null

Onderwijs

Kabinet: mbo-scholen moeten tegenspraak stimuleren

De medezeggenschap in het mbo moet beter, vindt het kabinet. Dat begint ermee dat mbo-scholen hun studentenraden betere ondersteuning bieden.

Merijn van Nuland

Mbo-instellingen moeten meer doen om hun eigen tegenspraak te creëren. Dat schrijft minister Robbert Dijkgraaf (onderwijs) in een brief die donderdag naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Op dit moment staan de studenten- en ondernemingsraden in het mbo vaak te zwak om hun controlerende taken goed te kunnen uitvoeren.

Als het aan de minister ligt, moeten scholen voortaan ‘ambtelijke, financiële en juridische ondersteuning en scholing’ bieden aan de leden van de studentenraad. Op dit moment is in de wet enkel vastgelegd dat studentenraden over ‘voorzieningen’ moeten kunnen beschikken, maar dat is behoorlijk breed te interpreteren. Met een wetswijziging wil de minister nu duidelijkheid scheppen over wat daaronder wordt verstaan.

Medezeggenschap ligt onder vergrootglas

De kwaliteit van de medezeggenschap op het mbo ligt al langer onder een vergrootglas. Iedere mbo-school heeft sinds 2011 verplicht een studentenraad, maar volgens studentenorganisatie Jobmbo functioneren die raden op slechts een handvol van de 61 mbo-instellingen naar behoren. Studentenraden vinden moeilijk leden of krijgen te weinig tijd en begeleiding, waardoor bijvoorbeeld de controle op de miljoenenbegrotingen minimaal is.

Dat blijkt deels ook uit een rapport van de Inspectie van het Onderwijs, dat donderdag samen met de Kamerbrief naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. De inspectie merkt op dat de ene mbo-instelling veel meer doet aan de ondersteuning van studenten- en ondernemingsraden dan de andere, waardoor ook de kwaliteit van toezicht sterk verschilt. Het is vooral de taak van mbo-besturen zelf om dat beter te regelen, schrijft de inspecteur. Volgens de minister zouden zij bijvoorbeeld een onafhankelijke coach kunnen aanstellen die de studentenraad begeleidt.

Invulling blijft nog altijd vrijblijvend

“Studenten kunnen als geen ander beoordelen wat er wel en niet goed gaat op hun school”, zegt Dijkgraaf. “Ze zijn een grote bron van kennis en inspiratie waar scholen nog lang niet genoeg gebruik van maken. Daarom is het zeer waardevol dat ze met het schoolbestuur kunnen meepraten en meedenken over besluiten.” Ook komt er een tweejaarlijkse monitor om de kwaliteit van de medezeggenschap in het mbo te meten, een maatregel waarop de Tweede Kamer eerder had aangedrongen.

Jobmbo zegt ‘best tevreden’ te zijn met het wetsvoorstel van de minister, al ziet de belangenorganisatie nog wel wat haken en ogen. “Er wordt nu vastgelegd dat studentenraden bepaalde ondersteuning krijgen, maar nog niet om hoeveel tijd en geld het gaat. Dat geeft mbo-bestuurders nog steeds veel ruimte om zich er gemakkelijk van af te maken en alleen minimale ondersteuning te bieden. Goede richtlijnen zouden het minder vrijblijvend maken.”

Een soort ‘bestuursbeurs’ voor raadsleden kan helpen, maar de minister wil niet wettelijk vastleggen hoe hoog die vergoeding moet zijn. Daar moeten Jobmbo en de mbo-scholen samen uit zien te komen, schrijft Dijkgraaf. Als het aan hem ligt, wordt die vergoeding even hoog als voor studentenraden aan hogescholen en universiteiten.

Lees ook:

Knokken voor inspraak in het mbo

Mbo-studenten hebben op papier veel inspraak, maar in de praktijk stelt dat vaak weinig voor. De studentenraad van het Noorderpoort laat zien hoe het anders kan. ‘We hebben Wim echt laten zweten.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden