ColumnSylvain Ephimenco
De infame karaktermoord op Michel Houellebecq
Voor degenen die de vorige afleveringen hebben gemist: de Franse schrijver Michel Houellebecq heeft zijn proces tegen de Nederlander Stefan Ruitenbeek van het kunstcollectief Kirac verloren. Ruitenbeek mag van de Nederlandse rechter de pornografische beelden die hij van Houellebecq heeft geschoten gebruiken en via een film wereldwijd verspreiden. Het contract dat de schrijver tekende is geldig. Daarin staat volgens de Volkskrant dat Houellebecq geen recht op voorvertoning heeft, niet mag meebeslissen over het gebruik van beelden, geen inspraak heeft in het scenario en geen vergoeding krijgt. De schrijver heeft enorm veel spijt van zijn beslissing om als pornoacteur te hebben opgetreden maar zijn smeekbedes worden door Kirac niet gehoord.
Er zijn twee manieren om naar deze zaak te kijken. De eerste wortelt zich in het universele leedvermaak: eigen schuld dikke bult. Houellebecq is een rechtse denker en romancier die het verval en de decadentie van onze beschaving keer op keer aan de kaak stelt in woorden en geschriften. Maar nu is hij zelf deel van dit verval geworden, uitgelokt door een (min of meer) links kunstenaarscollectief om, geil en dom, in een pornografische open val te trappen. Te laat heeft de geroemde ‘visionair’ zich gerealiseerd dat deze gigantische faux pas zijn wereldfaam kon vernietigen. Het is nu letterlijk huilen met de pet op voor hem.
In mijn allereerst column over Houellebecq (1999) noemde ik hem een ‘penseur der achtertuinen’ en fileerde zijn boek Elementaire deeltjes in Trouw. Ik heb weinig op met zijn clowneske provocaties en zijn bewondering voor Trump (zijn kritiek op de islam deel ik wel). Maar nu sta ik resoluut achter de tweede manier om naar deze verbijsterende zaak te kijken: een spijtoptant, ook al heeft hij een contract getekend, moet altijd uit een constructie kunnen stappen als hij ervan overtuigd is dat deze zijn leven en carrière gaat ruïneren. Houellebecq in Trouw: ‘Dit is het stomste wat ik ooit gedaan heb. Ik schaam me. Ik wil niet dat mensen hierover praten. Zo’n film staat tussen de lezers en mijn werk in. Voor mij is de literatuur álles.” Houellebecq tegen de Belgische krant De Standaard: “Het zal mij paranoïde maken. Mensen zullen raar naar me kijken. Ik heb al vrienden verloren, van katholiek rechts in Frankrijk. Ik ben als een paria.”
De rol die videoregisseur Ruitenbeek op morele en ethische grond hierin speelt is weerzinwekkend en moet breed veroordeeld worden. Stefan Ruitenbeek is, door niet te willen begrijpen dat hij op het punt staat het imago en reputatie van een man in paniek te vernietigen, een infaam personage geworden. Iemand die misbruik maakt van de zwaktes (depressies en alcoholisme) van een schrijver om hem in de gehele wereld en bij zijn vele bewonderaars te discrediteren.
Over de rug van Houellebecq probeert deze vandaal de nietigheid van zijn sensatieclubje op te krikken. Binnen rommelt het gelukkig en de derde man van Kirac, Tarik Sadouma, is al met slaande deur vertrokken: hij verweet de regisseur ‘Houellebecq voor het blok te hebben gezet, zonder dat rekening wordt gehouden met diens toestand en kunstenaarschap’ (Volkskrant). Als Ruitenbeek (tegen een flinke vergoeding) zijn film niet terugtrekt, dan zal iedere kijker zelf medeplichtig zijn aan een infame karaktermoord.
Drie keer per week werpt columnist Sylvain Ephimenco zijn blik op de actualiteit. Lees zijn columns hier terug.