerzijds op het ‘repareren van de stikstofgevoelige natuur’ en anderzijds op het verkleinen van de stikstofschade in kwetsbare natuurgebieden. Veel geld wordt geïnvesteerd in minder stikstofuitstoot in landbouw, verkeer, industrie en bouw. Dit is een razend ingewikkeld, duur en een juridische uitdagend traject.
Het zal moeten gebeuren, maar wat als het niet lukt, of te traag gaat?
Zelfs als het lukt om de stikstofdepositie daadwerkelijk te reduceren, dan nóg zal de Nederlandse natuur grotendeels bestaan uit stikstofgevoelige kwetsbare gebieden. Natuurgebieden die voor hun voortbestaan voor eeuwig afhankelijk zullen blijven van een professioneel beheer, forse beheersubsidies en strikte handhaving. Het is ook keihard nodig om voor die resterende, kwetsbare natuur goed te zorgen. Maar zelfs dat zal het verlies van soorten en de impact van een veranderend klimaat niet ondervangen.
Daar is meer voor nodig: meer natuur welteverstaan. Om meteen een wijdverspreid misverstand (‘Er is in Nederland geen natuur’) uit de weg te ruimen: Nederland heeft waardevolle natuur en gebieden waar de natuur haar gang mag gaan. Alleen hebben we er niet genoeg van om op grotere schaal daar voldoende de vruchten van te plukken.
Laten wij daarom investeren in het scheppen van nieuwe kansen, ook in Nederland. Dat is ons eigenlijk helemaal niet zo vreemd. Kijk bijvoorbeeld ook naar de Gelderse Poort, waar ooit mais tot aan de rivieren stond. Er werd een natuurgebied ontwikkeld dat internationaal met bewondering wordt bekeken.
Net zo zou het ontwikkelen van nieuwe natuurlandschappen voor andere regio’s een beter vooruitzicht kunnen bieden. Uiteraard voor de natuur zelf, onder meer doordat nieuwe natuurgebieden nieuw leefgebied opleveren voor de vele planten en dieren die nu nog volledig aangewezen zijn op bestaande, bedreigde en kwetsbare natuurgebieden. Maar, bovendien en minstens zo belangrijk: landschappen met meer natuur zijn ook economisch interessant.
Rewilding rendeert
Verschillende voorbeelden in Nederland laten klip-en-klaar zien dat rewilding rendeert, ook voor ons, mensen. In de Gelderse Poort is de werkgelegenheid door natuurherstel meer dan verdubbeld. De grootschalige natuurontwikkeling van de Grensmaas in Limburg heeft voor 20 jaar bouw-grind én hoogwaterveiligheid opgeleverd.
Denk ook aan de Biesbosch, aan het Brabantse Groene Woud, aan de Onlanden in Groningen en Drenthe, de Markerwadden of aan de Voordelta in Zeeland. Daar zijn duizenden hectares zelfredzame natuur ontwikkeld met een forse toegevoegde waarde voor veiligheid tegen hoogwater, recreatie en waterkwaliteit.
Er ontstaan zo gebieden waar vis zich kan voortplanten na decennia van overbevissing. Die overbevissing is nog niet ten einde, maar herstel van kraamkamers is een beloftevol begin.
Voor landeigenaren, boeren en pachters blijkt omschakelen naar natuur steeds vaker een concurrerend verdienmodel mét toekomstperspectief te bieden. Het kan veel meer opleveren dan vergoedingen voor beheer en onderhoud. Kleinschalige natuurgerichte recreatie biedt een vergelijkbare netto-opbrengst per hectare als de reguliere veehouderij. Nieuwe natuur levert ook altijd meer CO2-credits op dan natuur-inclusieve landbouw en er is een groeiende markt van natuurcompensatiegelden (habitat banking en nature credits).
Als wij de waarde van natuurgebieden voor waterberging, klimaataanpassing, verkoeling, drinkwatervoorziening, vestigingsklimaat, schone lucht, recreatieruimte, welzijn en gezondheid zouden kunnen verrekenen dan is de som zo gemaakt.
Zeker, het vraagt moed van overheid, provincies en waterschappen. Ze zullen echter de komende jaren de transitie naar duurzaam landgebruik moeten waarmaken. De landbouw is in verandering, klimaatverandering en biodiversiteit vragen acuut om maatregelen. Ze kunnen duurzaam landgebruik maken of breken. Ook is er lef nodig van boeren, landgoedeigenaren en terreinbeheerders om deze verandering en rewilding aan te gaan. Maar nieuwe, wilde en robuuste natuur zal lonen.
Rewilding is een volwaardig en beloftevol perspectief dat een belangrijke plaats moet innemen bij de aankomende verkiezingen. De natuur verdient het, en verdient het terug. Niet alleen voor nu, maar zeker ook voor later.
Jos Rademakers is directeur van ARK Rewilding Nederland
Han Olff is hoogleraar Ecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen
Lees ook:
Meer dan ooit draaien de Provinciale Statenverkiezingen om onze ruimte
Landelijke partijleiders mogen dan de indruk wekken dat de Provinciale Statenverkiezingen vooral belangrijk zijn voor de Eerste Kamer, voor de burger staan er andere zaken op het spel. In de provincies tekent zich steeds duidelijker een strijd af: die om de schaarse ruimte.
Deze bomen en struiken zijn Nederlands grootste kunstwerk
Tussen 1946 en 1976 maakte een clubje bevlogen landschapsontwerpers een groenplan voor Nederland. Landschapsarchitect Henk van Blerck vindt het ons grootste nationale kunstwerk, al weet bijna niemand van het bestaan.