Reanimatie is niet meer weg te denken uit de medische praktijk. Maar de nadelen blijven nu onderbelicht. Bespreek het daarom tijdig, schrijft René Dijkgraaf.
Nu door Covid-19 meer mensen in het ziekenhuis worden opgenomen, stijgt ook de kans op ernstige complicaties waarbij reanimatie nodig kan zijn. Reanimatie redt levens en is niet meer uit het medisch arsenaal weg te denken. Toch zijn er af en toe ernstige bijwerkingen, met name hersenschade. Die blijven onderbelicht.
Van de honderden reanimaties en de evenzovele gesprekken die ik daarover voerde met patiënten en hun naasten, leerde ik veel. Eén ervaring kwam vaak terug: reanimatie in een ziekenhuis is voor families vaak een volledige verrassing, terwijl deze mogelijkheid juist dáár van tevoren besproken had kunnen worden. Ik pleit ervoor dat iedereen goed nadenkt over de mogelijkheid niet-reanimeren af te spreken en dat mensen hun inzichten – zeker bij een opname – delen met hun arts. Elke arts zou standaard naar reanimatiewensen moeten vragen.
Reanimeren is het toepassen van hartmassage en beademing bij een acuut optredende adem- en/of circulatiestilstand, waarbij het hart geen noemenswaardige hoeveelheid bloed meer rondpompt. Niet-reanimeren is het bij bovengenoemde acute problemen achterwege laten van beademing en hartmassage, dit besluit heeft geen invloed op de al lopende behandeling.
Voor reanimeren is toestemming nodig
Net als voor elke andere medische behandeling is voor reanimeren toestemming van de patiënt of van diens wettelijk vertegenwoordiger nodig. Een vroegtijdig gesprek is bij uitstek belangrijk als de patiënt al ernstige medische problemen heeft. Niets is erger dan dat familieleden na een reanimatie zeggen ‘dit zou mijn moeder nooit gewild hebben’.
In veel gevallen wordt niets besproken, wat neerkomt op het klakkeloos afspreken wél te reanimeren. Dat kan een ernstige medische misser zijn; het betreft een ingrijpende handeling met potentieel akelige bijwerkingen. Een mogelijk gewenste zachte dood wordt de patiënt ontnomen en diens familie wordt op het spannende moment geconfronteerd met gestresste hulpverleners en ingewikkelde apparaten. Een traumatisch alternatief voor het liefdevol vasthouden van iemands hand.
Het bespreken van reanimatiewensen is daarom belangrijk. Dit vergt van de arts empathie en soepelheid van geest. Het is nuttig de gesprekken op gezette tijden te herhalen en te controleren of de informatie goed begrepen werd. Van al mijn ziekenhuisherinneringen blijven de intensieve familiegesprekken het ontroerendst.
Slechte vooruitzichten
Wanneer iemand geen reanimatie wenst, ligt de beslissing bij hem of haar. Denk aan iemand die de risico’s van reanimatie niet wil lopen. Of iemand met slechte vooruitzichten, die opziet tegen een verlenging van het lijden in de laatste fase van een kwaadaardige ziekte.
Reanimatie kan ook bij voorbaat kansloos zijn. Dan beslist de arts, omdat die geen zinloze behandeling wil uitvoeren. Het is hier al vanaf het begin duidelijk dat reanimatie om medisch-technische redenen niet tot een wezenlijke verlenging van het leven kan leiden en waarschijnlijk wel tot ernstige schade. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij terminaal hartfalen, bij ernstige vernauwingen in de hersenvaten met al aanwezige hersenschade, of bij een combinatie van andere ernstige medische problemen. Bij een kansloze reanimatie wordt de patiënt dus op de hoogte gebracht van een vaststelling waarop hij zelf geen wezenlijke invloed heeft gehad. Dat is terecht, maar juist in dit soort situaties zijn duidelijke uitleg en empathische begeleiding essentieel. Het is me gelukkig maar één keer overkomen dat ik uiteindelijk een niet-reanimerenafspraak moest maken tegen iemands eigen wensen in.
Bovengenoemde medische overwegingen komen in de drukte van alledag vaak niet of onvoldoende voor het voetlicht. Dat is onterecht: patiënten en hun familie hebben het volste recht te weten hoe de besluitvorming verloopt en wat de mogelijkheden zijn. Ik roep hen hierbij op voor zichzelf en hun naasten op te komen. Mijn collega-artsen wil ik vragen voldoende tijd en energie voor hen vrij te maken. Het is belonend voor alle betrokkenen.
Lees ook:
Ik wil niet dat mijn man mij reanimeert, maar wil hem ook niet kwetsen. Wat nu?
Etiquette-specialist Beatrijs Ritsema beantwoordt een prangende vraag over reanimatie in een relatie.
Rode Kruis pleit in Tweede Kamer voor EHBO-les op scholen
EHBO-les moet een vast onderdeel worden van het vakkenpakket op middelbare scholen. Daarvoor hield Rode Kruis-directeur Marieke van Schaik een pleidooi in de Tweede Kamer.