ColumnJames Kennedy
Christelijk nationalisme in verkiezingsstrijd kan gevaarlijk zijn
Ron DeSantis, gouverneur van Florida, gaat de strijd aan met partijgenoot Donald Trump. Naar verwachting stelt hij zich volgende week kandidaat voor het presidentschap namens de Republikeinen. Maar of DeSantis kansrijk is, is onzeker. Het is niet eens duidelijk of hij rechts of links van Trump staat. Waarschijnlijk is dat opzet om Trump minder munitie te geven voor kritiek. Want die nam de nieuwe anti-abortuswet van Florida (geen abortus na zes weken zwangerschap) al onder vuur, waarschijnlijk vooral omdat zijn rivaal DeSantis die heeft goedgekeurd.
DeSantis lijkt niet veel vromer te zijn dan Trump, hoewel de katholieke zuiderling de Schriften iets beter lijkt te kennen. ‘Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen van links’, riep hij toehoorders onlangs toe, waarin ‘de duivel’ vervangen werd door zijn politieke vijanden. Dat ligt in de lijn van zijn eerdere zelfpromotie, waarin hij beweerde dat God op de achtste dag DeSantis schiep omdat hij een ‘vechter’ nodig had. Af en toe verwijst hij naar de bijbel en de Almachtige, maar zonder veel traditionele eerbied.
Dit valt samen met een aanzwellende discussie in de VS over de opkomst van ‘christelijk nationalisme’ waar zowel DeSantis als Trump voorstanders van zouden zijn. Maar ik vind het maar een vaag begrip. Wat houdt christelijk nationalisme in? En in hoeverre zou ik me er zorgen over moeten maken?
De meeste conservatieve Amerikaanse gelovigen noemen zichzelf niet christelijk-nationalistisch. Slechts 5 procent zou zich ermee kunnen identificeren. De meeste Amerikanen hebben niet eens van dit begrip gehoord. Enkelen lopen voorop en proberen woorden te geven aan deze nieuwe identiteit. Zo schreef de invloedrijke nationalist Stephen Wolfe in zijn The Case for Christian Nationalism dat christenen moeten werken aan het opbouwen van een hechte christelijke natie, waarin onder anderen niet-christenen bepaalde politieke rechten worden ontzegd en ‘aartsketters’ de doodstraf zouden kunnen krijgen.
De meeste Amerikanen met conservatieve ideeën deinzen hiervoor terug. De invoering van een theocratie staat niet hoog op hun prioriteitenlijst. Daarmee kun je natuurlijk niet ontkennen dat zij er denkbeelden op na kunnen houden die bestempeld kunnen worden als christelijk-nationalistisch.
Wetenschappers hebben daar definities aan proberen te geven, zoals het geloof dat de scheiding van kerk en staat minder absoluut hoort te zijn, dat religieuze symbolen in de publieke ruimte moeten worden toegestaan, dat openbare scholen de dag openen met gebed. En ook dat de federale overheid christelijke waarden moet propageren.
Maar wie zijn die Amerikanen die daar bevestigend op antwoorden? Dat zijn in de eerste plaats zwarte Amerikanen, die zeker niet de meest rechtse kiezers zijn in de VS. De vooraanstaande katholiek Kenneth Woodward keerde zich resoluut tegen een aantal stellingen die zouden horen bij christelijk nationalisme, zoals de stelling ‘Het succes van de VS is onderdeel van Gods plan’. Maakt hem dat tot een aanhanger van het christelijke nationalisme? Hij vond zelf van niet.
Desondanks is er zeker een probleem. In een mooi artikel in The New Yorker bespreekt journalist Kalefa Sanneh hoe uitingen die te maken hebben met christelijk nationalisme feller lijken te zijn naarmate christenen in de VS een kleiner deel van de bevolking zijn geworden. Voorstanders zoals Wolfe zijn theologisch goed onderlegd, maar over het algemeen kun je stellen dat de nadruk meer ligt op het behoud van een bepaalde cultuur, waarin wit nationalisme een belangrijke rol speelt, dan op het herstel van het christelijk geloof.
Christelijk nationalisme wordt echt gevaarlijk wanneer christelijke spiritualiteit wordt gemengd met complotdenken over virussen en George Soros – en waar kiezers en kandidaten verkiezingsuitslagen alleen aanvaarden als zij die hebben gewonnen. Deze giftige mix is precies wat je ziet in de ReAwaken America Tour, een reizende show die te bezoeken is in allerlei megakerken en onlangs in een Trump-resort. Betrekkelijk weinig Amerikanen zullen de claims in deze tour voor zoete koek slikken, maar er hoeft maar weinig te beklijven om het hele politieke klimaat te verzieken.
James Kennedy is een Amerikaanse historicus verbonden aan de Universiteit Utrecht. In Trouw geeft hij om de week zijn visie op de Nederlandse samenleving. Lees hier meer columns van James Kennedy.