ColumnStevo Akkerman
Amerika ondermijnt het internationale recht, en dus ook de zaak tegen Vladimir P.
Het arrestatiebevel tegen Vladimir Poetin, uitgevaardigd door het Internationaal Strafhof, heeft Den Haag weer eens goed op de kaart gezet. Niet alleen als de wereldhoofdstad van het recht, maar ook als doelwit van dreigementen. Dmitri Medvedev, tegenwoordig vice-voorzitter van de Russische Veiligheidsraad (Poetin is voorzitter), publiceerde maandag de volgende boodschap: “Het is niet moeilijk je een doelgerichte aanval voor te stellen op de Haagse rechtbank met een hypersonische Onyx-raket vanaf een Russisch schip op de Noordzee.”
Nu kan het nog wel even duren voordat Poetin in de boeien wordt geslagen, dus de Hagenaren zullen niet al te zeer wakker liggen van Russische raketten. Bovendien zijn ze dreigementen gewend, de Verenigde Staten vaardigden eerder al een ‘Haagse invasiewet’ uit: mocht er ooit een Amerikaanse militair in hechtenis worden genomen door het Strafhof, dan acht Washington zichzelf gemachtigd geweld te gebruiken om die persoon te bevrijden.
Illegale oorlog op valse voorwendselen
Die wet stamt uit 2002 – inderdaad, het jaar voorafgaand aan de Amerikaanse aanval op Irak, een illegale oorlog, op valse voorwendselen, niet gesteund door de VN-Veiligheidsraad, uitmondend in talrijke gruweldaden, ik noem hier alleen de trefwoorden Abu Ghraib en Haditha. No way dat de Amerikanen ooit zouden toestaan dat de daders van dergelijke oorlogsmisdaden – variërend van George W. Bush tot de soldaten ter plekke – voor een internationaal gerecht werden gebracht. Als het tot vervolging moet komen, dan doen de VS dat zelf. Of niet natuurlijk. Heel vaak niet. Maar het is altijd hun zaak, nooit die van anderen.
Deze opstelling ondermijnt het internationale recht, en dus ook de zaak tegen Vladimir P.. Als een grootmacht als de VS vindt dat het recht wel geldt voor anderen, maar niet voor zichzelf, dan wordt dat in de wereld opgemerkt, en het wordt het Strafhof aangerekend. Joe Biden verwelkomde deze week het arrestatiebevel tegen Poetin, maar zei er direct bij dat de VS het Strafhof niet erkennen – een tergende ambivalentie. Als het hof niet deugt, dan moet je er niemand naartoe sturen, ook Poetin niet. Deugt het wel, dan moet je je weer voegen bij de 123 landen die het hof dragen.
Natuurlijk is de neiging er altijd geweest om het recht te gebruiken als politiek instrument, een uitvloeisel van macht en niet van juridische noodzaak. Sterker, het internationale recht is jong, en de historische waarheid dat oorlogsrecht ‘overwinnaarsrecht’ is, laat zich niet zomaar wegjagen. Kijk naar het Neurenberg-tribunaal, waar de nazikopstukken terechtstonden; eventuele misdaden van de geallieerden bleven buiten schot, en die werden ook elders niet getoetst. Waren de bombardementen op Duitse steden, waarbij honderdduizenden burgers omkwamen en miljoenen dakloos werden, een voorbeeld van legitiem militair handelen? Het is nooit voor een rechter gebracht, en dat schrijnt, los van wat het oordeel zou moeten zijn.
Het Internationaal Strafhof is een dappere poging het recht los te koppelen van de macht; het is niet toevallig dat landen als Rusland en China er niet aan meedoen. Zij roepen dat het een hypocriete Westerse uitvinding is, en het is tragisch dat Washington dat bevestigt. Noem het een figuurlijke raket op Den Haag.
Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.