De geestelijke gezondheidszorg is niet duur en toch zitten veel instellingen in de rode cijfers. De oplossing kan verrassend eenvoudig zijn: meer aandacht voor een kleine groep met veel kosten, berekenden Klaas Huijbregts (klinisch psycholoog en senior onderzoeker in de ggz) en Marcel Haas (universitair docent en datawetenschapper LUMC).
Wie de cijfers tot zich neemt, zou kunnen denken dat de samenleving welhaast ten onder zal gaan aan de kosten voor psychische hulpverlening. Uit recent onderzoek komt naar voren dat bijna de helft van de Nederlanders (48 procent) ooit in het leven met een psychische aandoening te maken krijgt. Het leed en de maatschappelijke kosten hiervan zijn enorm. Vaak beginnen de klachten op jonge leeftijd, in een cruciale fase voor relaties, opleiding en werk. Dat vraagt in plaats van lange wachtlijsten een snelle aanpak. Maar veel instellingen zitten in de rode cijfers.
En toch is de geestelijke gezondheidzorg niet duur. Het gaat volgens het CBS om 6,5 procent van het totale budget van de gezondheidszorg. De sector is dus zeker geen koekoeksjong. Hét probleem is dat de ggz dreigt te bezwijken onder de huidige wijze van financieren. Toch kan de oplossing verrassend eenvoudig zijn: meer aandacht voor een kleine groep met veel kosten.
Binnen ons huidige stelsel blijkt het moeilijk om deze zorg kostendekkend te krijgen. In het Tijdschrift voor Psychiatrie becijferden Beekman en Van der Lee dat 0,8 procent van de verzekerden in Nederland 66 procent van de ggz-kosten maken. Die scheve verdeling zou deze zorg onvoorspelbaar en daarmee haast onverzekerbaar maken. Dit is een van de redenen voor de rode cijfers bij veel ggz-instellingen.
Geld is niet de oplossing voor alle problemen in de ggz. Er zijn gelukkig tal van mooie, vernieuwende initiatieven in het land waarbij instellingen samenwerken met partijen buiten de verzekerde gezondheidszorg. Zo worden bijvoorbeeld herstelcentra ingericht waar minder naar ziekte en meer naar maatschappelijke inbedding wordt gekeken.
Deze vernieuwing is belangrijk, maar intensieve behandelingen van mensen blijven vaak noodzakelijk. Bovendien is het lastig participeren in innovatie als je kopje onder gaat. Dan gaat de energie vooral uit naar overleven.
Kleine groep met hoge kosten
Voor een sector die als geheel relatief goedkoop is, moet toch iets te doen zijn aan het probleem van de bekostiging van behandeling voor 0,8 procent van de bevolking? Deze groep met hoge kosten is klein, maar nog wel zo groot dat zelfs kleine verzekeraars enkele honderden dure verzekerden hebben. Wie dat zijn is niet kort van tevoren te voorspellen en de kosten kunnen van jaar tot jaar stevig variëren. Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) kan zelfs jaren na een ernstig voorval nog de kop op steken.
De wijze waarop afspraken tussen verzekeraars en zorgverleners zijn vormgegeven laten nu geen ruimte voor zulke onvoorspelbare uitschieters, die van jaar tot jaar bij steeds andere zorgaanbieders afgerekend moeten worden. Deze zorg is dus lastig in te kopen. Daar kunnen de verzekerden en hun zorgverleners echter niks aan doen, en dat de kosten ergens gemaakt gaan worden is zonneklaar.
De totale kosten voor een verzekeraar zijn veel beter te voorspellen, zeker over meerdere jaren. Er is dus geen sprake van onverzekerbaarheid, maar slechts van onduidelijkheid over waar het beschikbare budget van jaar tot jaar heen moet. Als het huidige systeem geen ruimte biedt voor de kleine dure groep (die 0,8 procent van de bevolking dus), maar het totale budget wel groot genoeg is om die van passende zorg te voorzien dan zit er maar één ding op: de kleine groep met hoge kosten moet buiten de bestaande inkoop worden gefinancierd.
Dit maakt de zorg voor de grote groep met beheersbare kosten beter in te kopen door verzekeraars, terwijl er financiële ruimte blijft bestaan om ook de meest kwetsbare patiënten van passende zorg te voorzien. Verzekeraars, de politiek en ggz-instellingen moeten snel om de tafel om zo’n wijziging in het financieringsmodel af te spreken. Alleen dan wordt de ggz als geheel weer financieel gezond en kan de grote maatschappelijke taak samen met de ketenpartners worden opgepakt.
Klaas Huijbregts is klinisch psycholoog en senior onderzoeker in de ggz
Marcel Haas is universitair docent en datawetenschapper bij het Leids Universitair Medisch Centrum met ruim vijf jaar werkervaring bij een zorgverzekeraar
Lees ook:
Wachttijd ggz daalt niet, nog steeds wachten tienduizenden te lang
De wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg dalen niet, ondanks inzet van regionale partijen. Uit de recentste cijfers blijkt dat bijna 84.000 mensen wachten op een aanmeldgesprek of behandeling, ruim de helft daarvan wacht langer dan de afgesproken norm van maximaal veertien weken.
Deel ggz-patiënten weet nog niet of zorg dit jaar vergoed wordt
De grote ggz-instellingen hebben tot dusver minder dan de helft van de contracten met zorgverzekeraars afgesloten, meldt de Nederlandse ggz op basis van een rondgang.