ColumnAbdelkader Benali
De normen en waarden van de echte wereld tellen niet in de sportwereld
Een keer was ik te gast in het tv-sportprogramma Avondetappe, toen nog gepresenteerd door Mart Smeets. Aan een gezellige tafel in de Franse buitenlucht werd de gereden Tour-etappe nabesproken door analisten, ik zat er als liefhebber van de Tour. Kosten nog moeite werden gespaard om me in de watten te leggen.
De dag waarop de etappe gereden werd, kwam ik aan en mocht meteen op kop gaan fietsen. Ik kreeg een exclusieve Tour de France-badge voor mij en mijn co-rijder, journalist Edwin Winkels. Die gaf het recht om voor het peloton uit over het parcours richting de aankomstplaats te rijden. Op een geleende fiets van Maarten Ducrot zoefde ik over het snelle asfalt. Het was de eerste vlakke etappe na de bergetappes, met genoeg heuvels om de kuiten op kapot te slaan.
Grote Mart Smeets-show
Wielerfanaten drie rijen dik langs de weg dachten dat we vroege vluchters waren en juichten ons hartstochtelijk toe. Ik voelde me een potentiële Tourwinnaar. ’s Avonds in de Avondetappe deed ik kort verslag van de sfeer langs de weg en mijn liefde voor wielrennen. Mijn anekdotiek ging bij Mart Smeets het ene oor in en het andere oor weer uit. Ik was er al voor gewaarschuwd.
De redactieleden maakten vileine grappen over het ego van de man. Men had het gevoel voor de Grote Mart Smeets-show te moeten draven. Hij werd bespot om zijn steenkolen-Engels. Maar het was wel Mart Smeets, hè! Men prees ook zijn fabelachtige kennis, en zijn vermogen om het sportieve geweld van het wielrennen te lezen.
Meteen na de afkondiging van het programma begon de techniek de open studio af te bouwen. De volgende dag zou er in een ander stadje, op een ander plein een nieuwe uitzending zijn met andere gasten. De enige constante factor was Mart Smeets.
In de sportwereld tellen de normen en waarden van de echte wereld niet
De sportwereld is een wereld waarin de normen en waarden van de echte wereld niet tellen. Winnaars vertellen de waarheid, verliezers worden vergeten. Sluwheid wordt beloond. Kracht wordt geadoreerd. Buitenissig gedrag van sporters wordt getolereerd – en vaak genoeg ook aangemoedigd – omdat men het is gaan zien als logische uitkomst van de bijna onmenselijke druk om te presteren. Wielrenner Lance Armstrong maakte van deze mythevorming bij het journaille handig gebruik om zijn publiek te misleiden. Sportjournalisten hebben van overwinnen ten koste van alles een fetisj gemaakt. En bij sommige van die journalisten is die the winner takes all-houding in het karakter gekropen.
Sport en media is een witte-mannenwereld. Een exclusieve homogene groep die allemaal naar dezelfde muziek luisteren en dezelfde helden cultiveren. Dit groepsgevoel creëerde een gigantische blinde vlek die de kracht aannam van een zwart gat dat alles wat anders is verplettert – domweg door het te negeren.
Onze relatie tot elkaar wordt uitgeschakeld
Sportverslaggeving is zo intens gefocust op het vertellen over de wegtikkende seconden, de split second, het allerkleinste verschil tussen winst en verlies en de gigantische leegte die het achterlaat, dat het dat wat ons ten diepste definieert, onze relatie tot elkaar, uitschakelt.
Aïcha Marghadi was tien jaar geleden het nieuwe gezicht dat bij Studio Sport aan het blonde sterrenelftal werd toegevoegd. Een verademing. Ze mocht er niet zijn. Hoe harder ze haar best deed om erbij te horen, hoe meer ze werd afgedreven van de groep – Aïcha Marghadi zat uiteindelijk alleen haar lunch te eten. In negenennegentig van de honderd gevallen was iemand allang weggegaan. Maar ze geloofde in haar missie, ze geloofde in de sport, ze geloofde in het sprookje. En dat geloof tegen beter weten in, werd haar carrière fataal.
Abdelkader Benali (1975) is schrijver. In 1996 debuteerde hij met ‘Bruiloft aan zee’, in 2003 won hij de Libris Literatuur Prijs voor zijn roman ‘De langverwachte’. Om de week schrijft hij voor Trouw een column. Lees ze hier terug.