Column
Consequent tot bij de duivel
Jede Konsequenz führt zum Teufel. Zei Luther, of Goethe of Bertold Brecht. En die konden het weten. Alleen wie de duivel zoekt, aanvaardt de uiterste consequenties van zijn opvattingen en voert die uit. Ieder ander verkiest inconsequent te zijn boven de weg van het geloof ten einde te gaan.
Op een moment keert de uiterste consequentie zich tegen de eigen overtuiging. Het doet er niet toe hoe die overtuiging luidt. Of het een boodschap is van vrede of geweld. Of het een systeem is van insluiting of uitsluiting. Of het de markteconomie verdedigt of de sociale verzorgingsstaat. Of het een religie is of een politiek ideaal.
Elk geloof herbergt het kwaad. Vroeg of laat overschrijdt een mens met het Gedachtengoed van de Grote Leider in de hand de grens. Vliegt hij de Twin Towers in. Of zwaait hij het zwaard van een Tempelier. Of volgt ze het hyperegoïstische nietsontziende radicaal rechtse machtsdenken van Ayn Rand.
Er zijn omstandigheden waarin je grens wordt verlegd tegen je zin. Uit verzet tegen de nazi's overschreden mensen grenzen die ze in andere tijden zouden eerbiedigen. De 'teuflische Konsequenz' van het nazi-denken riep een navenante reactie op. De gewelddadigheid van de Rote Armee Fraktion, uiterste consequentie van linkse opvattingen die zichzelf de reactie noemden op het rechtse denken van sommige naoorlogse Duitse politici, riep weer een reactie op die de gevangenen van Stammheim een extra streng regime oplegde. Het een lokt het ander uit.
De escalatie van het actie-reactiepatroon is niet te stoppen. Het conflict tussen Israël en de Palestijnen reikt terug tot in Bijbelse tijden. Wie eenmaal 'en route' is naar de uiterste consequentie van de eigen opvattingen - door wie of wat dan ook daartoe gebracht - kan de weg terug moeilijk vinden. De duivel staat aan het eind met open armen te wachten tot het idee zich in zijn omhelzing verandert in zijn tegendeel. Wat als goed en heil-zaam werd gezien, wordt vernietigend en zelfdestructief.
Er is een moment in elk denken waarop de laatste hoek wordt omgeslagen en de duivel in zicht komt. Er is een moment waarop elke overtuiging een kristallijnen hardheid krijgt, onwrikbaar wordt, twijfel uitwist en het leven ondergeschikt maakt aan de dood. Er is een moment waarop ideeën geen spiegel meer zien, niet meer openstaan voor de wegen die anderen bewandelen en het recht op een andere weg erkennen.
Er is een moment waarop alleen macht geldt. Er is een moment waarop beweeglijkheid en compassie stollen. Er is een moment waarop vertrouwen en uitwisseling worden veracht. Er is een moment waarop woorden daden zijn. Er is een moment waarop de ander verdwijnt in de triomf van het ik. En daar staat de duivel. Hij lacht. Hij is Der Geist der stets verneint.
Politieke opvattingen heb ik zien veranderen van een ernstig spel, dat volgens bepaalde regels van openheid en vertrouwen met hartstocht werd gespeeld, in keiharde, gesloten ideologieën. Politici verschansen zich in het eigen gelijk en vuren dodelijke schoten af op alles wat anders is. Maar wat is een opvatting of een geloof meer dan een voorlopig idee over hoe het werkt of moet werken in de samenleving?
Waar moet een overtuiging net als een wetenschappelijke theorie anders door worden gedragen dan door de bereidheid tot een ander inzicht te komen, indien de feiten daartoe aanleiding geven? Hoe kan een democratie functioneren zonder de bereidheid ongelijk te erkennen? Wie zichzelf niet meer ter discussie stelt, is op weg naar de duivel.
Zelfkritiek vergt meer moed dan zelfoverschatting. Degene die twijfelt is niet de lafaard, maar degene die zeker is. Degene die zoekt is rijker dan wie gevonden heeft. Meer dan over de economische crisis maak ik me zorgen over het verpeste politieke klimaat in Nederland, Europa, de wereld. Het spel van overtuigen en argumenteren wordt een botsing van onwrikbare stellingen, die niets oplossen.