null Beeld

ColumnHans Goslinga

Den Briel is net zo dichtbij als Kiev

Hans Goslinga

De watergeuzen namen op 1 april, precies 450 jaar geleden, Den Briel in voor de prins van Oranje in de strijd tegen de tirannie van Spanje. De Oekraïense president Zelenski herinnerde ons er donderdag aan in zijn videotoespraak tot de Tweede Kamer, waarmee hij poogde Nederland tot meer steun aan zijn verzet tegen de Russische tirannie te bewegen.

Zelenski veronderstelde dat wij 1 april 1572 vieren als het begin van de Opstand. Dat is niet zo. Onze geschiedenisboeken nemen de slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 als het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Maar ook die dag vieren we hier niet, net zomin als 26 juli 1581, de dag waarop onze jonge republiek zich met het Plakkaat van Verlating losmaakte van Spanje en feitelijk de onafhankelijkheid uitriep.

Deze onverschilligheid bevestigt dat Nederlanders geen historisch en politiek denkend volk zijn. Daardoor zijn we, zoals de historicus Huizinga in de jaren dertig constateerde, niet erg bevattelijk voor illusie en retoriek. Hij zag dat als ‘de kwaliteit van een gebrek’. Zijn leerling Jan Romein bracht de andere kant in beeld: ‘Wie dagelijks zijn natje en droogje opgediend krijgt, weet aldra niet beter of het hoort zo’.

Sluipend machtsmisbruik

Het was dus niet overbodig dat Zelenski ons terugvoerde naar de geboortepapieren van onze natie. Ze laten zien dat vrijheid en democratie moeten worden bevochten, soms in een existentiële strijd, zoals nu in Oekraïne, bijna voortdurend tegen minder zichtbare krachten als verwaarlozing en sluipend machtsmisbruik, waarvan de schandalen rond de Belastingdienst getuigen.

Het Plakkaat dat de breuk met de Spaanse koning Filips II motiveerde, biedt hier een helder inzicht: de koning is er voor zijn onderdanen, de onderdanen zijn er niet voor de koning. Het is zijn taak, aldus het plakkaat, ‘zijn onderdanen te beschermen tegen, en te vrijwaren van, alle onrecht en gewelddadige overlast. Zijn onderdanen zijn niet door God geschapen te zijnen behoeve’.

Het lijkt erop dat de onderdanen hier lijdelijk zijn. Maar niets is minder waar. Het plakkaat markeert dat de koning die zijn taak verzaakt, als een tiran moet worden gezien en mag worden afgezet. De onderdanen veranderen dus op slag in zelfbewuste burgers, die het recht van opstand toekomt.

Net als in de Amerikaanse revolutie tegen de Engelse koning George III was vrijheid van geweten en godsdienst een belangrijke drijfveer achter het streven naar onafhankelijkheid. Maar in beide gevallen was de aanleiding om de wapens op te pakken de als onrechtvaardig ervaren druk van belastingwetten, in Nederland de tiende penning die de Spaanse landvoogd Alva oplegde, in Amerika de Stamp Act. Geen belasting zonder vertegenwoordiging, werd zelfs het motto van de revolutie tegen de Engelsen.

Lauwe betrokkenheid van burgers

Tussen belastingen en democratie bestaat een nauwe relatie. Een bewijs uit het ongerijmde: de betrokkenheid van burgers bij de lokale democratie is lauw, omdat gemeenten nauwelijks eigen belastingen heffen. Zij krijgen de meeste inkomsten van het rijk, dat ook de besteding grotendeels bepaalt. Het motto is dus omkeerbaar: geen democratie zonder belastingen.

De strijd voor vrijheid en democratie is een strijd voor invloed op de besteding van belastinggelden en daarmee voor een waardig burgerschap. Dat laat zien hoe fnuikend het toeslagenschandaal is voor het vertrouwen in de overheid. Als er één overheidsdienst is, die door en door betrouwbaar moet zijn, is het de Belastingdienst.

Het Plakkaat van Verlating zag het met geweld opleggen van Alva’s tiende penning, een belasting van tien procent op gewone producten, waarmee de Nederlanders feitelijk hun eigen onderdrukking moesten financieren, als ‘algeheel verderf van het land’. In dat licht geven de fraudejachten van de Belastingdienst, waarbij op meedogenloze wijze staatsmacht is ingezet, ernstig te denken over de staat van ons bestel en het gewicht van onze democratische waarden.

Staatssecretaris Marnix van Rij (CDA, belastingen) noemde onlangs de Belastingdienst ‘het fundament van onze samenleving’. Waar. Hij prees daarbij de betrokkenheid en inzet van de medewerkers. Mooi. Maar hij had iets van een nieuwe bestuurscultuur kunnen laten zien door zich, als dienaar van de gehele samenleving, meer tussen de dienst en de getergde burgers te positioneren. Een bewindsman is immers ook waker over de grondrechten. Nu zag je toch weer het oude mechanisme dat bewindslieden en diensten elkaar uit de wind houden, wat al snel leidt tot een zekere onwaarachtigheid en geforceerde beeldvorming.

Het ziet ernaar uit dat in onze Grondwet op voorstel van oud-senator Hans Engels (D66) de bepaling wordt opgenomen dat onze constitutie ‘de grondrechten en de democratische rechtsstaat waarborgt’. Dat is, helaas, geen overbodige luxe.

Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. Lees ze hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden