Zou monsieur zuigen aan haar tepels?
Jolien Janzing bevrijdt Charlotte Brontë van haar preutsheid
Op 8 februari 1842 reisden twee jonge vrouwen, begeleid door hun vader, vanuit een klein plaatsje in Noord-Engeland naar Brussel, waar ze hun intrek namen in het Pensionnat Heger, een kostschool voor meisjes.
De vader was de predikant Patrick Brontë; zijn dochters zouden later bekend worden als de schrijfsters Charlotte en Emily Brontë. Negen maanden bleven de zusjes in het internaat voordat ze weer naar huis gingen, maar Charlotte keerde al gauw terug naar Brussel en bleef er een extra jaar om te profiteren van de taal- en literatuurlessen van Constantin Heger, de man van de directrice van het internaat. Hij leerde haar dat literatuur niet ontstaat door intuïtie alleen, maar dat daar ook techniek aan te pas komt, en consideratie met de lezers. Zoveel indruk maakte het verblijf op Charlotte en zo verliefd werd ze op Monsieur Heger dat ze haar ervaringen verwerkte in haar debuutroman 'The Professor' en in 'Villette', waarin de liefde van de Engelse Lucy Snowe voor een leraar aan een internaat een grote rol speelt.
'Villette' (1853) is een rijke, semi-autobiografische roman over genderkwesties, lotsbestemmingen en het verlangen naar kennis, vrijheid, liefde en erkenning. Geen wonder dus dat dit complexe verhaal latere auteurs heeft geïnspireerd, zoals de Amerikaanse Jamaica Kincaid in haar roman 'Lucy'.
Nu ligt er ook een Nederlandse roman die schatplichtig is aan Charlotte's roman: 'De Meester', van de journaliste Jolien Janzing (1964), die in 2009 met 'Grammatica van een obsessie' als romanschrijfster debuteerde. Ook haar verhaal gaat over een Britse die haar intrek neemt in een Brusselse kostschool, maar Janzing verandert Charlotte's alter ego Lucy Snowe weer in Charlotte zelf. Hoofdthema is de liefde van de schrijfster-in-de-dop voor haar Brusselse leraar. De lotgevallen van Arcadie Claret, een wulpse Brusselse die rond 1842 de maîtresse werd van de Belgische koning Leopold I, laat ze als contrathema door het verhaal lopen. Daarmee schetst ze en passant ook een tijdsbeeld van het Brussel uit de eerste helft van de negentiende eeuw.
Het resultaat is indrukwekkend, en eigentijds. Janzing lijkt je alle kleuren en geuren in haar verhaal zelf te willen laten ervaren: "Blijft u toch niet met Charlotte van die te sterke, zoete thee nippen in een restaurant waar de vette geuren van eieren, toast en gebraad zich vermengen met tabaksdamp", staat er in het hoofdstuk over de zeereis van de Brontë's van Londen naar Oostende. "We gaan een frisse neus halen op het dek waar Emily aan de reling staat. Ze kijkt uit over de golven die wat onrustig zijn. Het dek is nat en als een vriendelijke dame haar daarnet niet bij de arm had genomen, zou ze uitgegleden zijn." Daarmee trekt Janzing haar lezers letterlijk het verhaal in - alsof ook zij heeft geprofiteerd van de lessen van Monsieur Heger - en geeft ze meteen subtiel de verschillen weer tussen de op interne ruimtes gefixeerde Charlotte en het buitenkind Emily, de auteur van 'Wuthering Heights'.
Eigentijds is 'De Meester', omdat het Charlotte's sensuele verlangens onverbloemd weergeeft, waar Charlotte Brontë zelf gebruikmaakte van metaforen en toespelingen. Als Janzings Charlotte de zwangere Madame Heger bekijkt staat er: "Haar nog licht gezwollen buik en borsten vol melk maken haar alleen nog maar aantrekkelijker: ze doen denken aan het liefdesspel, aan paring. Zou monsieur zich in de intimiteit van hun bed, in een opwelling van passie, vastzuigen aan haar tepels?" Met het zo expliciet benoemen van lichaamsdelen keert Janzing Charlotte's taalgebruik binnenstebuiten.
Een geslaagde biografische roman én adaptatie dus, die hooguit beter geredigeerd had mogen zijn. Uitdrukkingen als het afgrijselijke neologisme 'een verschil maken' (tussen wat?) dreigen het boek af en toe té eigentijds te maken. Maar het plezier dat dit intrigerende verhaal biedt wint het gelukkig van dergelijke ergernissen.
Jolien Janzing: De Meester. De Arbeiderspers, Amsterdam; 271 blz. euro 19,95
undefined