Religie & OpvoedingOnderzoek
Ouders brengen hun kinderen dezelfde waarden bij, of ze nou religieus zijn of niet
Kinderen in de humanistische kinderopvang krijgen op hoofdlijnen dezelfde waarden mee van hun ouders, of die nou religieus zijn of niet. Toch: verschillen zijn er wel.
Religieuze en niet-religieuze ouders verschillen onderling maar weinig als het gaat om de waarden die ze hun kind willen meegeven, blijkt uit onderzoek van het Humanistisch Verbond. Kleine verschillen zijn er wel. Zo hechten religieuze ouders meer waarde aan discipline dan niet-religieuze ouders.
In totaal 1500 ouders die gebruikmaken van de humanistische kinderopvang Humankind vulden een vragenlijst in over de waarden zij hun kinderen (willen) meegeven. Daarbij werd gekeken naar de overeenkomsten en verschillen tussen ouders die zichzelf als religieus beschouwen (met name katholieken en protestanten) en ouders die zichzelf als niet-religieus beschouwen (humanisten en atheïsten). “De groep ‘anders gelovigen’ was te klein om als aparte groep te onderzoeken”, zegt universitair docent Isolde de Groot van de Universiteit voor Humanistiek, die het onderzoek uitvoerde.
Geld is niet populair
Bijna alle respondenten vinden ‘genieten van het leven’ de allerbelangrijkste waarde. Daarna volgen ‘eerlijkheid’ en ‘vrijheid’. Ook vinden ouders het belangrijk hun kind te leren zelfstandig te worden. De minst populaire waarden zijn ‘invloedrijk zijn’, ‘zelfingenomenheid’ en ‘rijkdom’.
De Groot: “We zien bij religieuze ouders wel dat zij meer belang hechten aan betrokkenheid bij anderen.” Deze groep hecht ook meer aan waarden als gehoorzaamheid, conformisme, respect, traditie en zekerheid.
‘Tijd doorbrengen met de kinderen’ en ‘samen problemen oplossen’ scoort bij alle ouders hoog wat betreft opvoedstijl. Om iets voor elkaar te krijgen polderen en overleggen Nederlandse ouders het liefst. Harde straffen hebben niet de voorkeur. Religieuze ouders hechten meer waarde aan het maken van afspraken. Ook geven zij vaker geld of een cadeau als beloning voor goed gedrag.
‘Geld is niet het belangrijkste, je hoeft niet altijd zelf iets te winnen’
Desiree Pastink en haar partner voeden hun vier kinderen religieus op
“Altijd klaarstaan voor anderen. Dat is de belangrijkste waarde die we onze kinderen willen bijbrengen”, zegt Desiree Pastink (43). Pastink en haar partner Arjen zijn onderdeel van de Protestantse Gemeente in Nijverdal. Ze hebben vier kinderen: Noëlle (13), Steijn (11), Aimée (10) en Waut (8). Iedere zondag gaan ze naar de kerk.
Het geloof biedt bij de opvoeding een leidraad, zegt Pastink. “Veruit de belangrijkste waarde die we uit ons geloof halen is naastenliefde en respect voor anderen. Op sociale media zie ik zoveel lelijke teksten voorbijkomen. Dan denk ik: die heeft tijdens zijn opvoeding echt iets gemist.”
Huisvrouw Pastink en haar man zijn streng maar rechtvaardig. “Ze mogen ontzettend veel, ik heb hier soms wel vijftien kinderen in de tuin lopen als er vriendjes komen spelen. Maar er zijn grenzen. Hier in huis wil ik bijvoorbeeld geen gevloek.”
Pastink hoopt zelf het goede voorbeeld te geven. “Ik doe vrijwilligerswerk in de kerk, zo probeer ik de kinderen duidelijk te maken dat geld niet het belangrijkste is. Je hoeft niet altijd zelf iets te winnen. Je groeit ook door dingen voor een ander te doen.”
“De kinderen moeten respectvol zijn tegen volwassenen, daar ben ik heel strikt in. Mensen die ouder zijn dan zij moeten ze met u aanspreken, zelfs opa en oma.”
Tot slot wil Pastink haar kinderen meegeven dat rijkdom niet vanzelfsprekend is. “Stel je voor dat de kinderen een computer willen. Die zouden we prima kunnen kopen, we hebben het geld. Maar dat zou niet de goede boodschap zijn. We willen hen bijbrengen dat er ook kinderen zijn die het minder hebben dan zij.”
‘We leren onze dochter om oog te hebben voor de wereld om haar heen’
Ina Heijnen is yogadocent. Zij en haar partner voeden dochter Doris (3) niet religieus op
“Wij vinden het belangrijk dat Doris leert haar eigen keuzes te maken. We willen ook dat ze daarbij oog heeft voor de wereld om haar heen. Wij eten bijvoorbeeld geen vlees, scheiden ons afval en nemen nooit het vliegtuig. Dat krijgt ze mee. Zo ruimt ze bijvoorbeeld het plastic op dat ze vindt in de speeltuin.”
“We proberen haar niet te straffen door haar bijvoorbeeld op de trap te zetten, maar geven haar de autonomie die bij haar leeftijd past. Als ze bijvoorbeeld niet wil eten, dan hoeft dat niet. We dwingen haar niet. Wij bepalen wel altijd wat we eten. Ze krijgt ook niets anders als ze het niet lekker vindt. Soms zijn er situaties die het belang van haar autonomie overstijgen. Als we oversteken bepaal ik bijvoorbeeld wanneer we dat doen, dat lijkt me logisch. Haar veiligheid gaat dan voor.”
“Nu ze ouder wordt leert Doris ook onderhandelen. Als zij een boekje wil lezen en wij willen dat ze zich aankleedt, maken we een afspraak: als je bent aangekleed gaan we dat boekje lezen. We proberen wel in alles wat we doen heel consequent te zijn.”
“We willen haar graag laten zien dat rijkdom niet in veel geld zit, maar in gezondheid en vrijheid. Verder vinden we het belangrijk dat ze leert te vertrouwen op haar eigen gevoel. We leren haar dat ze boos mag zijn en dat ze mag huilen als ze verdrietig is.”
“Tradities zijn bij ons niet gerelateerd aan een geloofsovertuiging, maar we hebben ze wel. Verjaardagen worden bijvoorbeeld altijd gevierd met vlaggetjes, familie en iets lekkers. En met Pasen gaan we naar mijn ouders om eieren te zoeken. Die tradities heb ik meegekregen van mijn ouders en geef ik nu aan haar door.”
Lees ook:
Hoe moeten ouders zich weren tegen rollenpatronen in speelgoedreclames?
Reclames voor poppen zijn gericht op meisjes, die voor speelgoed om mee te bouwen op jongens. Hoe geef je tegengas?