Het is onzin om de vorige lichting studenten de pechgeneratie te noemen. Het zijn geen slachtoffers, maar kanshebbers, vindt Annelies Mons-Andreae.
Ondanks mijn jeugd in een eenoudergezin, heb ik me nooit achtergesteld, tekortgedaan of arm gevoeld. Inmiddels vele jaren later, met ruime ervaring in het vmbo en twee studerende dochters rijker, kijk ik als ervaringsdeskundige met verwondering naar de politieke discussie over ongelijke kansen, onderwijs en studiefinanciering.
In mijn tijd was er minstens zoveel kansenongelijkheid als nu. Niet alleen je afkomst en de wijk waarin je was geboren konden van invloed zijn, ook was er geen (buiten)schoolse begeleiding of ondersteuning. Je schoolloopbaan volbracht je op eigen kracht, met vallen en opstaan. ‘Studeren’ deed je aan een universiteit en ik volgde een ‘opleiding’ aan het hbo met het voorrecht van een studiebeurs (deels renteloze lening), in een toen onzekere tijd van hoge werkloosheid.
Nu wordt er vanaf de kleuterleeftijd getoetst, gelabeld en bijgespijkerd maar neemt de kwaliteit van onderwijs(gevenden) af en de ontevredenheid en onbescheidenheid van ouders toe. Er is sprake van een nivellering ten koste van kwaliteit en diversiteit, doordat gelijkheid, zonder erkenning van verschillen, wordt verheven tot de basisnorm in onze verongelijkte samenleving.
Niet iedereen kan dezelfde prestatie leveren
Het feit dat niet iedereen dezelfde prestatie kan leveren, door verschil in talenten, wordt gezien als een gevolg van sociale ongelijkheid. Het vmbo en de categorale gymnasia staan ter discussie en wetenschappelijk onderwijs moet voor iedereen eindeloos toegankelijk zijn, op basis van ongrijpbare heersende normen en waarden rondom prestatie en excellentie.
Niet gebaseerd op expertise of research maar meer op sentiment en medialogica wordt het publieke en politieke debat al jaren eenzijdig, vooringenomen en op basis van halve waarheden geframed.
Studenten worden weggezet als slachtoffers in plaats van kanshebbers: ze gaan massaal mentaal gebukt onder studiedruk, maken zich zorgen over het krijgen van een burn-out en hebben last van leenangst. Ondertussen staan universiteiten onder druk door een recordaantal studenten en pleit de adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) al jaren voor het terugdringen van studie-uitval en meer selectie aan de poort.
Studieschuld door persoonlijke keuzes
Verder blijkt uit onderzoek van het RIVM, Trimbos-instituut en GGD GHOR Nederland dat de mate van studievertraging en de omvang van studieschuld maar een klein effect heeft op mentale gezondheid. En ondanks een gemiddelde studievertraging van ruim 1,5 jaar bedraagt een gemiddelde studieschuld zo’n 15.000 euro, volgens het CBS. Dat een veelvoud aan studieschuld veelal voortkomt uit persoonlijke keuzes, en dat ouders met een verzamelinkomen boven de norm van 46.000 euro geacht worden zelf financieel bij te dragen aan de studie van hun kinderen, daar hoor je niemand over.
Het huidige leenstelsel gaat op de schop. Ongeacht de welgesteldheid van ouders, krijgen alle studenten recht op een basisbeurs, waarbij de norm voor een aanvullende beurs ruimhartig wordt verhoogd tot een ouderlijk verzamelinkomen van wel 70.000 euro. Studenten die in de periode 2015-2023 hebben gestudeerd, onder wie onze dochters, moeten het doen met een schamele tegemoetkoming van slechts een paar duizend euro.
Hoe kan het dat wij, in tegenstelling tot andere ouders met een inkomen net boven modaal of meer, in staat zijn gebleken om geld te reserveren voor onze twee uitwonende, studerende dochters zonder studielening? Wellicht een wijze les uit mijn jeugd: houd je eigen broek op, genoeg is genoeg, en geld moet eerst verdiend worden alvorens je het kunt uitgeven.
Dat vraagt van ouders en kinderen een andere manier van denken over zichzelf, hun intelligentie en kwaliteiten en hun (voor)rechten en plichten.
Lees ook:
Leenstelsel-studenten protesteren: ‘Wij zijn de pechgeneratie, wij willen compensatie’
Op het Museumplein in Amsterdam werd dit weekend gedemonstreerd tegen de door het kabinet aangekondigde compensatie voor het leenstelsel. Die is oneerlijk, vindt de organisatie. ‘Onze lening zou ons niet in de weg zitten bij het kopen van een huis. Nou, mooi wel dus.’
De generatie leenstelsel wil gehoord worden. ‘Ik heb maar geleerd om niet te veel vooruit te kijken’
Ze beginnen hun maatschappelijke carrière met een schuld van tienduizenden euro’s en die krijgen ze nauwelijks gecompenseerd. Generatie leenstelsel voelt zich het kind van de rekening.