null Beeld

ColumnHans Goslinga

De partij is dood, leve de partijleider

Hans Goslinga

De partij is dood, leve de partijleider. Zo kun je, cru samengevat, de toestand van onze partijendemocratie beschrijven.

Toen zijn partij midden jaren zeventig bijna op nul zetels in de peilingen stond, zei Hans Gruijters, een van oprichters van D66: ‘Het is wel makkelijk regeren zonder achterban’. Gruijters, op dat moment minister, bedoelde dat ironisch. Nu is het bittere ernst, in de zin dat de achterban er nauwelijks nog toe doet.

Wat er van de partijen rest, een serieuze tegenmacht zijn ze niet meer. In ons stelsel is het dualisme, zowel tussen Kamerleden en kabinet als tussen partijleden en Kamerfracties, om zeep geholpen. Daarentegen zijn de partijleiders springlevend. Als ze in het kabinet zitten, delen zij orders uit aan aan ‘hun Kamerleden’, zei het Kamerlid Omtzigt deze week in het debat over de enquête naar de gaswinning in Groningen, puttend uit zijn ervaringen in het CDA.

Stemmen zonder last is fictie

Omtzigt schreef het gebrek aan kritische controle van het rampzalige gasbeleid toe aan ons centralistische kiesstelsel. Dat maakt het mogelijk dwarsliggers uit te schakelen door ze bij volgende verkiezingen domweg van de kandidatenlijst af te voeren. Dat gebeurde niet alleen in het CDA, maar ook in de PvdA en de VVD. De grondwetsbepaling dat Kamerleden stemmen zonder last is een fraaie fictie. Het kan, maar voor je het weet ligt je politieke kop eraf.

Ons stelsel van evenredige vertegenwoordiging werkt partijmacht in de hand en maakt kiezersmacht relatief. Dat heeft tot gevolg dat Kamerleden geneigd zijn naar boven te kijken, vanwaar hun heil komt, en niet naar beneden, naar hun kiezers. Premier Cort van der Linden veronderstelde bij de invoering in 1918, dat het nieuwe stelsel onafhankelijke en onbaatzuchtig oordelende Kamerleden zou voortbrengen. Daar moest hij snel van terugkomen.

Nu de partijen niet meer de voortrekkers zijn van achtergestelde bevolkingsgroepen en ook niet meer de levendige politieke organisaties die hun vertegenwoordigers het vuur aan de schenen leggen, is de macht verschoven naar de ‘partijleider’. Een betrekkelijk nieuw fenomeen, voortgekomen uit de bittere paradox die overblijft nu de oude partijen wegkwijnen.

De macht duldt geen tegenspraak

De christendemocraat Balkenende eigende zich de titel toe, toen hij premier was. Nu noemen Kaag, Hoekstra en Bikker zich zonder blikken of blozen partijleider. Rutte houdt het op partijaanvoerder, sinds het liberale kopstuk Henk Vonhoff het begrip ‘leider’ begin deze eeuw in de ban deed, omdat het hem aan ‘stampende laarzen’ deed denken. De titel heeft geen staatsrechtelijke betekenis, maar politiek komt het erop neer dat de macht zich samenbalt aan de top van een coalitie en geen tegenspraak duldt.

Omtzigt onthulde deze week dat na de enquête naar het toeslagenschandaal begin 2021 de ministers en staatssecretarissen van het CDA samen met de fractie wilden besluiten of het kabinet kon aanblijven of niet. Hij had gezegd: ‘Dat is een vreemde vraag, want jullie gaan niet over mijn stemgedrag als Kamerlid’. Omdat hij geen uitsluitsel wilde geven, was het kabinet niet zeker van voldoende steun en is volgens Omtzigt daags daarna ‘premier Rutte met een appel naar het paleis gefietst’.

In de Nederlandse politiek is de ervaring dat lastige kwesties, zoals de hypotheekrenteaftrek, de AOW en de mest, vooruit worden geschoven, totdat de wal het schip keert. De ene keer is het de rechter die ‘ho’ zegt, de andere keer de Europese Commissie. Maar nu zijn het ook de kiezers die op 15 maart het kabinet, in wezen de manier van regeren van opeenvolgende kabinetten, de wacht hebben aangezegd. Er gaat te veel mis bij de overheid en er doen zich te veel schandalen voor, die bij een scherpe controle vanuit de Tweede Kamer te voorkomen waren geweest.

Politiek Den Haag moet uitkijken

Omtzigt constateerde dat zelfs de Groningse Kamerleden ondanks de aardbevingen onder de druk van hun partijleiders doorgingen. Hij zou het liefst een kiesstelsel zien, waarbij regio’s meer invloed krijgen op de samenstelling van het parlement. Nu is het te gemakkelijk om dwarsliggers te wippen, als ‘sensibiliseren’ niet meer lukt.

Maar ja, zelfs de geringste verschuiving van partij(leiders)macht naar kiezersmacht stuit al op problemen. Een twee jaar terug gepresenteerd wetsvoorstel om de kiezers in het stemhokje wat meer macht te geven door de voorkeursdrempel te slechten, is alweer in het Haagse drijfzand terechtgekomen.

De keerzijde van Omtzigts suggestie is in extremis dat Kamerleden, bevrijd uit de tentakels van hun partijleider, gevangene worden van hun kiezers. Dat heeft in de Verenigde Staten door de polarisatie tot een crash van het bestel en een poging tot staatsgreep geleid. Politiek Den Haag moet dus uitkijken. Het gaat uiteindelijk om een evenwicht, waarbij de macht openheid betracht en de tegenmacht de ruimte krijgt.

Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. Lees ze hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden