ColumnRomana Abels
De openbare agenda’s van Nederlandse ministers vermelden zelden een buitenlands bezoek
Alsof het geheim moest blijven, zo stil was het. Dinsdag brachten maar liefst vier Nederlandse ministers een bezoek aan Brussel, maar Nederlandse Kamerleden, journalisten en burgers wisten nergens van. Terwijl: het was wel degelijk een visite van formaat.
De komst van vier ministers samen heet doorgaans ‘een zware delegatie’. Het onderwerp was bovendien de Green Deal, een onderwerp waar in Nederland veel interesse voor bestaat. Toch maakte niet één van de openbare agenda’s van Hugo de Jonge, Christianne van der Wal, Piet Adema en Mark Harbers gewag van de uren die ze zouden doorbrengen in Brussel, in het gezelschap van Frans Timmermans.
Welke bewindslieden-agenda je er aan begin van de week ook op nasloeg, alleen Wopke Hoekstra leek naar Brussel te gaan, en dat was op maandag. Wat Van der Wal, Adema en Harbers’ plannen zijn, is ook voor de rest van het jaar niet bekend. De Jonge heeft één plan: vrijdag gaat hij naar de ministerraad.
Dat is geen incident, van toevallig alleen begin 2023. De openbare agenda’s van Nederlandse ministers vermelden zelden een buitenlands bezoek. Alsof ze het voor zichzelf doen. Alsof het niet iets is waar politici, journalisten en burgers meer van zouden willen weten.
Jettens agenda is er nog erger aan toe
Vorig jaar ontstond er maanden na dato ophef over een vergelijkbaar bezoek, op 31 mei 2022. Toen ging minister Van der Wal met Rob Jetten, De Jonge en Harbers ook naar Brussel, voor een gesprek met Virginijus Sinkevicius. Dat is de Eurocommissaris die over stikstof gaat. In november vertelde Van der Wal aan de Tweede Kamer hoe zinloos de visite was geweest, hoe Sinkevicius Nederland te verstaan had gegeven dat de Europese regels voor natuur ook voor hen gelden. Ook dat bezoek had nooit de agenda gehaald.
Net zo min als dat van Jetten, die in 2022 bijna iedere twee weken naar Brussel kwam. Twintig keer kwamen de Europese ministers van energie bij elkaar om naar oplossingen te zoeken voor de energiecrisis. In Jettens agenda stonden maar vijf bezoeken aan Brussel. Momenteel is zijn agenda er nog erger aan toe: die is leeg.
Er is al vaker gesproken over de schimmige agenda’s van Nederlandse bewindspersonen. Als ministers en staatssecretarissen mensen uit het bedrijfsleven ontmoeten, wordt daar zelden melding van gemaakt. In 2016 – ook toen regeerde Rutte al – werd besloten dat bewindslieden hun openbare agenda echt zouden gaan bijhouden. Later werd dat voornemen herhaald.
Alleen in zeer dringende gevallen hoefde dat niet. Dat was bijvoorbeeld als de staatsveiligheid in het geding was, als andere landen er last van zouden hebben of als de privacy in het geding was. Er komt niets van terecht.
Wie wil weten wat Nederlandse politici in Brussel uitspoken, moet de agenda van de Europese Commissie en die van de Europese Raad in de gaten houden. Daar staat het allemaal wel keurig in.
Romana Abels, EU-correspondent, schrijft om de week een column vanuit Brussel. Lees haar eerdere columns hier terug.