ColumnStevo Akkerman
Afkeuring, wantrouwen. Affaire, schandaal: dit systeem is onze democratie
Afkeuring, wantrouwen. Affaire, schandaal. Mislukking, falen. Inschattingsfouten, blinde vlekken. Onderzoek, beerput. Opstappen, aftreden. Bestuurscultuur, ritselaar. Klimaat, crisis. Crises, rechters. Ministers, lobbyen. Formatie, blokkades.
Ziedaar het idioom van de vaderlandse politiek. Het is het idioom van een doldraaiend systeem en wat een beetje jammer is: dit systeem is onze democratie.
Steeds weer nachtelijke debatten
Hangt de democratie aan een zijden draadje?, werd Herman Tjeenk Willink onlangs gevraagd. Dat is het punt niet, antwoordde de oud-informateur, het punt is of het draadje dikker wordt of dunner. Met andere woorden: zijden is het draadje altijd, je kunt er maar beter zorgvuldig mee omgaan. Maar wat Tjeenk Willink ziet, is een politiek die ‘volstrekt naar binnen is gekeerd en zich collectief in een onmogelijke positie heeft gebracht’. Zijn jongste boek heet Kan de overheid crises aan? Wie ziet hoe de overheid, en dit betreft meer dan individuele bewindslieden, grote kwesties laat liggen, burgers in het nauw drijft en het lot van anderen – Afghanen in dit geval – terzijde schuift, kan daar onmogelijk ‘ja’ op zeggen.
De affaires en crises die steeds weer leiden tot nachtelijke debatten met ongewisse uitkomsten – behalve dan de zekerheid dat Mark Rutte er altijd wel doorrolt – zijn te ernstig om ze af te doen als Haagse inteelt of vendetta’s. Er moet verantwoording worden afgelegd, posities kunnen sneuvelen. Maar het is ook zo dat het onderlinge vertrouwen tussen de belangrijkste politieke kopstukken – en daar is toch een zeker minimum van nodig – met elk volgend drama minder wordt.
Je zou willen dat wantrouwen en afkeuring slechts politieke termen waren, bedoeld om de keuzes en het handelen van politici af te wijzen. Politiek is immers per definitie kiezen, voor of tegen. Maar een weg-stem-motie zal altijd ook gevoeld worden als een oordeel over de betrokken persoon, en zo is het vaak ook bedoeld. Niet alleen door een Wilders, die Kaag rustig een heks noemt en haar beticht van IS-sympathieën, ook door fijnbesnaardere parlementariërs.
Kaag voert de daad bij het woord
Denk aan Gert-Jan Segers, die na het ‘functie-elders-drama’, helemaal genoeg had van Mark Rutte. De CU-leider stemde toen om te beginnen vóór een motie van afkeuring tegen de demissionaire premier en deed er nog een schepje bovenop door te verklaren nooit meer met Rutte te willen regeren. Met de VVD, soit, maar niet met deze man. “Het gaat om Rutte als beelddrager van de politieke cultuur van de afgelopen tien jaar. Het is niet geloofwaardig als hij het kabinet gaat leiden dat die cultuur juist moet veranderen.” Segers kwam daar later helaas van terug, maar deze episode illustreert precies hoe het politieke ook persoonlijk is en het persoonlijke ook politiek.
Of denk aan Sigrid Kaag zelf en haar veel geciteerde woorden uit april, na de aangenomen motie tegen Rutte. “Ik zou er mijn conclusies aan verbinden,” zei ze. “Maar ik ben een ander mens.” Het siert haar dat ze nu de daad bij het woord heeft gevoegd. Maar hoe tillen we de politiek naar het hogere plan dat zij in gedachten had?
Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.