Commentaar
De spaarder komt er bekaaid vanaf
Minister Kaag van financiën gaat in gesprek met de grote banken. Ze wil weten waarom allerlei rentes flink stijgen, maar de rente op spaargeld slechts een klein beetje. Kaag ziet, zei ze in de Tweede Kamer, graag dat de grote banken de rente op spaargeld, nu 0.75 procent, verhogen.
Dat gesprek is, in tijden van hoge inflatie, een aardig idee. Dat is het ook omdat er aanwijzingen zijn dat sommige grote bedrijven de inflatie extra aanwakkeren doordat ze hun prijzen meer verhogen dan hun kosten stijgen. Het grote verschil tussen de rentes die huizenbezitters en bedrijven nu aan banken betalen en de rentes die de banken aan spaarders uitkeren, lijkt in dat plaatje te passen. De banken zelf varen er wel bij: voor ING en ABN Amro was het eerste kwartaal van dit jaar erg lucratief.
Schieten spaarders iets op met dat gesprek tussen minister en banken? De banken gaan over hun rentetarieven, Kaag niet. Voor de grote renteverschillen is een reden. De rentes van 4 procent (of meer) die huizenbezitters en bedrijven op hun leningen betalen, gelden alleen voor nieuwe gevallen. Wie twee jaar geleden zijn hypotheekrente op 1 of 1,5 procent vastzette, betaalt dat percentage nog altijd.
Veranderen van bank is lastig en tijdrovend
Daar staat tegenover dat een renteverhoging op spaargeld voor alle spaarders geldt. Er zijn veel spaarders en ze hebben bij elkaar veel geld uitstaan. Een renteverhoging op spaargeld is voor de banken een dure zaak. ING-topman Steven van Rijswijk zei vorige week dat de rentes op spaarrekeningen altijd achter andere rentes aanhobbelen. In die waarneming zit logica.
Toch is daar niet alles mee gezegd. De Nederlandse bankensector is een aparte: ING, Rabobank en ABN Amro zijn dominant. Het overgrote deel van de spaarders spaart daar. Natuurlijk kunnen zij overstappen. Er zijn banken, vooral kleine buitenlandse, die hogere rentes betalen dan de grote drie. Maar veranderen van bank is lastig en tijdrovend. Wie dat doet, moet een nieuw banknummer aanvragen. Banken moeten hun nieuwe klanten screenen. Bovendien is er het risico dat zo’n kleine bank omvalt, zoals Landsbanki (bekend van Icesave) in 2008 overkwam. Daarom verkassen veel spaarders niet en dat weten de grootbanken ook. Het komt hen goed uit.
Al met al is het daarom geen slecht idee dat Kaag het gesprek met de banken aangaat. Het mag voor de bühne zijn, het kan geen kwaad die grote renteverschillen aan te kaarten. Zeker niet bij ING dat een groot deel van zijn kwartaalwinst doorsluist naar zijn aandeelhouders – de bank koopt voor 1,5 miljard eigen aandelen in – en dat in Duitsland onlangs de rente voor nieuwe klanten verhoogde naar 3 procent. Dat is, in tijden van hoge inflatie, toch wrang voor de Nederlandse spaarder.
Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.