OpinieSociale huisvesting
Behalve in stenen moeten we in gezondheid en welzijn investeren
Met honderdduizenden huizen bijbouwen zijn we er niet. We zullen ook moeten bouwen aan welzijn van bewoners, stellen Marco de Wilde en Christoffel Klap.
Marco de Wilde is directeur-bestuurder Woonstede en Christoffel Klap is directeur-bestuurder Ons Doel
Minister De Jonge heeft grote plannen om de wooncrisis te bezweren: voor 2030 moeten er 900.000 huizen bij worden gebouwd. Alle hens zijn aan dek. Woningcorporaties staan aan de lat voor een derde van deze nieuwbouw, want steeds meer mensen zijn aangewezen op een sociale huurwoning. Maar de crisis gaat in veel zwakke wijken veel verder dan het woningtekort, daar heeft zich de afgelopen decennia een stille ramp voltrokken.
Mensen met een laag inkomen en een lage opleiding wonen steeds meer geconcentreerd in zwakke wijken. Ze leven zeven jaar korter en hebben vijftien minder gezonde levensjaren dan gemiddeld en hun vooruitzichten verslechteren verder. In 2000 had ruim 40 procent van alle huurders van een corporatiewoning nog een middeninkomen. Nu is dat gezakt naar onder de 20 procent.
Dit is het rechtstreekse gevolg van door de overheid opgelegde lage inkomensgrenzen die gelden bij de verhuur van sociale woningen. Tegelijkertijd legt diezelfde overheid de idealen van de inclusieve samenleving juist aan deze kwetsbare wijken op. Alleen daar huisvesten we statushouders, ex-daklozen en mensen met een psychiatrische achtergrond. Langzaam maar zeker zakken deze 193 wijken door hun hoeven.
De burger en de markt
Opvallend is dat behalve met de wijken waarmee het in 2000 ook al niet goed ging, het met alle andere wijken veel beter gaat. Met zwakke wijken gaat het sindsdien alleen maar slechter. Dat heeft meerdere oorzaken, die zich laten samenvatten onder de noemer van een terugtrekkende overheid. Welzijn is uitbesteed aan de burger en de markt, met als gevolg dat de bestaanszekerheid van veel mensen is afgenomen.
Dat leidt tot een slechtere gezondheid. Onlangs luidden de Artsenfederatie en andere organisaties de noodklok. Zij zien de gezondheid van mensen in zwakke wijken fors teruglopen. De gezondheidsverschillen zijn onacceptabel groot.
We zien mensen in zwakke wijken ook ‘afhaken’, ze keren zich af van de samenleving, valt te lezen in de vorig jaar gepubliceerde Atlas van Afgehaakt Nederland. Zij voelen zich niet meer gesteund door de overheid of daaraan gelieerde instituten, zoals woningcorporaties.
Uit angst vragen velen geen energietoeslag aan, ze stemmen niet tot nauwelijks meer en doen maatschappelijk steeds minder mee. Deze ruimtelijke uitsortering bevordert de tweedeling in de samenleving en versterkt de polarisatie.
Ontmoeten en ondersteunen
Het volstaat dan ook niet om ons als woningcorporaties te richten op het bouwen van die 300.000 huizen, hoe belangrijk die ook zijn. Het gaat er ook om dat we het welzijn van huurders verbeteren én dat die woningen op een goede plek komen te staan. We moeten niet zozeer huizen bouwen, maar wijken.
Dat geldt niet alleen voor nieuwe wijken, maar meer nog voor bestaande. Gedifferentieerde wijken, waarin mensen met verschillende opleidingsniveaus en inkomens wonen, elkaar ontmoeten en ondersteunen. Corporaties weten dat dat heel goed werkt. Het gaat erom in wijken met veel sociale huisvesting de veerkracht van mensen te herstellen.
Dat vraagt om drastische maatregelen. Niet altijd makkelijk, maar wel nodig. We kunnen er voor zorgen dat mensen met hogere en lagere inkomens weer meer door elkaar wonen. Dat geldt dus ook voor welgestelde en nieuwe wijken. Daarnaast: veel huurders kampen met meervoudige problemen, zoals schulden, eenzaamheid en slechte gezondheid. Het is vaak een komen en gaan van hulpverleners.
Privacyregels en procedures zitten samenwerking van deze hulpverleners in de weg. Steeds meer organisaties (politie, welzijn, scholen, huisartsen en ook woningcorporaties) willen dat veranderen. Voorwaarde is dan dat die organisaties doelen mogen formuleren die zij alleen samen kunnen realiseren: een langer, actiever en gezonder leven voor hun huurders of cliënten. Dat is een even wenkend als noodzakelijk perspectief.