Vluchtelingen
Nu de Oekraïners blijven, vragen steeds meer EU-landen geld van ze voor opvang
Het grote enthousiasme waarmee Europa in eerste instantie vluchtelingen uit Oekraïne opving, begint te tanen. In Tsjechië en Polen moeten de vluchtelingen na verloop van tijd gaan betalen voor opvang. Ook Nederland overweegt Oekraïners een eigen bijdrage te vragen.
Europees Commissaris Ylva Johansson, die over migratie gaat, is niet vaak trots. Maar begin maart, bij de eerste verjaardag van de Tijdelijke beschermingsrichtlijn voor vluchtelingen uit Oekraïne, straalde ze dat wel uit. Meer dan vier miljoen mensen maakten gebruik van deze Europese regel waarmee mensen uit Oekraïne gemakkelijk onderdak, werk en school kregen in de Europese Unie, de meesten in Polen, Duitsland en Tsjechië. Maar het enthousiasme van de lidstaten begint af te nemen.
Johansson vertelde hoe ze een jaar geleden aan de Pools-Oekraïense grens stond, waar de vrouwen en kinderen met duizenden tegelijk naartoe kwamen. Hoe ze met eigen ogen zag hoe vrijwilligers deze mensen opvingen, hoe de gemeenten zorgden dat de kinderen naar school konden, hoe in een mum van tijd een distributiesysteem was opgezet dat vluchtelingen uit Polen over de rest van Europa verdeelde.
Polen en Tsjechië moeten tot de orde geroepen
Nu moet Johansson Polen en ook Tsjechië tot de orde roepen, omdat ze nieuwe regels hebben ingesteld voor de opvang die niet stroken met de Europese richtlijn. Polen vraagt vanaf 1 maart van dit jaar geld aan vluchtelingen die langdurig gebruik maken van de opvang van de overheid, Tsjechië begint daar per 1 april mee.
De regels verbieden niet dat landen een bijdrage vragen voor bed en brood, maar dat zou alleen voor diegenen moeten gelden die in hun eigen inkomen voorzien. Polen en Tsjechië vragen een eigen bijdrage aan een veel grotere groep. De regeringen van beide landen vinden het tijd worden dat de Oekraïners ‘zelfredzaam’ worden, zo zeggen ze.
Het contrast met een jaar geleden is opvallend. Destijds was de opvang groots, vooral in Polen. De expohallen van Nadarzyn, een dorp vlak bij Warschau, waren een voorbeeld van efficiëntie. In een mum van tijd was er een gigantisch opvangcentrum ingericht, met veldbedden en dekens. Op de parkeerplaats ontstond een soort busstation, vol bussen die mensen verder brachten. Naar Duitsland, Nederland, Tsjechië, Frankrijk. Naar steden in Polen.
De vluchtelingen, voornamelijk vrouwen en kinderen, sliepen in de eerste maanden soms met achtduizend man tegelijk in Expohal 1, rij aan rij aan rij aan rij. Er kwamen twee scholen in het gebouw: een Oekraïense en een Roma-school.
Langer dan drie maanden in de hal? Dan 9 euro voor het eten betalen.
Inmiddels staan de meeste veldbedden ongebruikt opgestapeld. Er is geen pendelbusdienst meer. Wie uit de hal weg kon, deed dat. Buiten de expohal was niets. Een snelweg, geel gras, een benzinestation en een McDonald’s. De laatste golf van vertrekkers was onlangs, toen de Poolse overheid bepaalde dat mensen die langer dan drie maanden in de hal verblijven moeten betalen voor hun eten: 9 euro per dag. Na vijf maanden stijgt dat naar 13 euro per dag. Wie oud is, of meer dan drie kinderen moet verzorgen, hoeft niet te betalen.
Het is een omslag waar in de westelijke EU-landen al een tijdje voor gevreesd wordt. Polen heeft veel vluchtelingen uit Oekraïne opgevangen: bijna één van de vier miljoen, net iets minder dan Duitsland. Tsjechië nam zowat een half miljoen voor zijn rekening. Maar als de omstandigheden in het eerste opvangland verslechteren, dan groeit mogelijk de groep mensen die ‘doormigreert’. Een deel zou ook naar Nederland kunnen komen, waar 98 procent van de beschikbare opvangplekken al bezet is.
Vanuit Polen wil een meerderheid van de Oekraïners inmiddels doormigreren
De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) onderzocht dit najaar de migratieplannen van de mensen die uit Oekraïne waren gevlucht. Over het geheel genomen was het aandeel mensen dat verder wil trekken door Europa klein. Behalve in Polen: daarvandaan zei 52 procent naar andere Europese landen te willen.
Piotr Buras, hoofd van het Warschause bureau van de denktank European Council on Foreign Relations, ziet dat Polen steeds minder gemotiveerd zijn om mensen uit Oekraïne op te vangen. “De economische situatie van veel Polen wordt slechter en nu begint het de mensen te irriteren dat de vluchtelingen uit Oekraïne worden voorgetrokken, of althans zo zien de mensen het.”
Hulpverleners vertellen in de Poolse pers dat ze nieuwe mensen die uit Oekraïne naar Polen komen inmiddels aanraden om door te reizen naar andere EU-lidstaten. Dat kan leiden tot een grotere druk op de Nederlandse opvang, zo constateerde instituut Clingendael in februari van dit jaar. Men zag bijvoorbeeld dat de zoekterm ‘Nederland’ in het Oekraïens vanuit Polen afgelopen december verdubbelde.
Ook Nederland bereidt zich voor op een langere opvang dan aanvankelijk gedacht
“We zien niet specifiek een toename van het aantal mensen dat naar Nederland doormigreert vanuit Polen”, zegt een woordvoerder van het ministerie van justitie. Nog altijd komen in Nederland wekelijks ongeveer 750 nieuwe mensen uit Oekraïne aan; 70.560 mensen verblijven in de gemeentelijke noodopvang, waar rond de 72.000 plaatsen zijn.
Ook Nederland beraadt zich op de opvang, die nu veel langer lijkt te moeten gaan duren dan in februari vorig jaar werd verwacht. “Op dit moment onderzoeken we in Nederland of het mogelijk is om vluchtelingen uit Oekraïne die betaald werk verrichten of eigen vermogen hebben, mee te laten betalen aan hun opvang”, aldus Justitie.
Dat de vluchtelingen nog wel een tijdje zullen blijven, beseft ook de EU. Eurocommissaris Johansson heeft intussen al stappen gezet om de beschermingsrichtlijn te verlengen tot 2025, en de jaren daarna.
Lees ook:
Tot Olena en Vlada terug kunnen naar Kiev is Renswoude hun thuis
Het Utrechtse Renswoude, met nog geen 6000 inwoners, vangt meer dan 180 Oekraïners op. De vluchtelingen zijn onderdeel geworden van de gemeenschap. ‘Op het dorp zorgen we voor elkaar.’