Behoedzaamheid is geboden, als de archieven over grote en kleine daders in de Tweede Wereldoorlog digitaal beschikbaar komen, adviseren Marieke Oprel en Jan Julia Zurné, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Het Nationaal Archief maakt over twee jaar de dossiers openbaar van 300.000 personen over wie na de bevrijding informatie is verzameld in het kader van de Bijzondere Rechtspleging (Trouw, 16 februari). Volgens de archiefwet is dan voldoende tijd verstreken om aan te nemen dat vrijwel al deze personen niet meer in leven zijn. Nu is de toegang nog streng gereguleerd: zonder toestemming van nabestaanden of een bewijs van overlijden (en een exacte geboortedatum) geen inzage. Desondanks worden per jaar honderden dossiers opgevraagd.
Als ervaringsdeskundigen en historici die de grote waarde van dit bronnenmateriaal zien, pleiten we voor een voorzichtige en zorgvuldige omgang met de dossiers. De zogeheten CABR-dossiers zijn licht ontvlambaar materiaal voor wie er onzorgvuldig mee omgaat. Ze bevatten aanklachten, processen-verbaal van verhoren en uitspraken, maar ook rijp en groen aan beschuldigende getuigenverklaringen en adhesiebetuigingen.
Karaktermoord, nepotisme en sensatie
Illustratief is het dossier van een Brabantse rechter die tijdens de bezetting promotie kreeg. Dat was duidelijk een gevolg van zijn pro-Duitse standpunten en connecties. De man lag slecht bij zijn katholieke, anti-Duitse collega’s en schurkte wellicht mede daarom aan tegen de ‘nieuwe orde’. In hoeverre hij een overtuigd nazi was, komen we niet te weten, maar de haat en nijd over en weer druipt van de pagina’s.
Zelfs voor professionele historici is het vaak niet mogelijk om uit karaktermoord, nepotisme en sensatie een betrouwbaar verhaal te reconstrueren over het denken en handelen van de beschuldigde. Context en bronnenkritiek zijn absoluut noodzakelijk om de inhoud van deze dossiers te kunnen duiden. Dat is van belang voor ons historisch begrip van het verleden, maar ook voor nabestaanden die vrezen voor de lange schaduw van de oorlog.
Enorme veel informatie over grote en kleine daders
De CABR-dossiers bevatten een enorme hoeveelheid informatie over grote en kleine daders. Die informatie kan helpen om delen van het verleden te reconstrueren: wie verraadde wie, wie deed wat, wie was waarvoor strafrechtelijk verantwoordelijk. Cruciaal is dat we niet uit het oog verliezen dat deze bronnen gemaakt werden met het doel politieke delinquenten te berechten. Daarvoor werden strafbare feiten gereconstrueerd en bewijsmateriaal aangedragen. Met andere woorden: wie strafbaar had gehandeld, werd ‘fout’ bevonden.
Dat wat niet (gemakkelijk) bewijsbaar of strafbaar was, vinden we echter niet of slechts oppervlakkig terug in de CABR-dossiers. Zo zijn zij een onbetrouwbare bron over de betrokkenheid van Nederlandse Waffen-SS’ers bij oorlogsmisdrijven aan het Oostfront. Dat soort daden waren moeilijk te reconstrueren en bewijzen, terwijl de verdachten puur voor hun lidmaatschap ‘in vreemde krijgsdienst’ al gemakkelijk veroordeeld konden worden. We moeten er dus voor waken niet ‘verblind’ te raken door de informatie die de dossiers bevatten, en daarmee alle bronnenkritiek over boord zetten.
Gevoelig bij nabestaanden
Niet alleen door het gevoelige karakter van de dossiers, maar ook door de vergevorderde plannen om deze vier strekkende kilometer archief met 700.000 dossiers in hoog tempo digitaal doorzoekbaar te maken, is deze reguliere openbaarmaking van een andere orde dan diplomatieke akten of monsterlijsten van de VOC. De digitalisering biedt nieuwe mogelijkheden voor onderzoek, maar ligt ook gevoelig bij nabestaanden van NSB’ers en andere ‘landverraders’ over wie de dossiers informatie bevatten.
Het is tijd om ‘grote’ en ‘kleine’ daders als individuen in een bijzondere historische context te zien, zodat het morele verdict vanuit het heden niet hun nabestaanden in de derde en vierde generatie als een zwarte schaduw blijft vervolgen. Een verbeterde toegankelijkheid van de CABR-dossiers maakt dit mogelijk.
Het is cruciaal om deze bijzondere bronnen steeds zorgvuldig en met voldoende bronnenkritiek te bekijken. Anders riskeren we dat de beschuldigende wijsvinger (weer) gaat overheersen, in plaats van dat we het verleden beter leren begrijpen.
Lees ook:
Is het verleden van ‘foute Nederlanders’ straks voor iedereen toegankelijk?
Verrader of niet: wie van heulen met de vijand werd verdacht, werd na de oorlog aan de tand gevoeld. Dat het Nationaal Archief deze juridische dossiers nu gaat digitaliseren en toegankelijk maakt voor een groot publiek, roept ethische vragen op.
Commentaar: Archief van ‘foute Nederlanders’ is er een om prudent mee om te gaan
Onvermijdelijk komen er uit het archief verhalen naar buiten die een spiegel voorhouden die niet prettig is. Oorlog roept kwade impulsen op, en de afrekening na de oorlog net zo goed. De weerslag ervan is te zien in de dossiers van dit bijzondere archief.