OpinieBrief van de hoofdredactie
Censuur van ‘blank’ absoluut niet, maar context doet ertoe
Op het redactiesecretariaat van Trouw is een nieuwe, jonge collega begonnen. Daar komen veel mails (en brieven) binnen, bestemd voor deelredacties en de hoofdredactie. Deze week kwamen er dagelijks veel mails voor mij: boze, opgewonden, geïrriteerde en soms ook vileine mails.
Waarom blank toch een veel betere aanduiding was voor een witte huid, dat blank toch echt een neutrale aanduiding was, dat Trouw censuur toepast op ingezonden brieven, dat de krant ‘extremistisch links doorgeslagen woke’ was geworden en nog vele andere typeringen. “Ik ben wel een beetje geschrokken van al die boze mails’’, zei de nieuwe collega. “Willen die mensen dan die andere kant niet zien?’’ Zij is half Surinaams, zoals ze zelf zegt. Wit is voor haar een normale aanduiding voor de medemens.
Met mijn stukje van vorige week, waarin ik beschreef dat het woord blank uit de mode is geraakt, beroerde ik een gevoelige snaar. U als lezer reageerde massaal, andere media schreven erover en uiteraard trok Twitter ook even de wc door.
Onze columnisten bemoeiden zich ermee. ‘Taalverandering met verlostangen en hakbijl afdwingen moet worden bestreden. Als men hieraan toegeeft is het afglijden naar het steriele inferno van het extreemlinkse wokisme nabij’, schreef Ephimenco met zijn gebruikelijke opwinding, verwoord in prachtige, alarmerende zinnen.
Buurman-columnist Stevo Akkerman beschreef, zoals vaak, de andere kant. ‘Blank heeft de connotatie van ‘rein, onbezoedeld, zuiver’. En belangrijker nog: als het om het categoriseren van mensen gaat – altijd hachelijk – is het woord blank onlosmakelijk verbonden aan de tijd waarin de koloniale Europeanen meenden dat hun ras superieur was aan alle andere’, schreef hij.
Antiracistische reflex
Taalexpert Ton den Boon betreurde in zijn taalrubriek deze discussie. ‘In plaats van ‘blank’ terug te veroveren, gooien weldenkende mensen dit woord nu in een goed bedoelde antiracistische reflex voor de wolven door het in de ban te doen. Dat helpt niet tegen racisme of racisten, maar zo wordt ‘blank’ wel hún woord: een besmet woord, zelfs als het argeloos wordt gebruikt of in oudere literatuur wordt aangetroffen.’
Laat ik vooropstellen dat ik het effect van mijn stukje van vorige week zeer heb onderschat. Met enige argeloosheid beschreef ik een praktijk die al sinds jaar en dag vrijwel gemeengoed was op onze redactie en bij veel andere media. Een praktijk die zo rond 2008 begon toen, zoals Stevo Akkerman in zijn column beschreef, een zwarte collega dit aanhangig maakte. Dus lang voordat woorden als woke, wokisme of wokies in zwang kwamen als duiding, maar vooral als scheldwoord.
Trouw past censuur toe op lezersbrieven als het woord blank in wit wordt gewijzigd, zo luidt de kritiek. Dat lijkt mij overdreven als met blank en wit hetzelfde wordt bedoeld. En als niet hetzelfde wordt bedoeld dan laten we blank staan, zoals u deze week heeft kunnen lezen in columns en brieven.
Ik kan me ook heel goed voorstellen dat als je opgevoed bent om blank als typering te gebruiken en dat ook je hele leven doet zonder bijbedoelingen, een verandering verzet kan oproepen.
In ieder geval ben ik zelf zo opgevoed, maar ik leerde later ook dat medemensen in een respectvolle omgang met elkaar de voorkeur hebben voor een ander woord. Omdat, zoals Stevo Akkerman schrijft, ‘context ertoe doet’. Mijn collega op het redactiesecretariaat stelt het in ieder geval zeer op prijs.
Trouw-hoofdredacteur Cees van der Laan schrijft wekelijks over de discussies op de redactie en de keuzes van de krant.