OpinieKinderrechten
Bescherm kinderen op de vlucht, het zijn er meer dan ooit
Met het kinderrechtenverdrag is veel bereikt, maar er zijn grote zorgen over geweld, mentale gezondheid en stateloosheid, zegt Unicef-directeur Henrietta Fore.
Dertig jaar geleden, tegelijk met grote veranderingen in de wereldorde – de val van de Muur, de afschaffing van de apartheid, de ontwikkeling van internet – verenigde de wereld zich om de rechten van kinderen beter te beschermen. De ondertekening van het Verdrag voor de Rechten van het Kind in 1989 was een historisch moment van eensgezindheid. Het gaf vele ouders de hoop op een beter leven voor hun kinderen.
Sindsdien is er veel gebeurd. Het aantal kinderen dat niet naar de basisschool gaat is met 40 procent afgenomen. Het aantal kinderen met chronische ondervoeding is met 100 miljoen gedaald. Kwamen er dertig jaar geleden elke dag duizend nieuwe poliopatiënten bij, dat aantal is inmiddels met 99 procent verminderd. Allemaal dankzij fantastische vooruitgang in de wetenschap en inzet uit de hele wereld.
Maar nog altijd belemmeren armoede en discriminatie miljoenen kinderen. Elke dag sterven 15.000 kleine kinderen aan oorzaken die te voorkomen zijn. Het aantal obese kinderen en gevallen van anorexia stijgt alarmerend. Door conflicten lopen kinderen gevaar en is hun toekomst onzeker. Het klimaat verandert, ongelijkheid groeit. Meer kinderen dan ooit zijn op de vlucht.
Plekje in de schoolbanken
Na dertig jaar Verdrag van de Rechten van het Kind moeten we ook vooruitkijken. Ondanks alle vooruitgang zijn er grote bedreigingen voor kinderen.
Eén op de vier kinderen groeit op in oorlogs- of rampgebied. Velen – 75 miljoen nu al – misten daardoor jaren onderwijs en verloren hun dromen voor de toekomst, hun ambitie. Dat is niet alleen een persoonlijk verlies, maar van invloed op de hele samenleving.
Toch zie ik hoop. Op veel plekken kunnen vluchtelingen naar school. Bijvoorbeeld in Libanon, waar honderdduizenden kinderen naartoe vluchtten vanwege de oorlog in Syrië. Zij kregen een plekje in de schoolbanken en tegelijk werd het Libanese schoolsysteem structureel verbeterd. Digitale ontwikkelingen maken dat we nog meer kunnen doen. We werken aan een digitaal platform dat onderwijs mogelijk maakt, waar kinderen ook zijn.
Een tweede grote zorg is dat het aantal jongeren met mentale gezondheidsproblemen stijgt, al dertig jaar lang. Want hoewel tieners tegenwoordig minder roken, minder drinken en minder in problemen komen dan eerdere generaties, blijft het een kwetsbare groep. Suïcide is de derde doodsoorzaak onder tieners. In lage- of middeninkomenslanden schiet de zorg het meest tekort, maar ook rijkere landen slagen er nog niet in dit probleem afdoende aan te pakken.
Er moet meer aandacht komen voor mentale gezondheid, zowel wat behandeling als preventie en vroegtijdige herkenning betreft. Te vaak voelen jongeren een drempel in het zoeken van hulp. Gelukkig begint dit taboe af te nemen en zie ik jongeren initiatief nemen in het vergroten van bewustzijn rond dit belangrijke thema. We voeren wereldwijd campagnes om het gesprek over mentale druk op scholen te stimuleren. In Nederland doen we er, samen met jongeren, onderzoek naar.
Vluchten als noodsprong
Ook maak ik me zorgen over kinderen op de vlucht, dertig miljoen zijn het er op dit moment. Migratie is van alle tijden, maar voor te veel mensen is vluchten een noodsprong, geen weloverwogen keus voor een beter leven. Dus zien we dat tienduizenden kinderen alleen of met familie kiezen voor illegale, gevaarlijke routes met grote risico’s op misbruik, uitbuiting en overlijden onderweg. Het is van het grootste belang dat hun rechten worden beschermd, waar ze ook zijn. Wij vragen regeringen om tijdens de asielprocedure het belang van kinderen voorop te stellen, gezinnen bij elkaar te houden en kinderen nooit vast te zetten.
Want zolang de grondoorzaken voor migratie niet worden aangepakt, zullen mensen blijven vluchten – en hun kinderen meenemen. De veiligheid in de gebieden waar ze vandaan komen moet beter, onderwijs moet toegankelijker worden en de kans op werk, op een toekomst groter. Ons project Generatie Unlimited helpt jongeren in Jordanië door ze skills te leren om een eigen onderneming op te zetten. In Zuid-Afrika krijgen kansarme tienermeiden mogelijkheden met opleiding en stages. En ik maak me grote zorgen omdat een kwart van de kinderen die vandaag geboren wordt – bijna 100.000 baby’s – geen officieel geboortecertificaat heeft. Kinderen van stateloze ouders, uit vervolgde gemeenschappen, of simpelweg omdat ze te arm zijn of afgelegen wonen. Zonder formele erkenning krijgen zij geen toegang tot gezondheidszorg, onderwijs of andere overheidsdiensten. Zij kunnen jong worden uitgehuwelijkt, moeten gevaarlijk werk doen of worden door het leger gerekruteerd. Schrijnend voorbeeld zijn de tienduizenden kinderen van buitenlandse strijders in Syrië. Zij lopen het risico stateloos op te groeien, onzichtbaar voor de autoriteiten. Alsof je nooit bestaan hebt.
Legale identiteit
Het registreren van kinderen bij hun geboorte is de eerste stap op weg naar de erkenning van hun rechten. De VN wil dat per 2030 ieder mens een legale identiteit heeft. Om dit te bereiken steunen wij regeringen praktisch en technologisch. We dringen er ook bij lidstaten op aan zich extra in te spannen voor de bescherming van kinderen op de vlucht en voor kinderen van buitenlandse strijders. Daar zijn ze volgens het kinderrechtenverdrag toe verplicht: het zijn immers allereerst kinderen.
Deze zorgen zijn groot, maar ik heb hoop. En mijn grootste reden om hoop te hebben zijn de kinderen en jongeren van vandaag, vanwege de roep om actie die zij uiten en de kracht die ze hebben om de wereld om hen heen te vormen. Net zoals de kinderen van 1989 intussen leiders zijn geworden, zijn zij de leiders van de toekomst. Zij inspireren ons. Wij willen samen werken aan oplossingen. Om een betere toekomst te bouwen voor hen en voor de wereld, die straks van hen is.
Dit zijn delen uit de open brief van Unicef-directeur Henriette Fore die vandaag wordt gepubliceerd in aanloop naar de viering van 30 jaar Verdrag van de Rechten van het Kind op 20 november. Voor de volledige brief in het Engels, zie hier.
Lees ook:
Zorgen om ondervoede kinderen in kamp Ain Issa
Volgens de kampmanager is het er ongevaarlijk. Maar Belgische bezoekers schetsen een ander beeld.
De vluchteling is nog even slecht af als in 1938
In haar boek ‘Niemand wil ze hebben’ schetst Linda Polman een onthutsend beeld van Europa’s omgang met vluchtelingen. ‘Ik schrijf niet om de lezer zich goed te laten voelen.’
De minister moet persoonlijk ingrijpen en investeren om meer jongeren als ‘Anne’ te helpen
De minister moet persoonlijk ingrijpen en investeren om meer jongeren als ‘Anne’ te helpen, reageert Lisa Westerveld op het verhaal van Anne die dertien is en al maanden wacht op een behandeling voor haar eetstoornis.