ColumnAbdelkader Benali
De arbeider van nu kan een trap onder zijn kont krijgen
Mijn schoonzus, grondstewardess op Schiphol, vertelde dat tijdens de coronapandemie de vluchten van en naar Bulgarije gewoon doorgingen. De passagiers waren arbeidsmigranten, vermoedelijk met bestemming het Westland om tomaten te plukken of Brabant om asperges te steken. Onze economie kent geen rust. Op weg naar Maastricht zag ik langs de A2 buitenlandse mannen en vrouwen kromgebogen tussen de droge grondruggen het witte goud verzamelen.
Het Nederlandse bedrijfsleven heeft decennialang volop geprofiteerd van bespottelijk goedkope arbeid. Eerst kwamen de Grieken, de Spanjaarden en de Portugezen om de onderkant van de arbeidsmarkt van handjes te voorzien. Daarna voegden de Turken en Marokkanen zich bij het arbeidspotentieel. Toen kwamen de Polen, Bulgaren en Roemenen. Deze goedkope arbeid staat gelijk aan slechte werk -en woonomstandigheden. Niemand wil hen als buren hebben, dus worden ze weggestopt in verkrotte volkswijken, achenebbisj portiekflats of vakantieparken.
Winstmaximalisatie kent geen sociale agenda
Rotterdam-Zuid is in handen van huisjesmelkers die beschimmelde arbeiderswoningen aanbieden aan jonge Oost-Europeanen, die dubbele diensten draaien in de gigantische magazijnen van Bol en Amazon. Mijn komst naar Nederland is deels afgedwongen door het bedrijfsleven; de industrielobby fluisterde ‘Den Haag’ in arbeidsmigranten in staat te stellen hun vrouw en kroost over te laten komen. Dat zou het arbeidersleven gemakkelijker maken en resulteren in hogere productiviteit.
De werkgever profiteert volop van de instroom. Winstmaximalisatie kent geen sociale agenda. De belofte dat migratie naar Nederland hun economische positie zou verbeteren, geldt alleen voor hoogopgeleide migranten, de rest gaat via het afvoerputje. Met de massaontslagen van de jaren tachtig kwamen deze migranten op straat te staan, ze zochten hun heil in café of moskee. Ze werden vergeten. En nu het vaste contract een historisch object is geworden, hoeven werkgevers zich al helemaal niet meer te bekommeren over de lange termijn voor de arbeidskrachten. De arbeider van nu kan een trap onder zijn kont krijgen.
Geperverteerde arbeidsmarkt
Het recente rapport van de Arbeidsinspectie laat zien hoe geperverteerd onze arbeidsmarkt is geworden. ‘De baten van de arbeidsmigratie komen veelal bij de werkgevers terecht, terwijl de samenleving de kosten draagt’, tekende de NOS op. Omdat we zo graag onze asperges willen eten, zetten arbeidsbureaus knokploegen in om migranten te dwingen zich aan de huurregels te houden. Ze moeten belachelijk hoge huren betalen voor krakkemikkige kamers. Ze worden vroeg opgehaald, uit het zicht van ons kritische oog, en ’s avonds laat thuisgebracht, op locaties waar u en ik nooit zullen komen. Er is weinig veranderd sinds de tijd van mijn vader, die in pensions hokte met zes, zeven man, overgeleverd aan de grillen van de verhuurder.
De inspectie stelt voor om de arbeidsmigratie aan banden te leggen. Maar waar dit land behoefte aan heeft, is een gezonde arbeidsmarkt waar mensen fatsoenlijk worden beloond met perspectief op positieverbetering. Werkgeversorganisaties hebben geen behoefte aan een moreel kompas, wetende dat Den Haag hen tegemoet komt, want de economie moet draaien. In die zin is het protest van de bagagedragers op Schiphol meer dan een staking voor meer loon. Het is een protest voor alle arbeiders die in dit land vermorzeld worden door de kongsi van werkgever, uitzendbureau en onroerendgoedmaffia.
Abdelkader Benali (1975) is schrijver. In 1996 debuteerde hij met ‘Bruiloft aan zee’, in 2003 won hij de Libris Literatuur Prijs voor zijn roman ‘De langverwachte’. Om de week schrijft hij voor Trouw een column. Lees ze hier terug.