NieuwsStudenten
CBS: Nog minder studenten gaan op kamers wonen
Na de invoering van het leenstelsel blijft het aantal dat studenten dat op zichzelf gaat wonen dalen. Vooral hbo’ers blijven thuis wonen.
Het aantal studenten dat op kamers gaat blijft dalen. Slechts elf procent van de hbo-studenten die in 2017 begon met studeren, woonde na zestien maanden niet meer bij hun ouders. Drie jaar eerder, voor de invoering van het leenstelsel voor studenten in 2015, gingen nog ruim twee keer zoveel hbo’ers uit huis. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Leenstelsel
Ook studenten aan de universiteit blijven langer bij hun ouders wonen. Vergeleken met hbo’ers kiezen weliswaar veel meer wo-studenten ervoor om uit huis te gaan, maar ook die groep daalt. Van de studenten die in 2017 startten met een universitaire studie, woonden na zestien maanden minder dan veertig procent op zichzelf. Dat cijfer schommelde altijd boven de zestig procent.
Direct na de afschaffing van de studiefinanciering en de invoering van het sociaal leenstelsel nam het aantal studenten dat op kamers ging al fors af. Deze nieuwe cijfers laten zien dat die daling na twee jaar doorzet. Naast de hoge schuld die studenten nu moeten aangaan, zorgt ook het prijskaartje van een kamer vermoedelijk voor een extra drempel om het ouderlijk huis te verlaten. De gemiddelde huurprijs van een studentenkamer steeg vorig jaar tot boven de 400 euro. De krapte op de woningmarkt lijkt daarvan de oorzaak.
“Dat weer meer studenten niet op kamers gaan is slecht nieuws”, zegt Kees Gillesse, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). “Uit huis gaan is voor studenten goed voor de zelfontplooiing en verzelfstandiging. Financiën beperken studenten nu om op kamers te gaan en dat is doodzonde.”
Doorstroom
Het CBS analyseerde ook de doorstroom van de havo naar het hbo en vwo naar de universiteit. Na de invoering van het leenstelsel bleek dat minder havisten een vervolgopleiding gingen doen. Inmiddels is de doorstroom van havo-gediplomeerden naar het hoger beroepsonderwijs gestabiliseerd, maar op een iets lager niveau dan voor de invoering van het leenstelsel.
Gillesse: “Door het leenstelsel is een opleiding minder toegankelijk geworden. Onze conclusie is eenvoudig: we moeten op zoek naar een alternatief voor het leenstelsel, dat teveel negatieve invloed op het onderwijs heeft.”
Gillesse hoopt op een handreiking vanuit Den Haag. “We zien dat er in de politiek een kentering gaande is, meer partijen erkennen de negatieve aspecten van het leenstelsel.” In mei trok GroenLinks de steun voor het leenstelsel nog in, de partij vindt dat het systeem niet goed werkt. Regeringspartijen CDA en ChristenUnie gooien het leenstelsel liever vandaag dan morgen in de prullenmand, maar in het regeerakkoord is afgesproken dat er deze regeerperiode niets veranderd.
Lees ook:
Filosofisch elftal: Hoe sociaal is het leenstelsel? De theorie blijkt anders dan de praktijk
Het leenstelsel voor studenten staat onder druk. Op papier is het eerlijker, maar wat als het in de praktijk niet zo werkt?