De overheid zadelt vrijwilligersorganisaties met ondoenlijk veel regels op, vinden Joost van Alkemade (directeur van Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk), Joost Beuving (docent-onderzoeker aan de Radboud Universiteit) en Klaske Piebenga (bestuurssecretaris van de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen). De overheid wantrouwt hen ten onrechte.
Het platteland staat voor grote opgaven op het gebied van sociale voorzieningen, natuurbehoud en energietransitie. Actieve plattelandsbewoners werken daar hard aan, vaak als vrijwilliger. Maar juist die bestuurlijke vrijwilliger heeft het zwaar door een hausse aan regels. Hoe is dat zo gekomen en komen we er nog vanaf?
De nationale overheid reageert bij elk voorval in de samenleving met meer regels. Ook de lokale overheid heeft er een handje van. Dat werkt verstikkend voor vrijwilligersorganisaties: die komen zo niet meer aan het echte werk toe. Voorbeelden van lastige landelijke regelgeving zijn de Algemene Verordening Gegevensbescherming (privacywetgeving), de Arbeidsomstandighedenwet (Arbo), en meest recent de eis tot registratie in het Ultimate Beneficiary Owner (UBO) register.
De regeldruk pakt funest uit
Regels zijn belangrijk in onze ingewikkelde samenleving. We zijn ook op het platteland geen kleinschalige dorpssamenleving waarin we problemen binnen de familie of stam kunnen regelen. Maar de huidige regeldruk pakt funest uit. Neem een bestuurder van een dorpshuis. Die heeft het privacybeleid nog niet uitgewerkt of er moet een paragraaf over drones voor een evenementenvergunning komen. Dan volgt het inschrijven van bestuursleden in het UBO-register waarin je niets fout moet doen. Anders zet de bank je rekening on hold en zie dat maar weer eens recht te zetten. En vervolgens kom je in een ingewikkeld aanbestedingstraject terecht om het dorpshuis te mogen runnen.
De vrijwillige bestuurder is sinds de invoering van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen ook nog eens hoofdelijk aansprakelijk. Dikwijls is een dure expert nodig om überhaupt te begrijpen wat die wet behelst. En waarom deed je dit eigenlijk ook alweer? O ja, voor de sociale samenhang in het dorp, voor de jeugd en de ouderen, voor verduurzaming, voor behoud van voorzieningen en leefbaarheid.
Gevolg is dat steeds minder mensen als vrijwilliger aan de slag willen (of durven). Ook worden steeds meer zaken onderhands geregeld - áls ze al geregeld worden.
Een giftige cocktail
Dit krijg je als de overheid burgers wantrouwt. In het kielzog van de nieuwe zakelijkheid in het publieke bestel is de afgelopen decennia een giftige cocktail ontstaan die leidt tot al maar meer regels. Met als leidraad: voorkomen dat berekenende burgers profiteren van de overheid. Daardoor vallen er ook slachtoffers, zoals bleek bij het Toeslagen schandaal, waarin burgers met kind en al vermorzeld worden door regels.
De covidmaatregelen zijn een ander voorbeeld van dat wantrouwen. Met het ministerie van VWS werd een landelijk protocol opgesteld voor het openstellen van dorps- en buurthuizen, maar lokale overheden verbieden dit en stuurden er zelfs boa’s op uit die met sluiting en boetes dreigden. Delen van de overheid beschouwen vrijwilligers niet langer als partners in positieve maatschappelijke verandering, maar als marktpartij of zelfs geduchte tegenpartij.
Ironisch genoeg heeft regelzucht juist een tegenovergesteld effect. Meer regels leiden bij burgers tot een grotere neiging om de randjes van de regels op te zoeken, wat juist tot meer regels leidt. Zo zijn we terechtgekomen op een dood spoor waar de overheid vrijwillig initiatief smoort.
Een loer draaien
Vrijwilligersorganisaties kennen natuurlijk ook hun problemen, maar ze zijn er echt niet op uit om de overheid een loer te draaien. En er zijn ook maar weinig vrijwilligersorganisaties die willens en wetens de gegevens van hun vrijwilligers verkopen of anderszins misbruiken (AVG), doelbewust geld doorsluizen naar terroristische organisaties (UBO) en hun vrijwilligers dwingen urenlang door te buffelen (Arbo). Desondanks vallen ze wel onder dezelfde tucht als grote, commerciële marktpartijen voor wie berekenend gedrag vaak wel een leidraad is. Vrijwilligersorganisaties staan, met hun goede bedoelingen, te kijken naar wat ze overkomt.
Tijd dus voor overheid en politiek om de regelzucht opnieuw te bekijken en vrijwilligersorganisaties de broodnodige lucht te geven.
Lees ook:
Sportverenigingen onder druk: ‘Veel leden betalen contributie en daarmee houdt hun betrokkenheid wel op’
Nederland moet meer bewegen. Daar is iedereen het over eens. Maar hoe is dat te realiseren? Vandaag deel 5 van een serie: de klassieke sportvereniging, waar de uitdagingen en problemen zich opstapelen.