Zoutvlakte als één groot zonnepaneel
Het Owens-meer is de grootste bron van fijnstof in de VS. Met dank aan de stad Los Angeles, die het meer leegzoog. Nu wil LA de vlakte met zonnepanelen volbouwen. „Zij hebben ooit ons water afgepakt. Ik acht ze in staat hetzelfde met de zon te doen.”
Het is verzengend heet op de zoutvlakte, die in een vallei tussen de hoge Sierra Nevada- en Inyo-Bergen in het oosten van de Amerikaanse staat Californië ligt. Her en der draaien grijze stofpluimen omhoog, om na een paar minuten weer neer te vallen. Verder beweegt er niets.
Zo rustig is het niet altijd op de bodem van het Owens-meer, een grotendeels drooggevallen waterbassin. Als de wind opsteekt, groeien die stofpluimen uit tot immense stofstormen, die de stadjes in de vallei en grote delen van Zuid-Californië teisteren. „Als het stormt, haast iedereen zich naar binnen om alles zo goed mogelijk af te sluiten. Maar het stof is zo fijn dat het toch binnendringt”, vertelt ziekenverzorgster Rosie Gilmour uit Lone Pine, een stad in het noorden van de vallei met zo’n zestienhonderd inwoners.
„De wolken zijn zo dicht, dat je de bergruggen om de stad heen totaal niet meer ziet. De politie sluit onze hoofdweg dan altijd af, omdat het te gevaarlijk wordt om nog te rijden. En in de hele stad gaat de verlichting aan, ook overdag.”
Lone Pine heeft niet altijd last gehad van stofstormen. Een eeuw geleden zat het Owens-meer nog vol met water. Een stoomboot verbond in die tijd de noord- en zuidzijde van het negentien bij dertien kilometer grote meer met elkaar. Het meer was ook een rijk watervogelgebied. De meeste inwoners van de vallei waren boeren en houtvesters.
Maar tussen 1905 en 1913 kocht de stad Los Angeles stiekem de waterrechten in de vallei op en legde een immense pijplijn aan. Het zogeheten Los Angeles Aquaduct voerde bijna al het water uit de Owens-rivier, die het meer vulde, weg naar de driehonderd kilometer zuidelijker gelegen snelgroeiende stad. Rond 1930 had Los Angeles het meer leeggedronken. Daarna trokken veel bewoners weg en begonnen de stormen.
Pas in de jaren tachtig bleek dat die niet alleen hinderlijk, maar ook gevaarlijk waren. Onderzoek wees ook uit dat het Owens-meer de grootste bron van fijnstof was in de VS. Die vorm van luchtverontreiniging met minuscule stofdeeltjes maakt het voor mensen met astma of hart- en vaatziekten moeilijk te ademen. Het stof bevat verhoogde concentraties cadmium en arsenicum.
„De mensen in Lone Pine praten niet graag over het stof, omdat ze weten wat het doet”, verzekert Rosie Gilmour. „Het oude dametje, dat het postkantoortje dreef en longklachten had, is er in feite aan gestorven. Iedereen in de stad kent wel een slachtoffer.”
Maar met een nieuw project wil DWP, het energie- en waterleidingbedrijf van Los Angeles het stofprobleem verminderen. En meteen veel duurzame energie opwekken. Het bedrijf begon vorig jaar plannen uit te werken om op de bodem van het vroegere meer dichte rijen zonnepanelen neer te zetten. Die moeten energie opwekken én het stof tempereren.
Het nutsbedrijf heeft haast met de plannen, want gouverneur Arnold Schwarzenegger heeft vastgelegd dat heel Californië in 2020 een derde van al zijn stroom uit duurzame bronnen moet halen. Los Angeles ligt ver achter bij dat doel en vreest een forse boete opgelegd te krijgen. Tegelijkertijd dreigt de rechter DWP met boetes als het het stofprobleem niet substantieel vermindert.
Bij een bezoek dit voorjaar zei DWP-voorman David Freeman dat hij zich geen idealere locatie voor een zonne-energieproject kan voorstellen. Het meer is een zonovergoten, vlak en leeg gebied, dat al in het bezit is van DWP. De panelen zouden drie tot vijf gigawatt stroom per jaar kunnen opleveren, zo’n tien procent van de behoefte van Californië. „Onze Lieve Heer heeft deze locatie uitgekozen. Niet ik”, juichte Freeman. Hij vergat het verleden niet tijdens zijn bezoek. „Tachtig jaar geleden hebben we het water gestolen.” Het project zou geld en banen naar de vallei kunnen brengen en het stofprobleem kunnen verminderen. Het is een manier ’om vrede te sluiten’.
Het meer is zeker niet de enige plaats in Californië, waar energiebedrijven zonne-energieprojecten willen beginnen. Maar waar zij overal op verzet stuiten van omwonenden en natuurorganisaties, steunen die bij het Owensmeer de plannen. De zonnepanelen zullen daar het landschap en de natuur niet verpesten. „Ze kunnen juist helpen de natuur terug te brengen naar het meer”, verklaart Mike Prather de steun van zijn natuurvereniging Sierra Club.
Hij legt uit dat DWP op last van de rechter de afgelopen jaren op delen van de bodem sproei-installaties heeft geplaatst en vele kilometers slangen voor druppelirrigatie heeft ingegraven om de stofontwikkeling tegen te gaan. „Als de zonnepanelen de wind breken en stofontwikkeling tegengaan, dan heeft DWP veel minder water nodig voor de irrigatie. Het belooft met het vrijkomende water in een gedeelte van het meer natuur te willen ontwikkelen. Als DWP dat doet, krijgt het zonne-energieplan onze volledige steun.”
Op last van de rechter is het nutsbedrijf elders in het gebied al met natuurontwikkeling bezig. Het water is teruggebracht in negentig kilometer van de vroegere loop van de Owens-rivier. „Daar ontstaan prachtige wetlands, die vol watervogels zitten.” Als ook het meer een deel van zijn water terugkrijgt, „kunnen we in het gebied één groot natuurreservaat maken”, zegt Prather.
Toch blijven hij en veel bewoners van Lone Pine op hun hoede. „Eerst zien, dan geloven”, zegt Roger Franson, die een souvenirwinkel in de hoofdstraat drijft. „Zij hebben ooit ons water afgepakt, zonder er iets voor terug te geven. Ik acht ze in staat hetzelfde met de zon te doen.”
Zijn scepsis lijkt op zijn plaats. DWP liet enkele weken geleden doorschemeren niet meer honderd procent zeker te zijn of de bodem van het meer wel geschikt is om zonnepanelen op te zetten. De bodem is te zacht. De panelen moeten diep worden ingegraven om stevig te staan. Het zegt in de loop van augustus te besluiten of het op het meer of misschien toch op zandgrond elders in de vallei gaat bouwen.
„Ik hoop zo dat ze het meer niet opgeven”, zegt Mike Prather.