Pisa-onderzoek
Een boek lezen? Pure tijdverspilling, vinden Nederlandse jongeren
De leesvaardigheid van Nederlandse jongeren daalt hard in vergelijking met andere landen. De Stichting Lezen en Schrijven vindt dit alarmerend en onderwijsministers roepen op tot een leesoffensief. Is dat genoeg?
Lezen als hobby? Nederlandse 15-jarigen bedanken ervoor. Hun leesplezier is lager dan in alle andere landen die in deze editie van Pisa zijn onderzocht. 60 procent van de Nederlandse jongeren zegt alleen te lezen als het echt moet, bijvoorbeeld om informatie te vinden. Bijna de helft vindt lezen tijdverspilling, en voor slechts 20 procent van de 15-jarigen is lezen een hobby. De daling in leesvaardigheid is opvallend groot (zie kader).
Deze cijfers zijn een greep uit de verontrustende resultaten van de nieuwste editie van Pisa, een internationaal onderzoek dat om de drie jaar wordt uitgevoerd en gisteren verscheen. Bij 600.000 15-jarigen in 79 landen werden tests afgenomen op het gebied van lezen, wiskunde en natuurwetenschappen. Nederland bevindt zich in de middenmoot. Dat was eerder al het geval met wiskunde en natuurwetenschappen, maar nu blijkt ook de leesvaardigheid gezakt – tot onder het gemiddelde in vergelijkbare landen.
Terwijl de meeste ontwikkelde landen op hetzelfde prestatieniveau zijn gebleven sinds het vorige onderzoek uit 2015, behoort Nederland tot een kleine groep landen die op ieder terrein een daling laten zien, samen met Australië, Nieuw-Zeeland, Korea, Finland, IJsland en Slowakije.
De resultaten
Op basis van de tests deelt Pisa jongeren in naar zes vaardigheidsniveaus. In leesvaardigheid haalt 1 procent van de Nederlandse vijftienjarigen het hoogste niveau. Dat komt overeen met het gemiddelde in de Europese Unie. Erger is dat een kwart van de Nederlandse jongeren niveau 2 niet haalt. Niveau 2 wordt door de makers van Pisa beschouwd als het minimum dat je nodig hebt om als mondige burger te kunnen deelnemen in de kennissamenleving. In wiskunde en natuurwetenschappen zijn er ook ‘ongeletterden’, die daar niveau 2 niet halen, maar hun aantal is kleiner dan bij leesvaardigheid: 16 en 20 procent respectievelijk.
De leesvaardigheid van Nederlandse scholieren schommelt al sinds 2003 en daalt sinds 2012, maar is nu voor het eerst significant gedaald doordat we onder het gemiddelde zijn gezakt. Het oplopende lerarentekort is niet de enige factor waaraan deze trend is toe te schrijven, stelt onderzoeker Lisanne Bos van Stichting Lezen en Schrijven. Ook de hoge werkdruk in het onderwijs, de snel veranderende samenleving en de alomtegenwoordige smartphone spelen een rol. Daarop lezen scholieren weliswaar continu korte berichten, maar rustig zitten met een boek is er vaak niet meer bij. Terwijl ze juist van dat ‘diepe lezen’ veel leren, zoals in verschillende lagen denken, verbanden leggen en argumenteren.
Ook de forse bezuinigingen op bibliotheken helpen niet mee. Honderden bibliotheken moesten de afgelopen jaren hun deuren sluiten vanwege bezuinigingen. Die waren deels te wijten aan de verkleining van gemeentelijke budgetten door decentralisatie van andere taken in 2015, zoals de jeugdzorg.
Leesoffensief
Om het tij te keren roepen ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob (onderwijs) nu op tot een ‘leesoffensief’ om voorlezen en lezen onder jongeren te stimuleren. Daarmee geven ze gehoor aan een advies van de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad, die in juni al waarschuwden dat het kabinet veel meer aandacht en geld moet steken in het bevorderen van leesplezier. Bijvoorbeeld door leesspecialisten op school te laten komen. Ook benadrukten ze hoe belangrijk een nauwe samenwerking tussen plaatselijke bibliotheken en scholen is om het leesplezier van scholieren te bevorderen.
Voorlopig komt er echter alleen meer aandacht en geen extra geld. Op ‘korte termijn’ komt er een publicatie voor alle scholen over wat werkt om het leesonderwijs te verbeteren, schrijven de ministers. Daarnaast gaan ze met onderwijs- en leesorganisaties in gesprek over hoe het leesplezier vergroot kan worden. Er komt extra aandacht voor groepen die achterlopen, zoals vmbo’ers, jongens en leerlingen die meertalig zijn opgevoed. En minister Slob roept ouders en grootouders op om meer voor te lezen.
Het zijn goede stappen, maar om de leesvaardigheid en motivatie echt op te krikken zijn meer structurele investeringen nodig, stelt Stichting Lezen en Schrijven. Jongeren met een leesachterstand lopen een groot risico om later laaggeletterd te worden en niet volwaardig mee te kunnen draaien in de maatschappij. In dat licht noemt de stichting de uitkomsten van het Pisa-onderzoek ‘alarmerend’.
Lees ook:
Waarom de prestaties in het Nederlandse onderwijs al jaren dalen
Het oplopende lerarentekort zet de kwaliteit van het onderwijs onder druk, waarschuwt vakbond Aob. Maar de prestaties van Nederlandse leerlingen glijden al veel langer af. Hoe komt dat?
Het onderwijsniveau daalt en daar moeten we wat aan doen
In een reactie op het Pisa-onderzoek stelt Henrik de Moel van de Algemene Onderwijsbond dat de minister van onderwijs niet weg moet komen met een sussende reactie.