Staat van het Onderwijs

Inspectie: Basisvaardigheden scholieren staan er slecht voor, het is vijf voor twaalf

 Alida Oppers (r), inspecteur-generaal van het Onderwijs, overhandigt het rapport de Staat van het Onderwijs aan ministers Robbert Dijkgraaf (m) en Dennis Wiersma van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Beeld ANP
Alida Oppers (r), inspecteur-generaal van het Onderwijs, overhandigt het rapport de Staat van het Onderwijs aan ministers Robbert Dijkgraaf (m) en Dennis Wiersma van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.Beeld ANP

Het verbeteren van basisvaardigheden van Nederlandse scholieren heeft topprioriteit, onderstreept de Onderwijsinspectie dit jaar wederom. De minister is het daarmee eens.

Laura van Baars

Het is vijf voor twaalf in de bestrijding van leerachterstanden op het gebied van rekenen, taal en burgerschap. De Inspectie voor het Onderwijs riep precies een jaar geleden in het jaarverslag al op de afkalvende ‘basisvaardigheden’ van Nederlandse leerlingen een oppepper te geven, en doet dat vandaag weer. De coronapandemie gooide in 2021 roet in het eten. Erger nog, het lijkt erop dat leerlingen op scholen met sociaaleconomisch zwakkere gezinnen op het gebied van lezen, spellen en rekenen verder achteruit zijn gegaan.

Binnen twee jaar moet de weg omhoog zijn ingezet, luidt de oproep van de Onderwijsinspectie in ‘De staat van het onderwijs’. Dit verslag is vanmiddag overhandigd aan minister Dennis Wiersma van primair en voortgezet onderwijs.

De oproep om de basisvaardigheden te verbeteren past precies in de voornemens van Wiersma. Binnenkort presenteert hij hierover zijn ‘masterplan’. In een Kamerbrief kondigde hij al aan de focus te willen leggen ‘daar waar dit het meest urgent is’: bij het bevorderen van kennis van taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden. “Zonder deze basisvaardigheden heb je moeite met solliciteren, je belastingaangifte of stemmen. Dit vraagt om actie”, reageert Wiersma vandaag.

Ierland en Zweden

Volgens de inspectie is een vlotte ommekeer in de leerprestaties van Nederlandse jongeren mogelijk. Ze verwijst naar Ierland en Zweden, waar de overheid met succes inzette op een betere geletterd- en gecijferdheid van de leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. Ook zijn er voorbeelden van Nederlandse scholen die met hoge en heldere ambities het tij binnen korte tijd wisten te keren.

Het lerarentekort hangt ondertussen als een zwaard van Damocles boven iedere poging om het Nederlandse onderwijs te verbeteren. De inspectie ziet dat schoolleiders, waar ook een groot tekort aan is, er een dagtaak aan hebben om voldoende leraren voor de klas te zetten. “Schoolleiders ervaren dit vaak als zeer stressvol en kunnen zich weinig richten op hun primaire taken.” Er blijft onvoldoende tijd over om beginnende leraren voldoende te ondersteunen en hen voor het onderwijs te behouden.

Weerstand tegen academische leraren

Heel wat leraren vertrekken dan ook binnen enkele jaren. Academisch geschoolde leraren vallen vaker uit dan die met een hbo-opleiding, schrijft de inspectie. In het voortgezet onderwijs verdwijnen de wetenschappelijk opgeleide docenten en komen meer hbo-opgeleiden, op basisscholen is het precies andersom.

Schoolleiders hebben zelden een beeld van wat ze precies aankunnen met de kennis van academici. “De meerwaarde kan belemmerd worden door weerstand tegen het woord ‘academisch’”, schrijft de inspectie. “Het kan onbedoeld als ‘beter dan regulier opgeleid’ ervaren worden.” Een oplossing zou kunnen zijn om docententeams meer aanvullend op elkaar te laten zijn, en academici ook in te zetten als gedragscoach of rekenspecialist.”

Hoe het docententeam op de middelbare school is samengesteld, blijkt zelfs effect te hebben op de examenresultaten van leerlingen. “Les krijgen van een team met relatief oudere docenten, met veel docenten in de laagste salarisschaal of die een tijdelijk contract hebben, vergroot de kans om op het examen een lager cijfer te halen”, constateerde de inspectie. “Ook les krijgen van veel beginnende en mannelijke docenten verlaagt de kans op een hoog cijfer.”

Marktwerking ontnam zicht op prestaties

Om er zicht op te kunnen krijgen of de basisvaardigheden in twee jaar echt verbeteren in Nederland, zal nog wel één formaliteit moeten worden opgelost: weer zicht krijgen op wat Nederlandse kinderen kunnen aan het einde van de basisschool. Sinds 2015 bestaat er marktwerking bij toetsaanbieders en mogen behalve het Cito ook andere ontwikkelaars een eindtoets aanbieden. Omdat de resultaten onvergelijkbaar zijn, is er volgens de inspectie momenteel ‘geen actueel landelijk zicht op wat de leerlingen aan het eind van de basisschool kunnen op het terrein van lezen, taalverzorging en rekenen’. Dat probleem moet volgens de inspectie dit jaar zijn opgelost.

Lees ook:

Van zeer zwakke naar goede school: het kán in anderhalf jaar, bewijst De Akkers

Binnen twee jaar moeten Nederlandse scholen betere prestaties laten zien, en dat kan volgens de Onderwijsinspectie ook: kijk maar naar een school als De Akkers in Spijkenisse.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden