Apotheek met afbouwmedicatie is geen monopolist

In een artikel over verantwoord stoppen met antidepressiva (Trouw, 12 januari), ging het over medicatie die sommige zorgverzekeraars niet vergoeden. Elnathan Prinsen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, vond dat onverteerbaar, omdat patiënten zonder vergoeding niet kunnen afbouwen en zo gedwongen worden om door te slikken. Hij deed een oproep aan verzekeraars om de impasse hierover te doorbreken.

Wij juichen dat toe, maar wat Prinsen daarna zegt begrijpen we niet: “Als je als verzekeraar te maken hebt met een monopolist zoals Paul Harder van de Regenboog Apotheek, met wie je geen zaken wilt doen, dan zou je andere apothekers en farmaceuten financieel kunnen prikkelen om in dat gat te springen en ook dagdoseringen te gaan maken.”

Een monopolist is een bedrijf met het alleenrecht om iets te verkopen tegen de hoogst mogelijke prijs. Bij afbouwmedicatie is hiervan geen sprake: Paul Harder maakt dit op verzoek van patiënten, in de wetenschap dat andere bedrijven dat ook konden en dat de vergoeding door de geldende regels laag is. Er kwamen ook geen andere nieuwe aanbieders.

Verlies

Apothekers willen of kunnen voor verzekerden geen lagere doseringen maken omdat dit, door de (te) lage vergoeding door de zorgverzekeraar, geld kost. Een zorgverzekeraar liet een verzekerde weten: ‘Op sommige dingen zal een apotheker verlies leiden, maar op andere middelen juist niet’.

Verzekeraars ZK, CZ, Menzis en VGZ proberen al jaren lagere doseringen via andere aanbieders beschikbaar te maken. VGZ kwam recent met een ‘service’ om alle medicatie voor haar verzekerden online via één apotheek te leveren. Zo roept VGZ zelf een monopolist in het leven die andere apotheken in gevaar kan brengen. Geen instantie die daar iets van zegt. Maar de Regenboog Apotheek, die tegen een vastgestelde vergoeding een service verleent die andere bedrijven ook mogen leveren (wat ze niet doen) wordt monopolist genoemd.

Voor enkele antidepressiva zijn zorgverzekeraars erin geslaagd om bedrijven te vinden die lagere doseringen maken. Consumentenprogramma Kassa berekende onlangs dat deze medicatie duurder is dan de afbouwmedicatie van de Regenboogapotheek. Dat is de wereld op zijn kop. Zorgverzekeraars zouden blij moeten zijn dat de Regenboog Apotheek afbouwmedicatie maakt.

Waarom ligt afbouwmedicatie zo gevoelig?

Al jaren vliegen verzekeraars, een apotheek en een patiëntenvereniging elkaar in de haren om de vergoeding van afbouwmedicatie voor antidepressiva. Waar draait die venijnige strijd precies om?