Lezersreacties
Bent u meer brieven gaan schrijven, vroegen we. ‘Het is over en weer inleven in een andere wereld’
Of u meer echte brieven bent gaan schrijven in deze coronatijd, vroegen we u. Dat idee kregen we na de ontvangst van onderstaande brief van Jan Olthaar uit Vorden, die met zijn kleindochter een briefwisseling begon. Net als hij ging u de afgelopen periode meer schrijven, zo bleek uit de vele reacties die we binnenkregen.
Hoe kom ik deze ‘stille’ periode zo goed mogelijk door? Dat vroeg ik me af als alleenstaande oudere man. Nu heb ik gelukkig veel hobby’s, zoals het verzamelen van postzegels en niet te vergeten mijn kleine volkstuin, die het ondanks de droogte goed doet. De eerste spinazie heb ik al geoogst. In mijn omgeving kijken veel mensen naar mij om: uit de kerk, uit vriendengroepen en de kinderen en kleinkinderen komen af en toe langs en bellen geregeld. Maar dat neemt niet weg dat ik mij weleens alleen voel. Gelukkig heb ik mijn kleindochter Maria. Zij studeert in Amsterdam Communicatiewetenschappen. Zij is ook zelf erg communicatief. Aan het begin van deze coronaperiode vroeg ze mij het adres van het verpleeghuis waar mijn vrouw werd verpleegd toen zij te maken kreeg met dementie. Maria zei: “Ik wil deze instelling een kaartje sturen ter bemoediging”. Dat deed zij getrouw.
Een poosje later kwam ze met het idee om met mij een briefwisseling op te zetten, vergezeld van een positief stukje uit de krant. Dit viel bij mij in goede aarde. Niet lang daarna ontving ik haar eerste brief. Maria had hem in een speciale enveloppe gedaan, die ze eerder als cadeautje van oma had gekregen. ‘Mooi hè, die zwaluwen. Echt iets voor oma, die hield zo van mooie vogeltjes’, schrijft ze. De brief bevatte verder twee korte artikelen. Een over de huisnummering in Utrecht, waar Maria is geboren, namelijk 37 bis; met de verklaring wat ‘bis’ eigenlijk betekent. Het tweede artikel gaat over stadskinderen die het boerenleven verkennen. Ik heb deze brief beantwoord met een artikel over hoe een schoolklas ergens in de Achterhoek het coronavirus beleeft. Daarmee is de aftrap van de wederzijdse correspondentie een feit. De combinatie van een artikel met telkens ons persoonlijke commentaar, maakt deze uitwisseling zo bijzonder. Ik stuur Maria een artikel uit mijn dagblad Trouw over een nieuwe woordenschat, juist in deze coronaperiode. Nieuwe woorden zoals coronababy, lockdown, besmettingscurve. Zo valt er wekelijks een brief op de mat van mijn kleindochter. Met haar brieven vrolijkt ze mijn eenzame momenten echt op. Bovendien komt dit onze relatie ten goede. Het is over en weer inleven in een andere wereld.
Jan Olthaar, Vorden
Zelfgemaakte kaarten
In deze tijd van ‘social distancing’ probeer ik de afstand te verkleinen door kaarten te sturen. Vaak zelfgemaakt en soms met een pakketje zelfgebakken koekjes erbij. Voor oma die net voor de coronacrisis weduwe is geworden. Ze vindt het moeilijk om alleen te zijn en mist haar man en familie.
Ik stuur kaarten naar mijn schoonzus en zwager, die een jaar terug vanuit het buitenland naar Nederland zijn geëmigreerd. Ze missen hun land en familie. Zelf ontvang ik kaarten van vrienden. Altijd met een mooie boodschap.
Rien Leuvenink, Groningen
Wie schrijft, die blijft
In deze tijd heb ik er een gewoonte van gemaakt ’s ochtends na het ontbijt aan mijn bureau te gaan zitten en te schrijven. Aan kinderen, kleinkinderen; een verjaardagsbrief voor een broer/zus, een vriend; een brief ter bemoediging voor vrienden met verdriet. De respons is niet groot, dat hoeft ook niet, het geeft míj voldoening en ik denk dat de ontvangers het waarderen. Wie schrijft, die blijft.
Bram Wildeman, Batenburg
Bewaren voor later
Ik vertel weleens aan mensen dat ik mijn oma brieven schrijf. Hun reactie is dan vaak: ‘Brieven? Jij weet toch helemaal niet meer wat dat zijn op jouw leeftijd?’ Nou, wel dus. En ik schrijf altijd met groot plezier. Het gevoel van een brief in de bus, en vooral dat iemand dus ook de moeite heeft gedaan om jou te schrijven, is heel speciaal en doet zo veel meer dan een HGH (hoe gaat het)-appje. Alle brieven worden ook bewaard zodat ik ze later nog kan teruglezen. Vooral die uit deze coronatijd zijn straks extra bijzonder.
Daniel Traas (17), Zutphen
Verlost van schaamte
Vorige maand liet ik me opnemen op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis vanwege een zware depressie. Dit alles was nieuw voor mij. Bezoek was door corona nauwelijks tot niet mogelijk. Schrijven bleek de oplossing voor mij. Ik ben in eerste instantie aan mezelf gaan schrijven, van me af gaan schrijven. Later volgden brieven aan familie en vrienden. Toen ik verlost was van mijn eigen schaamte en stigma, schreef ik aan iedereen die het lezen wilde. Wat een bijzondere en intense reacties heb ik mogen ontvangen!
Ester Vissers, Hilvarenbeek
Ook niet naar school
Als 80-plus-oma schrijf ik met een zekere regelmaat ‘brieven aan mijn jonge kleinkinderen’ (14, 13, 10, 8 en 5 jaar). Hierbij een passage uit een recente brief: “Het is nu ‘coronatijd’ en jullie kunnen niet naar school. Het doet me denken aan het laatste oorlogsjaar. Naar school was er voor ons toen ook niet meer bij. Het was winter: een echte winter met sneeuw, vorst en snijdende wind. Centrale verwarming was er niet en kolen voor de kachels kregen de scholen niet meer. Zo aan het eind van de oorlog eisten de Duitsers bijna alles op. Ik (tien jaar) ging twee keer per week een paar uur ‘naar school’. Eén middag waren we bij de meester thuis. En de tweede middag zaten we op lange banken rond de enorme oven van een bakkerij. De oven was nog warm. En dat niet alleen, de hele bakkerij was warm. Heerlijk was dat! Geen koude voeten. De bakker liet ook een paar kannen thee achter. We kregen een bekertje en daarna gingen we tevreden aan het werk. Als je slaperig werd van de behaaglijke warmte draaide de meester lachend je oor om: ‘Wakker worden!’ Zo’n bakkerij was best bijzonder. Je zag er de geheimen van het brood bakken. Dag allemaal, tot de volgende brief, oma.”
Els Brouwer-Elfferich, Zeist
Coronaboekje
Coronatijd schrijftijd! Meteen stelde ik mijn veertienjarige kleindochter voor: ‘Zullen we elkaar brieven gaan schrijven, met de hand en postzegel?’ Ze dacht er even over na, en appte: ‘Nee, dat lijkt me helemaal niet leuk’. ‘Dan maak ik een coronaboekje voor jou en je broertje’, appte ik terug.
Het is zo fijn om op al die momenten dat het contact er niet is, toch mijn gedachten en gevoelens met hen te kunnen delen. Het voelt als historisch documentje. Ik maak van de gelegenheid gebruik om waarden te benoemen, die ik belangrijk vind. Onder normale omstandig-heden zou het daar niet zo snel van komen! Ik schrijf net hoe ik het wil. Met vlagen, soms bijna dagboekachtig en merk hoeveel ik van deze kinderen hou. Ze zijn belangrijk voor me, en ik schrijf dat graag en vaak op!
Pien Claassen, Aalsmeer
Praatje bij een plaatje
In deze coronatijd schrijf ik brieven aan mijn vader die in een verpleeghuis woont. Ik plak ingescande dia’s in een Word-document en ik schrijf er herinneringen bij: een praatje bij een plaatje. Het gaat over vakanties, wandelen langs het strand; een dagje uit naar Madurodam waar alle ouders staan en mijn vader gehurkt mijn broertje en mij vertelt wat er te zien is; over de tuin van zijn ouders, mijn opa en oma; over voorlezen, leren lezen en nog steeds graag lezen. Af en toe krijg ik een briefje terug en laat hij weten blij te zijn met de brieven.
Irene Stok, Amersfoort
Mijn vijftig vrouwen
Schrijf een brief aan ‘de vijftig vrouwen uit je leven’. Een confronterend en uitdagend project. Elke dag één. Vertel wat ze voor je betekenen en waarom. Van Sjoeke (98, huishoudster in ons ouderlijk huis) tot kleindochter Jasmijn. Verder een zee aan mogelijkheden: lagereschool-liefdes, onbereikbare meisjes uit puberteit en studie, vriendinnen zonder erotische bijgedachten, vrouwelijke ouderlingen, het meisje van de Jumbo, alles wat je in je dromen tegenkomt en zeker die ene geheime grote liefde. Natuurlijk tactisch de verplichte nummers: zuster, dochter, schoonmoeder. Versturen in eigengemaakte enveloppen. Je weet niet wat je terugkrijgt! Wel handig is een partner die denkt: laat hem maar, hij is van de straat.
Rieks Hoogenkamp (man), Culemborg
Kunst van het schrijven
Gunst, brieven schrijven: herontdekte kunst. Ik ben een fan van de pen en ‘kiek, ’t is oak goed voor de motoriek’! E-mailen gaat vervelen: woorden die je niet vast kunt pakken, tegen het licht kunt houden. Daarom nu: met een praatje op naar de brievenbus. Geduldig slokt hij de woorden naar binnen, de reis van de brieven gaat beginnen. Ze gaan naar mijn zussen: Driebergen, Staphorst en Terneuzen, naar vrienden in Zeist en Amsterdam en ongehoord: ook naar Amersfoort. Het gaat over ditjes en datjes, koetjes en kalfjes, liefde en liefdeszaken, alles wat harten raakt in deze tijd van herontdekte schrijversvlijt.
M.N.G. van Oortmerssen, Vught
Diepere gedachten
De afgelopen weken zijn mijn beste vriendin en ik begonnen met schrijven. We staan beiden midden in ons studentenleven, maar zijn nu weer ‘thuisthuis’. In de rust en stilte die thuiszitten ons brengt, begon het te kriebelen. Triviale zaken die we normaal bespraken tijdens een kop koffie delen we via de telefoon met elkaar. Maar, in onze brieven schrijven we diepere gedachten en ideeën op. Het brengt een stukje bezinning en geduld in onze vriendschap, die (ook post-corona) van blijvende waarde is.
Saloua van Roeden, Utrecht
Waspost
Mijn vriend Niels woont in een verzorgingscentrum. Het gebouw is achtergelaten door scheepswerf De Schelde, in Vlissingen. Het is gerestaureerd en het heet nu Scheldehof. Veel van het gebouw herinnert aan vroeger, zoals de enorme stalen deuren waar scheepsdelen doorheen konden.
Die deuren houden nu Niels tegen. Hij mag het gebouw niet uit en van buitenaf mag niemand er in. Niels heeft Parkinson, maar is nog goed bij de tijd en zijn humor heeft hem niet in de steek gelaten. Mijn brieven zijn daarom licht van toon en hij krijgt ze samen met de schone was die zijn vrouw hem wekelijks bezorgt.
Sjaak van der Linde, Vlissingen