null Beeld

ColumnNelleke Noordervliet

De ooggetuigen sterven uit en levende werkelijkheid wordt dode geschiedenis

Nelleke Noordervliet

In de nacht van dinsdag op woensdag was het wel winderig, maar niet heel erg en uit een normale hoek. Geen stormwaarschuwingen. De Oosterscheldekering bleef gewoon open. Maar we kregen wel van alle kanten mee hoe erg het zeventig jaar geleden was. Vooral werd gezegd dat het een ‘vergeten’ ramp was, zo weinig werd er in de tussentijd over gesproken.

Toch was het de grootste natuurramp die Nederland in de twintigste eeuw heeft getroffen. Dit jaar werd nog even alles uit de kast getrokken om te herdenken en te vertellen, voordat de generatie die de ramp bewust had meegemaakt zou zijn verdwenen.

Ik herinner het me. Ik was zeven. In Rotterdam liepen straten onder, vooral op Zuid. En hoewel al snel duidelijk was dat er tijdens de zware storm iets ergs was gebeurd, drong het nieuws via de radio maar mondjesmaat door. Het was zondag.

Ook mijn vader ging helpen

Rustdag voor de meeste Nederlanders. De verbindingen met het rampgebied waren verbroken. Op 2 februari lazen we als kop in onze krant: ‘Honderden verkeren nog in benarde positie’. De koningin was onderweg naar het rampgebied. De hulp kwam langzaam op gang.

Ook mijn vader ging helpen. Daar was ik erg trots op. Hij ging naar Dirksland op Goeree-Overflakkee om daar vrachtauto’s die door modder en blubber en over ondergelopen wegen mensen en spullen moesten vervoeren aan de praat te houden en te repareren. Na een kleine week kwam hij terug, door en door koud en diep onder de indruk van wat hij had gezien.

Vluchtelingen sliepen eerst in de Ahoy-hallen en vonden daarna elders onderdak. Kinderen gingen naar school. Ook bij mij in de klas kwamen twee evacueetjes, bedeesde meisjes, de schrik nog in hun ogen.

De juf had ons gevraagd ons liefste speelgoed mee te nemen en aan de kinderen te geven. Zij hadden immers helemaal niets meer. Ik had dus mijn liefste speelgoed meegenomen. Om beurten overhandigden we onze goede gaven aan de meisjes die voor de klas stonden en niet wisten waar ze moesten kijken. In ieder ­geval leken ze me niet blij met mijn liefste speelgoed. Pedagogisch-di­dactisch voor alle partijen nogal ongemakkelijk. Daarom staat het in mijn geheugen gegrift.

Als een monumentale spijtbetuiging voor verwaarloosd onderhoud van de dijken werden de Deltawerken uitgevoerd. Kort na de ramp was er een grote hulpactie via de radio, ‘Beurzen open, dijken dicht’, waarin Johan Bodegraven van de NCRV de Nederlandse portemonnees leegschudde. In Ouwerkerk werd een Watersnoodmuseum ingericht. Kees Slager schreef boeken en maakte radioprogramma’s. De grote speelfilm De storm verscheen in 2009. Helemaal vergeten werd de Watersnood dus bepaald niet.

Moeten we dan alles onthouden? Nee

Maar ik geloof onmiddellijk dat de Zeeuwen op zijn Zeeuws zuunig waren met woorden om hun verlies en rouw te benoemen. We waren ­sowieso in Nederland niet erg open over de eigen sores. Dat kun je ook een positieve eigenschap noemen. Inmiddels zijn de tijden veranderd en is slachtofferschap een belangrijk thema in de aandachtsindustrie.

De belangstelling in de afgelopen week moet voor veel oudere mensen die in de media aan het woord kwamen even wennen zijn geweest.

Er is meer aan de hand. Het viel me ook op bij de herdenking van de bevrijding van Auschwitz in dezelfde week en het zal ook wel weer ­gebeuren bij de herdenking van de Februaristaking en op 4 mei. De ooggetuigen sterven uit. De levende werkelijkheid wordt heel binnenkort dode geschiedenis. De Holocaust verdwijnt achter de horizon.

Men weet heus nog wel dat er iets ergs met de Joden was, maar hoe en wat en waar precies wordt steeds vager. Nog één saluut en het boek gaat dicht. Het beperkte historische besef en de gebrekkige kennis van de geschiedenis van alle Nederlanders veroordeelt het verleden tot vergetelheid.

Moet dan alles worden onthouden? Nee, dat is te veel gevraagd. Moeten al die gebeurtenissen uit het verleden dan telkens weer officieel uitgebreid herdacht en besproken worden? Ook dat is niet nodig.

Wat wel nodig is: goed onderwijs in de geschiedenis voor alle leerlingen op alle schooltypen vanaf dag één tot en met hun eindexamen. Opdat er iets ontstaat als historisch besef.

Nelleke Noordervliet (Rotterdam, 1945) schreef meerdere romans, novelles en theaterstukken. In 2018 won ze de Constantijn Huygens-prijs voor haar gehele oeuvre. In haar column in Trouw bespiegelt ze tweewekelijks op de actualiteit. Lees ze hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden