ColumnLeonie Breebaart
De tranen van Mendes Moreira hebben meer bereikt dan alle recente rapporten en cijfers bij elkaar
Journalisten zien zichzelf vaak als hoeders van de waarheid, wat in tijden van nepnieuws een voorname taak is. Maar de afgelopen week bevestigde mijn overtuiging dat er aan die taak nog een taak vooraf gaat: interesse voor de waarheid wekken.
Het kwam door het bericht uit een van de kranten die Donald Trump vorige maand heeft opgezegd, de New York Times. Die had de hand gelegd op Chinese staatsdocumenten, waarin met zoveel woorden werd verklaard dat Oeigoeren, Chinese moslims uit de provincie Xinjiang, in strafkampen worden opgesloten. Overigens was vooral het officiële bewijs nieuw, want dat zulke kampen bestaan was al veel langer bekend. Dit jaar september lekten er ook dronebeelden uit van gearresteerde Oeigoeren. Je ziet gevangenen op de grond zitten, geblinddoekt en kaalgeschoren. Maar het zijn beelden van boven, anoniem en onpersoonlijk.
Dat zulk nieuws schokkend is, of schokkend zou moeten zijn, berust op het bijzondere menselijk vermogen ons in te leven in vreemden aan de andere kant van de planeet. “Je ouders zullen maar in zo’n kamp opgesloten zitten.” Toch spreekt dat inlevingsvermogen geloof ik niet vanzelf. Om het erg te vinden, moeten moslims, Chinezen en alle andere groepen die het nieuws halen al zijn ontsnapt aan de anonimiteit van de groep. Je moet individuen zien, gezichten – en vooral emoties.
Emotie voor verstand
Precies daarin voorzag documentairemaker Ruben Terlou afgelopen zondag in de VPRO-serie ‘Chinese dromen’. Je zag hem praten met Chinese kinderen die in een heropvoedingsinternaat waren geplaatst, vaak omdat ze niet beantwoordden aan de verwachtingen die hun ouders op hun tengere schouders hadden neergelegd. Naar hun eigen dromen werd niet gevraagd – behalve door Ruben Terlou dan.
“Waarom wil je dokter worden?” Stilte, het bebrilde jongetje buigt zich diep over zijn bakje met rijst. Zachtjes: “Omdat mijn moeder is doodgegaan aan lymfeklierkanker.” Hartverscheurende beelden, juist omdat Ruben Terlou niemand veroordeelt, ook niet de ouders. Hij laat alleen zien dat er helemaal in China ook mensen wonen die eenzaam en verdrietig kunnen zijn. Waardoor die Chinezen ons ineens heel veel kunnen schelen. Ook de Oeigoeren lijken ineens minder ver weg.
Hetzelfde effect bereikte de VPRO-serie al in 2015 met ‘Onze man in Teheran’ – Iraniërs, ook zo’n volk dat in het nieuws alleen nogal op afstand staat. Want het publiek moet eerst geraakt worden, voordat feiten en nieuwsberichten die hun eigen leven niet raken hen werkelijk beginnen te interesseren.
Dichter bij huis zagen we daarvan deze week het beste voorbeeld. Het gekwetste gezicht van Excelsiorspeler Ahmad Mendes Moreira riep een golf van verontwaardiging op; zelf zat ik ook tierend op de bank. Zijn tranen hebben waarschijnlijk meer bereikt voor het bewustzijn over racisme dan alle recente rapporten en cijfers bij elkaar. Als we zien wat racisme met mensen doet, willen we pas weten wat er in die rapporten staat. Om feiten te laten landen, heb je eerst emoties nodig, gezichten, tranen. Fotografen dus, en integere documentairemakers.
Wat is daar nou erg aan? Leonie Breebaart onderzoekt in haar column de actualiteit op filosofische wijze. Lees ze hier terug.