Zuiderzeeballade / ... leit Emmelooord
Het lied werd uitgeroepen tot de smartlap van de twintigste eeuw. En in de top-100 van Nederlands populairste liederen staat het met ere op de negende plaats. Veertig jaar nadat De Zuiderzeeballade door Willy van Hemert werd geschreven, is het nog steeds een hit -reden voor een tentoonstelling in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen.
Het zag er in 1962 helemaal niet naar uit dat De Zuiderzeeballade zo'n gebeitelde plaats in de Nederlandse muziekcultuur zou gaan innemen. De Zuiderzee was in die tijd helemaal geen thema. Bij het afscheid van de binnenzee in 1932 was er wel verzet geweest en in de vissersplaatsen, die hun belangrijke bron van inkomsten zo dicht naast de deur hadden verloren, heerste droefenis. Maar van protestliederen, die je zou verwachten bij zo'n ingrijpende gebeurtenis, was nauwelijks sprake. En een ballade, geheel gewijd aan die ouwe trouwe Zuiderzee, was al helemaal niet in de hoofden van de liedschrijvers opgekomen.
Misschien was de zee een te vanzelfsprekend gegeven om tekstdichters en componisten te inspireren. Er zijn in de loop van de geschiedenis honderden Zuiderzeeliederen geschreven, met verhalen over het vissersleven of over historische gebeurtenissen zoals de Slag op de Zuiderzee in 1573 tussen de Geuzen en de Spaanse admiraal Bossu. Er zijn zeemansliederen en shanties verschenen. Bekende lokaties rondom de Zuiderzee als Volendam en Marken zijn bezongen. Maar de zee zelf was enkel het decor waarin het leven op en rond het natte hart van Nederland gezongen werd.
De Zuiderzeeballade was bovendien een toevalstreffer. Het gebeurde op een achternamiddag in 1959. De VARA heeft Willy van Hemert gevraagd teksten te schrijven voor een radioprogramma, waarin elke provincie met een lied vertegenwoordigd zal zijn. Harry de Groot is aangetrokken voor de muziek. Vlak voor de uitzending blijkt dat de programmamakers de toekomstige provincie van Nederland, Flevoland, over het hoofd hebben gezien. In vliegende haast schrijft Van Hemert de ontbrekende tekst. Hij is op dat moment al een gevierd tekstdichter van winnende liedjes voor het Eurovisiesongfestival als Net als toen van Corry Brokken en Een beetje van Teddy Scholten. Het poldervers schudt hij dan ook zo uit z'n mouw. Omdat De Groot die dag niet beschikbaar is, wordt een beroep gedaan op een ouwe rot in de amusementswereld, Joop de Leur. Die heeft nog wel een moppie op de plank liggen.
De volgende dag wordt het kakelverse lied over Flevoland voor de radio gezongen door Sylvain Poons (de opa) en Godert van Colmjon (de kleinzoon). Poons is op dat moment een gevierd acteur uit een joodse artiestenfamilie: vader was schouwburgdirecteur op het Amsterdamse Rembrandtsplein, moeder schreef toneelstukken. Van Colmjon vormt met zijn broer Luc het duo The Butterflies, de Nederlandse tegenhangers van de Everly Brothers en bekend geworden met liedjes als Willem wordt wakker en Brigitte Bardot.
'Opa, kijk ik vond op zolder, een foto van een oude boot.' Deze eerste twee regels over 'het toeval' staan eigenlijk symbool voor het ontstaan van het lied. Maar daarmee is de mythologie van De Zuiderzeeballade nog lang niet ten einde. De platenmaatschappijen zien wel wat in het nummer. Er is alleen één probleem: acteur-zanger Poons staat onder contract bij Omega, de jonge Van Colmjon bij concurrent Philips. De beide firma's haasten zich een partner voor hun medewerker te zoeken. Philips vindt een opa in de acteur Jan Lemaire, bekend van zijn zeemansrollen. Omega duikelt voor Poons de 14-jarige Oetze Verschoor op als 'kleinzoon': hij is de zoon van musicus Arend Verschoor en heeft met zijn vader al eens het liedje Mijn vaders opera voor de televisie gezongen. De platenmaatschappijen maken er een wedstrijd van om de ballade als eerste op single uit te brengen.
Oetze Verschoor, inmiddels 57, herinnert zich nog die race tegen de klok. Hij moest op zondagmorgen met zijn vader met de trein naar Amsterdam voor de opname. ,,Daar zaten Sylvain Poons en een stel ervaren muzikanten in een kerk klaar met de tekst en de muziek. Eigenlijk had ik geen idee wat me te wachten stond, maar ik deed wat van me werd verwacht. We begonnen om tien uur. Om drie uur 's middags waren De Zuiderzeeballade en het Orgelliedje, dat op de b-kant staat, opgenomen. Er kwam nog snel een fotograaf om een promotieplaatje te schieten en dat was het. Een optreden hebben we samen nooit gedaan.''
De plaatjes komen vrijwel tegelijk uit, maar vertonen opmerkelijke verschillen. In de Philips-versie is de hoofdrol weggelegd voor de kleinzoon, in die van Omega ligt het accent bij Poons. De Omega-opa zingt ook een extra couplet, waarin hij verwijst naar 'de hand en de macht van onze Heer' die het razende water heeft getemd. Lemaire en Van Colmjon worden begeleid door strijkers, hun gesproken tekst is erg traag en Lemaire kan wel spelen maar absoluut niet zingen. Op de versie Poons/Verschoor speelt Harry de Groot met zijn accordeon de boventoon en is het lied uitgevoerd als een tango.
Terwijl het plaatje van Lemaire en Van Colmjon al snel in de vergetelheid raakt, wordt de single van Poons en Verschoor een groot succes. In 1962 staat de single vier maanden lang in de toenmalige hitparade, de hoogste notering is nummer 18. Vijf jaar later zijn er 100.000 exemplaren verkocht en krijgen Poons en Verschoor een gouden plaat. De beide opa's zijn inmiddels overleden, Lemaire in 1982, Poons drie jaar later. Van Colmjon blijft nog tot 1963 zingen, komt geregeld als acteur op tv (zo speelt hij het jongetje Carli in de eerste afleveringen van 'Pipo de Clown'), maar zegt de showbusiness vaarwel en wordt architect. Vorige week verscheen van zijn hand een intrigerend verhaal in Trouw (Letter en Geest), waarin hij de moord ontrafelt van dichter Gerrit Achterberg op diens hospita, en de pogingen haar 16-jarige dochter te verkrachten. Verschoor wordt na zijn schoolopleiding zanger van de band 'The Mighty Quint', zingt in 1979 liedjes van Co van Raaijen op de lp 'Mijn IJsselmeer' en werkt nu als accountmanager.
Veertig jaar na die overhaaste plaatopname is De Zuiderzeeballade nog steeds populair. Het lied werd uitgeroepen tot de smartlap van de twintigste eeuw. In de top-100 van Nederlands populairste liederen die Vic van de Reijt samenstelde, staat het met ere op de negende plaats. En uit een lijst van Stemra blijkt dat het lied sinds die eerste opname nog steeds opnieuw wordt geperst en uitgebracht.
De ballade is bovendien ontelbare malen gekopieerd en bewerkt. Lennaert Nijgh schreef zijn protestuitvoering De Markerwaardballade op de muziek van De Leur, op de cd Opa en Oma hits is een houseversie opgenomen. Rubberen Robbie parodieerde met De Vuile Zeeballade, Jantje Smit en Normaal tekenden voor De Puik Idee Ballade. Koot en Bie maakten een persiflage van de tweespraak tussen opa en kleinzoon en in Sportpaleis De Jong zong de vermaarde voetballer Faas Wilkes tegen zijn kleinzoon: 'Lieve knul, die stoere jongen, kijk eens naar die vuile blik. Die grote ster daar in Oranje, is je opa -dat ben ik.'
Het succes van De Zuiderzeeballade is niet zo moeilijk te verklaren. Het is een goed levenslied. Het verhaal zou bij elke ontmoeting tussen opa en kleinzoon, tussen een oude kapitein en een kind kunnen beginnen. Het motief spreekt dus aan, iedereen vindt wel eens een oude foto. Willy van Hemert mag het lied dan in elkaar geflanst hebben, hij was als tekstschrijver een meester. Zijn ballade appelleerde aan het historisch besef van de bevolking en was overgoten met een flinke portie emotie in: 'Opa, en die blonde jonge, vooraan bij de fokkeschoot? Opa, zeg nou wat!' 'Die jonge, is je ome. Die is dood.'
De Nederlandse liedcultuur geniet de laatste jaren een groeiende belangstelling. 'Nederpop' is in, levensliedjes 'mogen' nu ook in de hogere kringen en de smartlappen- en shantykoren schieten als paddenstoelen uit de grond. Aan de Universiteit van Amsterdam zelfs een bijzonder hoogleraar voor de Nederlandse liedcultuur. Geen wonder dat de Zuiderzeeballade op die golven van succes lekker meedeint. In de maand juni van dit jaar werd het lied maar liefst honderd keer op de Nederlandse radio gedraaid.
In het Zuiderzeemuseum neemt de ballade een hoofdplaats in op een tentoonstelling over Zuiderzeeliederen. In een entourage uit de jaren zestig kunnen de Omega- en Philips-versie worden beluisterd, naast allerlei persiflages op het lied. Er is ook een ereplaatsje voor de gouden plaat van Poons en Verschoor, die vandaag bij de opening het liedje zingt in de rol van opa. Daarnaast is er aandacht voor een groot aantal liedjes, waarin de Zuiderzee het decor vormt. Van Friestalige protestliederen als 'It lot van Tea' (van Fedde Schurer) of 'De Zuiderzeewerken' van de Wieringer Bunzingers tot de song van Bing Crosby uit de film 'Just For You': 'Zing, zing zing a little zong with me. I know we're not bezide the Zuider Zee, but when you're zittin' by the zide of me, I want to zing a little zong.' Veel van deze liedjes zijn te horen, meezingen (de bladmuziek ligt ernaast) is niet verboden.
Er is ook een podium getimmerd in de vorm van een badkuip, waarin (zang)koren tegen betaling een video en cd-registratie van hun optreden kunnen laten maken. Een deel van de liederen uit de tentoonstelling is op cd bijeengebracht.
De tentoonstelling 'De Zuiderzeeballade en andere liederen van de Zuiderzee' is te zien in het Binnenmuseum in Enkhuizen tot en met 26 oktober 2003. Informatie tel. 0228-351111 of www.zzm.nl
De Zuiderzeeballade (versie Sylvain Poons en Oetze Verschoor)
Opa, kijk ik vond op zolder
'n foto van een ouwe boot.
Is dat nog van vóór de polder,
van de ouwe vissersvloot?
Jochie, dat is een gelukkie.
'k Was dat prentje jaren kwijt.
'k Heb nu weer een heel klein stukkie
van die goeie ouwe tijd.
Daar is het water, daar is de haven
waar j'altijd horen kon: We gaan aan boord!
De voerman laat er nou paarden draven
en aan de horizon leit Emmeloord.
Eens ging de zee hier tekeer,
maar die tijd komt niet weer:
Zuiderzee heet nou IJsselmeer.
Een tractor gaat er nou greppels graven,
'k zie tot de horizon geen schepen meer.
Kijk, die jongeman ben ikke.
Ikke was de kapitein.
Hiero, en die grote dikke,
dat mot malle Japie zijn.
Opa, en die blonde jonge
vooraan bij de fokkeschoot?
Opa, zeg nou wat!
Die jonge, is je ome. Die is dood.
In 't diepe water, ver van de haven
in die novembernacht, voor twintig jaar.
Door 't brakke water is hij begraven,
maar als 'k nog even wacht, zien wij elkaar.
Toen ging de zee zo tekeer
in een razend verweer:
ongestraft slaat niemand haar neer.
Nu jaren later hier paarden draven,
zie ik de hand en macht van onze Heer.
Waar is het water, waar is de haven,
waar j'altijd horen kon: We gaan aan boord!
De voerman laat er zijn paard nou draven,
en aan de horizon leit Emmeloord.
Eens ging de zee hier tekeer,
maar die tijd komt niet weer:
't water leit nou achter de dijk.
Waar eens de golven het land bedolven,
golft nou een halmenzee. De oogst is rijp.