OpinieCorona en economie

Coronasteun aan het bedrijfsleven is prima te verdedigen

null Beeld

Alle burgers profiteren van overheidsrestricties die de besmetting indammen. Het is daarom rechtvaardig als wij ook allen bijdragen om de schade te beperken van de door die restricties getroffen bedrijven, stelt hoogleraar economie, onderneming en ethiek Johan Graafland van de Tilburg University.

Johan Graafland

Nu de besmettingen met Covid-19 weer toenemen, nemen ook de zorgen voor de economische schade opnieuw toe. Wanneer de overheid meer restricties oplegt aan bedrijven, zouden vele alsnog failliet kunnen gaan. Daarom klinkt het pleidooi om de overheidssteun aan het bedrijfsleven onverminderd voort te zetten.

Als econoom juich ik dat, evenals hoogleraar Dirk Bezemer (Opinie, 6 oktober), toe. Als de overheid door meer overheidsschuld kan voorkomen dat bedrijven het loodje leggen en de werkloosheid sterk toeneemt, levert dat een grote bijdrage aan het algemeen welzijn. Maar als ethicus die de rechtvaardigheidsethiek hoog in het vaandel heeft, rijst bij mij ook een vraag: hoe rechtvaardig is het dat de overheid de lasten van de economische schade van de coronacrisis op zich neemt?

Ik stel deze vraag ook als werknemer in de publieke sector. Sinds de vorige crisis in 2008 heeft de overheid haar schuld teruggedrongen door een kaalslag op de publieke sector. Terwijl de werkdruk enorm gestegen is, is mijn salaris in koopkracht in tien jaar tijd vrijwel constant gebleven. Vergelijk dat eens met de winstgevendheid van het bedrijfsleven. Maar nu het bedrijfsleven klappen krijgt, is daar de roep om overheidsgeld royaal uit te geven. Hoe rechtvaardig is dat? Tien jaar lang de publieke sector uitknijpen om het uitgespaarde geld vervolgens met tientallen miljarden tegelijk te gebruiken om het bedrijfsleven te steunen.

De hoek waar de overheidsrestricties het meeste pijn doen

Toch is er vanuit de rechtvaardigheidsethiek misschien wel een goede reden voor de overheidssteun aan het bedrijfsleven. Als je een bedrijf in de horeca hebt, heb je gewoon de brute pech dat uitgerekend jouw bedrijf in de hoek zit waar de overheidsrestricties het meeste pijn doen, terwijl je aan het uitbreken van de coronacrisis niks hebt kunnen doen.

Sommige rechtvaardigheidsethici stellen dat het rechtvaardig is als mensen compensatie krijgen als ze door brute pech getroffen worden. Iets is brute pech als iemand redelijkerwijs niets had kunnen doen om het te voorkomen.

Deze stroming van zogenaamde geluksegalitaristen beschouwt de welvaartsstaat als een gigantisch verzekeringsbedrijf dat alle burgers verzekert tegen brute pech. Maar toch is dit voor mij nog geen afdoende reden voor compensatie van de schade door Covid-19. Als de buurman getroffen wordt door de bliksem, acht men de overheid toch ook niet gehouden om de economische schade die de buurvrouw en haar gezin treft, te vergoeden?

Deze bedrijven leveren een bijdrage aan de gezondheid

Maar in het geval van Covid-19 speelt nog een factor die wellicht wel een rechtvaardiging biedt voor verdergaande overheidssteun: bedrijven die zich houden aan de lockdown-maatregelen leveren daardoor een bijdrage aan het publieke goed van de algehele gezondheid.

Covid-19 creëert enorme, negatieve externe effecten vanwege het besmettingsgevaar dat besmette mensen voor anderen vormen. Omdat wij als burgers allen profiteren van overheidsrestricties die het besmettingsgevaar indammen, is het rechtvaardig dat wij allen ook bijdragen om de schade van bedrijven die daardoor getroffen worden te beperken.

Dat is een argument dat ook mij als werknemer in de publieke sector overtuigt. Maar laten wij na 2021 niet weer de fout maken dat de publieke sector voor een periode van tien jaar op een houtje moet bijten vanwege bezuinigingen.

De overheid moet dan zo moedig en rechtvaardig zijn de belasting te verhogen om de staatsschuld weer terug te dringen, ook als dat misschien ten koste gaat van de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven.

Lees ook:

Liever investeren dan mopperen over een oplopende staatsschuld

Zowel jonge liberalen als financieel experts vrezen dat de overheid nu te veel geld uitgeeft. Maar het is een schadelijke misvatting dat staatsschulden gevaarlijk zijn, schrijft hoogleraar economie Dirk Bezemer van de Rijksuniversiteit Groningen. De overheid moet juist investeren.

Laat de nieuwe generatie niet het kind van de rekening worden

Wees zo moedig om in eigen vlees te snijden in plaats van te strooien met geleende miljarden. Door de moeilijke keuzes te vermijden zet de regering opnieuw jongeren in de kou, menen Rick Oudshoorn en Hilde Wendel, voorzitter en aankomend voorzitter van de JOVD.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden