De bieb zorgt voor een onmisbare sociale infrastructuur, die mensen sterker maakt. Wees daar zuinig op, zegt Bart Brouwers, hoogleraar journalistiek aan de RUG.
Het kán niet dat er op rijksniveau meer dan 10 miljard euro overblijft, terwijl wij moeten nadenken over het sluiten van zwembaden en bibliotheken, zo zei G40-voorzitter Paul Depla op Prinsjesdag. Maar niet alleen moeten de bezuinigingen op bibliotheken stoppen, de bieb verdient juist méér steun. Niet alleen vanwege het belang van geletterdheid en kennisopbouw, maar ook als wapen tegen sociaal isolement en criminaliteit.
Elk boek, elk tijdschrift, elke krant in de bibliotheek is online te vinden; met een beetje handigheid van de zoeker vaak nog gratis ook. Dat is geen nieuw gegeven maar het vormt, impliciet of expliciet, een van de belangrijkste argumenten om de functie van de bibliotheek in de 21ste eeuw in twijfel te trekken. Ten onrechte. Het is zelfs precies andersom: juist het alomtegenwoordige internet maakt het belang van de bibliotheek in elke stad, wijk en buurt groter dan ooit.
Wie de bieb ziet als een verzameling boeken, is er nooit binnen geweest – of teert op een misvormd geheugen. De bibliotheek is de plek waar kennis wordt gebracht, gehaald en gedeeld via een grote diversiteit aan programma-onderdelen, toevallige of geplande ontmoetingen en – inderdaad – heel veel beschikbare letters; op papier, virtueel en in levende lijve. En wie het internet ziet als de plek waar de wereld bij elkaar komt, waar verschillen in rangen, standen, rassen en inkomens kunnen verdwijnen en waar kennis voor iedereen voor het oprapen ligt, heeft in theorie gelijk maar moet tegelijk ook constateren dat de praktijk heel anders is.
Groot publiek
Het lijkt wat onwerkelijk om zo iets kleins als een lokale vestiging van een bibliotheek af te zetten tegen misschien wel de grootste economische en maatschappelijke kracht die we in deze tijden kennen: het internet. Zo’n bieb is immers hoogstens een van de vele oude instituten die door het geweld van een dominante online economie zijn ‘gedisrupt’. Auteurs verspreiden hun boeken via eigen webshops naar hun publiek, kennis krijgt via zogeheten MOOCs (gratis online cursussen) een oneindig groot publiek, niemand heeft de tijd om ook maar een fractie van alle wetenschappelijke YouTube-kanalen en Wikipedialemma’s tot zich te nemen.
Wat hebben we, tegen die achtergrond, dan nog aan bibliotheken? Het antwoord heeft alles te maken met de werkelijke functie van de bieb. Het is geen boekenverzameling maar de plek die zorgt voor een noodzakelijke sociale infrastructuur. En dat is belangrijk: gebrek aan sociale infrastructuur is direct zichtbaar in drugsverslaving, criminaliteit, slechte gezondheid, haperend onderwijs, falende economie en wat al niet.
Sociale structuren
Hoe dat precies werkt, dat heeft Eric Klinenberg onlangs heel mooi uiteengezet in ‘Palaces of the People’, het verslag van een jarenlang onderzoek naar sociale structuren. Het eerste voorbeeld dat hij in zijn boek aanhaalt, spreekt al direct tot de verbeelding. Een hittegolf in Chicago, in 1995, kostte ruim 700 mensen het leven. Onderzoekers gingen er reflexmatig vanuit dat de armste buurten het zwaarst getroffen zouden zijn. Maar wat echt bepalend bleek, was de aan- of afwezigheid van bibliotheken die zorgden voor een sociale infrastructuur, waarbinnen rijke en arme, zwarte en witte, gediplomeerde en opleidingsloze mensen voor elkaar zorgden. Bibliotheeknetwerken leverden bescherming, hulp en soms letterlijk verkoeling. In buurten met grote sociale isolatie – inderdaad, precies de plekken zonder bibliotheken – vielen de meeste slachtoffers.
Dat was geen toeval, zegt Klinenberg. Bibliotheken, overal op de wereld, zorgen ervoor dat mensen van alle leeftijden en achtergronden de kans krijgen zichzelf te verrijken en op die manier hun leven te verbeteren.
Verborgen werelden
Bibliotheken leveren niet alleen letterlijk kennis, maar zorgen er ook voor dat er een op feiten beruste uitwisseling van gedachten kan plaatsvinden tussen mensen die kunnen accepteren het niet met elkaar eens te zijn over de consequenties van die feiten. Ze openen verborgen werelden, bieden beschutting en ontmoetingen, leren respect te hebben voor cultureel en fysiek bezit, helpen bij de opvoeding van kinderen, vullen specifieke gaten in kennis van hen die het nodig hebben, faciliteren vriendschappen en zorgen ervoor dat ontbrekende literaire en digitale geletterdheid wordt opgelost. Dat alles maakt dat bibliotheekbezoekers sterkere burgers worden en meer kunnen bijdragen aan onze democratische samenleving. Doorslaggevend daarbij is dat bibliotheken open zijn: iedereen is er welkom, ongeacht geloof, politieke voorkeur, ras, leeftijd, overtuiging of wat dan ook.
Lost de bieb dan alle problemen op? Nee, een bibliotheek voorkomt geen oorlogen of rivaliteit tussen groepen. Wat nieuw is, is dat het internet een plek biedt om niet alleen het eigene zonder enig feitelijk fundament te versterken, maar ook de fictie te creëren dat afwijkingen van dat zelfbeeld aberraties zijn die vernietiging verdienen. Dat wie er anders over denkt simpelweg niet goed bij zijn hoofd kan zijn. Zonder tegenspraak of weerlegging begin je vanzelf te denken dat al je overtuigingen, angsten en wensen op feiten berusten – onderzoek wijst uit dat we zelfs onze eigen herinneringen aanpassen aan de voor ons gefingeerde feiten.
Zonder bubbel
Het internet faciliteert en versterkt polarisatie – zeker als een logische plek van samenkomst, een plek waar medewerkers en medebezoekers je zonder bubbel of vooroordeel helpen je weg te vinden, ontbreekt. Juist in tijden van internet verdient de bieb een stevige plek – en de maatschappij een sterke bibliotheek. Hoe meer we achter onze schermpjes zitten, des te groter de nood aan een plek waar ‘civil society’ wordt gevormd, gekoesterd en benut.
Lees ook:
In Rotterdam begint de buurt zelf maar een bieb
Kinderen in een volkswijk van Rotterdam willen graag lezen, maar subsidie voor een buurtbibliotheek is er niet. Bewoners leggen zich er niet bij neer.
De bieb: toonbeeld van onze beschaving, redding van mijn jeugd. Ik kom er bijna nooit meer.
Stevo Akkerman ging weer eens naar de bieb. “Ik wist meteen weer waarom ik hier nooit meer kwam, maar ook waarom ik hier vroeger niet weg te slaan was.”