ColumnSylvain Ephimenco
De zelfgekroonde helden van het antiracisme bedienen zich van de meest banale racistische retoriek
Ik heb me afgelopen weekeinde afgevraagd waarom onze belangstelling zo groot moet zijn voor een partij die de splinterfase nog niet is ontstegen. Een partij die sinds zij een zetel in de Tweede Kamer heeft veroverd, net vier maanden bestaat in de parlementaire geschiedenis.
Als je nog meer cijfers naast elkaar legt, is de discrepantie tussen mediabelangstelling en de werkelijke machtsfactor die Bij1 vertegenwoordigt duizelingwekkend: de partij van Kamerlid Sylvana Simons haalde nog geen negentigduizend stemmen op een totaal van meer dan 10 miljoen die op 17 maart zijn uitgebracht.
Bovendien, en dat vergeten we al te snel, Bij1 is min of meer een afsplitsing van een andere splinterpartij (Denk) wat de oorspronkelijkheid minder zuiver doet klinken. Zouden we ook zoveel woorden en tijd verdoen aan interne ruzies van bijvoorbeeld BBB van Caroline van der Plas (honderdduizend stemmen, ook één zetel)?
Liever een lap rood vlees af dan op een stukje zoete appeltaart
Natuurlijk komen journalisten liever op een lap rood vlees af dan op een stukje zoete appeltaart en overtrokken aandacht kan ook duiden op ongezond mediavoyeurisme. Maar alles wat ik las in berichtgeving over de besloten ledenvergadering van afgelopen weekeinde duidt niet op leedvermaak. Ik denk dat die belangstelling meer met teleurstelling en ongeloof te maken heeft dan met misplaatste pret. Bij1 deed het helemaal niet slecht in die vier maanden, zeker gezien de prima debatten die fractievoorzitter Sylvana Simons voerde in die krappe tijd. De teleurstelling heeft te maken met de aard en de pretenties van deze partij. Bij1 heeft zichzelf in het kamp van de universele goedheid geplaatst en claimt een compromisloze strijd te willen voeren tegen het kwaad dat in discriminatie en racisme zetelt.
Maar zie wat de interne strubbelingen blootleggen: een onwelriekende stroom van beschuldigingen waarvan een flink deel juist van racistische aard is. Een nummer twee (Quinsy Gario) die beweert uit de partij te zijn gekieperd omdat hij wordt neergezet als ‘een gevaarlijke zwarte man’. Een directie die door leden wordt beschuldigd van racisme jegens deze nummer twee omdat het bestuur uit overwegend ‘witte bestuursleden’ bestaat. Een onderzoek dat door sommige partijleden wordt gediskwalificeerd omdat het gekozen advocatenkantoor ‘te wit’ zou zijn. Een partijvoorzitter, Jursica Mills, die door klagers wordt verweten dat ze ‘als zwarte vrouw zou meewerken aan het ten onrechte uit de partij zetten van een zwarte man’. Een lokaal bestuurslid (Mariam El Maslouhi) dat weigert een landelijk bestuurslid te woord te staan en de telefoon neerlegt omdat hij of zij ‘wit’ is.
Ja, de teleurstelling is groot als je ontdekt dat de zelfgekroonde helden van het antiracisme zich van de meest banale racistische retoriek bedienen. Dat ze zo geobsedeerd zijn geraakt door huidskleur dat ze dit als vernietigend instrument gebruiken tegen partijgenoten. Dan rest alleen nog je deceptie en onbehagen te verbergen, constaterend dat de berichtgeving niet op deze cruciale punten ingaat.
Drie keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.