Wie geld had en een hoge belastingmoraal wordt nu gestraft, schrijft hoogleraar economie en ethiek Johan Graafland.
In een reconstructie van het vermogensbelasting-debacle (Trouw, 7 juni) wordt de Hoge Raad de eervolle rol toegedicht van waakhond die de regering dwingt de belasting op vermogen rechtvaardiger te maken. Door het fictieve rendement werd aan spaartegoeden méér inkomen toegerekend, en dus belast, dan daadwerkelijk werd genoten. In december 2021 (het ‘kerstarrest’) verplichtte de Hoge Raad de regering spaarders hiervoor te compenseren. Afgelopen mei oordeelde de Hoge Raad vervolgens dat alleen mensen die tijdig bezwaar hadden gemaakt tegen te hoge vermogensbelasting recht op compensatie hadden.
Probleem is dat de Hoge Raad hierdoor ook zélf ongelijke behandeling veroorzaakt. Mensen die geen inkomen uit vermogen genoten, maar niet (op tijd) bezwaar maakten, vissen nu achter het net. Bovendien is de compensatie heel willekeurig. Want mensen van wie de belasting om wat voor reden nog niet definitief was vastgesteld, kunnen alsnog daarvan profiteren, anderen niet. Het plan van staatssecretaris Van Rij om ook compensatie te bieden aan niet-bezwaarmakers, maar dan alleen voor kleine spaarders, kan dit niet meer herstellen.
De verkeerde richting
De Hoge Raad stuurt het kabinet daarmee de verkeerde richting op. Dat is al begonnen met de afwijzing van het vigerende vermogensbelastingstelsel in het ‘kerstarrest’. Dat was een onnodige beslissing, als men bedenkt dat dit stelsel eigenlijk als een vermogensbelasting in plaats van een vermogensrendementsbelasting functioneerde.
Er zijn goede redenen om het vermogen zelf te belasten in plaats van het rendement erop. Het draagkrachtprincipe schrijft immers voor dat de lasten verdeeld moeten worden naar draagkracht. Ook een multimiljonair die weinig rendement geniet op spaargelden, beschikt over veel draagkracht om bij te dragen aan de gemeenschappelijke middelen.
Ook praktisch werkt een vermogensbelasting vaak rechtvaardiger uit. Het berekenen van het feitelijk rendement op vermogen is veel ingewikkelder, en met een overbelaste belastingdienst leidt complexiteit gauw tot onrechtvaardige behandeling. Tot slot laat ook een vermogensbelasting verschillen in rendement niet onbelast. Niet op korte termijn, maar wel op lange termijn. Want een stijging van het vermogen door een hoog rendement resulteert nadien in jarenlange hogere vermogensbelasting.
Geen reden tot klagen
Natuurlijk wist iedereen al lang dat het vermogen al die tijd de facto belast werd met een (inmiddels progressieve) vermogensbelasting en niet met een vermogensrendementsbelasting. Er was op dit punt geen rechtsonzekerheid en geen reden tot klagen. Het enige probleem is dat het beestje de verkeerde naam had, waardoor ook de hele onderbouwing kunstmatig werd.
Juridisch gezien mag dat een hoofdzonde zijn en kan men kabinetten die dit gedrocht lieten bestaan hiervoor terecht bekritiseren. Maar ethisch gezien vind ik de onrechtvaardigheid die de Hoge Raad creëerde met de compensatieregeling van veel groter gewicht.
Niet alleen omdat mensen met veel vermogen (en weinig rendement) nu niet belast worden. Ook omdat de compensatieregeling aanzet tot ongelijke behandeling en willekeur. Daar komt bij dat vooral mensen die zich belastingadviseurs kunnen veroorloven hiervan gebruik maken. Degenen die het wel redelijk vonden dat zij vanwege hun hoge vermogen meer belasting betaalden, ook al was het rendement daarop erg laag, worden nu gestraft voor hun belastingmoraal.
Helaas is het kwaad al geschied nu de Hoge Raad zich te veel door de letter van de wet liet leiden, en onderliggende ethische principes en de weerbarstige praktijk onvoldoende meewoog. Had zij dat wel gedaan, dan had zij geen rechtsgevolg aan haar overwegingen gegeven en niet besloten tot compensatie. Maar voor het kabinet ligt de zaak nog open. In plaats van een vermogensrendementsheffing zou zij er bij de belastingherziening goed aan doen om de optie van vermogensbelasting te onderzoeken.
Johan Graafland hoogleraar Economie, Onderneming en Ethiek Tilburg University
Lees ook:
Van pretbox naar hoofdpijndossier: Hoe de politiek verstrikt raakte in de vermogensbelasting
Nog vóór de zomervakantie moeten kabinet en Tweede Kamer het eens worden over een eerlijker belastingheffing op spaargeld, daartoe gedwongen door de Hoge Raad. Waarom worstelt de politiek zo lang met de vermogensrendementsheffing?
Hoge Raad: fiscus kan niet worden verplicht spaarders te vergoeden die te laat klaagden over spaartaks
De Belastingdienst kan niet door een rechter worden verplicht spaarders te vergoeden die niet op tijd bezwaar hebben gemaakt over de spaartaks. Dat heeft de Hoge Raad bepaald bij nieuwe uitspraken over de belasting op spaargeld.