Goed dat Evelien Tonkens wijst op blinde vlekken, al zitten die bij oud én bij jong. En Gerwin, kom niet aan Daanje of Tolstoj.
Twee partijen
In haar essay (Tijdgeest, 4 februari) betoogt Evelien Tonkens dat we blind zijn voor de moed om je uit te spreken tegen mensen zoals wij. Haar oplossing ligt in de dialoog: sociale onveiligheid niet met snelle oordelen en beleidsregels, maar met onderzoekende gesprekken te lijf gaan. Met consideratie en nieuwsgierigheid voor eigen blinde vlekken.
Voor een dialoog heb je echter meer dan een partij nodig. Evelien Tonkens dicht de gevestigde orde een weinig onderzoekende en luisterende houding toe. In de eerste zin van haar stuk blijkt echter dat dit evenzo geldt voor de millennials die zij beschrijft. Een dialoog aangaan en zaken in openheid en kwetsbaarheid bespreken vraagt wellicht wel de flinkheid die men niet meer wil.
Marjolein van de Pol Molenhoek
Het kwartje viel
Jaren geleden startte mijn toenmalig werkgever, Tata Steel, een campagne tegen discriminatie, pesten en intimidatie. Dat ging wat langs mij heen, ik dacht dat ik daar niet aan meedeed. Maar toen viel het kwartje. Ik werkte met een collega afkomstig van de Nederlandse Antillen. Een stevige, bruin getinte man. In zijn vrije tijd was hij voorganger in een immigrantenkerk, hij kon zeer theatraal zijn.
Vanwege al die eigenschappen noemde ik hem ‘onze grote bruine broeder’, wat het nodige gelach teweegbracht bij collega’s. Opeens realiseerde ik mij dat die benaming heel onplezierig kon zijn voor hem. Ik vroeg hem of hij het vervelend vond en tactisch zei hij: ‘Ik weet wie het zegt’. Dat was voldoende, ik heb hem nooit meer zo genoemd.
Sipke Huizinga Sint Pancras
In één adem
Een boeiende tekst van hoogleraar Tonkens. Echter stoort mij het gemak waarmee BN’ers
zoals Matthijs van Nieuwkerk beschuldigd worden van (seksuele) intimidatie. Natuurlijk moeten klachten worden onderzocht en is het dan soms noodzakelijk dat bijvoorbeeld presentatoren hun werk neerleggen. Maar om hen zonder oordeel van de rechter of enig onderzoek vooraf al neerzetten als schuldig is onacceptabel.
Ivar van der Velde Stedum
Lezen dat boek!
In Tijdgeest van 4 februari schrijft Gerwin van der Werf ‘Hoera, ik zal oorlog en vrede niet lezen’. Al kan ik me goed voorstellen dat sommige boeken inderdaad niet worden uitgelezen, valt het boek dat hij mede als voorbeeld neemt, Lied van dromedaris en ooievaar van Anjet Daanje, bepaald niet in de categorie.
Ik werd gegrepen door haar Herinnerde soldaat en Lied van dromedaris en ooievaar vind ik mogelijk nog beter. Vanuit elf perspectieven wordt een verhaal verteld. Elke perspectief vind ik geweldig en bijna met spijt sla ik de laatste bladzij om als weer een perspectief wordt afgesloten. Om dan te zeggen ‘dik en taai’, nou bepaald niet. Ik zeg lezen dat boek!
Niek Idelenburg Groenekan
Ook Tolstoj?
Soms kunnen mensen zich in één moment diskwalificeren. Zoals Gerwin van der Werf in zijn bijdrage aan Rumoer van zaterdag 4 februari. Uiteraard zijn er boeken die te dik of te ontoegankelijk zijn om te lezen. Zoals De man zonder eigenschappen van Robert Musil. En dat de namen van Joyce en Proust daarbij genoemd worden, daar kan ik best vrede mee hebben. Maar dat Van der Werf deze boeken in een adem noemt met het meesterwerk van Tolstoj; dat is vragen om oorlog!
Allan Varkevisser Groningen
Rolls-Royce
Een geweldige rubriek, Goed Gemaakt, en de Ferrari onder de snoeischaren (Tijdgeest, 4 februari) is vast een prima schaar. Maar toen mijn man in 1966 stagiair was op een fruitbedrijf in de Betuwe kreeg hij als dank een snoeischaar, een Felco 2, met daarbij de woorden: nooit slijpen, dan heb je er je hele leven wat aan. En dat klopt, de schaar is nog steeds vlijmscherp. Een Ferrari is mooi, maar een Rolls-Royce is beter.
Anne Hunse Westerbork