OpvoedvraagSchelden
Hoe helpen we onze zoon die uitgescholden wordt voor homo?
Een jongen in groep 8 wordt regelmatig uitgescholden voor ‘homo’. Hoe kan hij zijn grenzen aangeven en toch zichzelf blijven?
Onze twaalfjarige zoon zit in groep 8. Er wordt in zijn klas gescholden en gepest. Vooral ‘homo’ is een populair scheldwoord en onze zoon moet het regelmatig ontgelden. Hij is zachtaardig en creatief, en eerlijk gezegd zou het ons niet verbazen als hij ons zou vertellen dat hij op jongens valt. We hebben diverse bevriende homo’s en dat twee mannen (of twee vrouwen) van elkaar kunnen houden is voor ons normaal, zo voeden we onze kinderen ook op. Het doet ons pijn dat homo zelfs op de basisschool al als scheldwoord wordt gebruikt.
Los van de geaardheid van onze zoon vinden we het vervelend dat hij wordt uitgescholden. We merken dat hij probeert zijn gedrag aan te passen aan de mores in de klas. Hoe kunnen we hem weerbaarder maken en tegelijkertijd stimuleren om de jongen te blijven die hij is?”
Een veelgebruikt scheldwoord
Het is ietwat naïef van ouders om te denken dat er ‘zelfs op de basisschool’ al gescholden wordt, zegt Bamber Delver, directeur van de Nationale Academie voor Media en Maatschappij en auteur van het Handboek tegen Pesten. “In groep 8 krijgen kinderen heel wat naar hun hoofd geslingerd. Homo is een veelgebruikt scheldwoord. Het is fijn dat zijn ouders zo tolerant zijn, maar laat deze jongen alsjeblieft zelf ontdekken wie hij is en op wie hij valt. Misschien is hij homo, misschien ook niet. Het doet er niet toe. Waar het nu om draait is dat de jongen uitgescholden wordt en hoe hij daarmee omgaat.”
Weerbaarheid gaat over grenzen aangeven. “Dat kunnen ouders zelf in de praktijk brengen door de situatie bij school aan te kaarten”, zegt kinder- en pubercoach Mariette Dietz. “School moet zorgen voor een veilige omgeving waar pesten en schelden niet toegestaan zijn. Daarnaast kunnen ouders hun zoon leren hoe je aangeeft dat iemand over je grens gaat: wat zeg je, wat doe je?”
Volgens Dietz zijn er verschillende strategieën. “Je kunt als kind de strijd aangaan, dus iets terugzeggen of vechten. Je kunt je ook rot voelen en in je schulp kruipen. Of je kunt de woorden van je af laten glijden en weglopen zonder dat het je echt raakt.” Dat laatste leert Dietz kinderen bij weerbaarheidstrainingen. “Ik oefen dit door een pittenzakje naar hen te gooien en daarbij een scheldwoord te roepen. Ik leer hoe je letterlijk opzij kunt springen, het op de grond kunt laten vallen. Jij kunt met rechte rug weglopen. Dan is de lol er snel af bij de ander.”
Op de wc gaan zitten huilen of erop los meppen?
“Er zit een wereld van verschil tussen op de wc gaan zitten huilen of erop los meppen”, zegt Delver. “De jongen moet zelf ontdekken wat bij hem past om zich staande te houden. Zijn ouders kunnen natuurlijk wel met hem in gesprek gaan. Wellicht wordt hij helemaal niet zo geraakt door het schelden en is het meer iets waar zijn ouders last van hebben.” Volgens Delver is het belangrijk dat de jongen een veilige thuishaven heeft, bijvoorbeeld in het gezin of bij vrienden, waar hij echt zichzelf kan zijn. Tegelijkertijd moeten kinderen leren incasseren. “De wereld is een rotplek, wen er maar aan”, zegt Delver. “School is een oefenterrein voor het echte leven.”
Volgens Dietz kun je aanpassen aan de mores in de klas negatief zien, maar ze daagt ouders uit om het ook eens positief te zien: deze jongen ontdekt wat hij moet doen om erbij te horen. Zijn ouders kunnen met hem reflecteren waar zijn grens ligt: tot waar doe je mee, wanneer pas je je niet aan? Ook dat is weerbaarheid. Hij hoeft niet altijd te blijven wie hij nu is, hij is continu in ontwikkeling. Hij leert nieuwe dingen, ontmoet nieuwe mensen en ontdekt gaandeweg wat hij wel en niet leuk vindt en waar hij bij wil horen.
Delver is het daar niet helemaal mee eens. “Ik ben niet zo voor meebewegen. Als je je aanpast, houd je je adem in. Als je jezelf durft te zijn en daar trots op bent, heb je daar de rest van je leven plezier van.”
Lees ook:
Hoe helpen we onze zoon af van zijn angst voor iets nieuws?
Weer naar school gaan is niet voor iedereen een pretje. Een 9-jarige jongen zag er als een berg tegenop, zoals altijd wanneer hij iets nieuws moet doen.