Zorgen om overvallen juweliers

De laatste twee jaar is een nieuwe groep overvallers actief. ’Jongetjes’ tussen veertien en twintig jaar, die veel geweld gebruiken. Ze rijden op scooters en zijn vaak gewapend. Het lijkt erop dat veel van hen in bendes opereren, omdat de werkwijze overeenkomt.

’Onberekenbare kinderen’, noemt Vermeulen de overvallers. „Ervaren overvallers kennen nog iets van beheersing, deze jongens niet. Dat maakt hen zo gevaarlijk.” Daarnaast vindt een verschuiving plaats van de grote steden naar randgemeenten.

Gelukkig, zegt Vermeulen, is de politie zeer gespitst op het oplossen van dit soort overvallen. „Het oplossingspercentage lag nog nooit zo hoog als nu. Maar het is dweilen met de kraan open.”

De overval die vorige week woensdag op een juwelier in Dordrecht plaatsvond, past naadloos in het beeld dat Vermeulen schetst. Drie overvallers drongen net na vijven de juwelierszaak aan de Voorstraat binnen, waar de eigenaar en zijn zoon en dochter aanwezig waren. Er werd geschoten, de jongens vertrokken uiteindelijk op een scooter. De 53-jarige eigenaar raakte zwaargewond. Hij ligt nog in het ziekenhuis, tot afgelopen zondag lag hij in coma. De juwelierszaak is nog gesloten.

De overval werd gisteren behandeld in het tv-programma ’Opsporing Verzocht’. Volgens Claudia Stuij, woordvoerder van de politie Zuid-Holland-Zuid, leverde dat drie tips op, waarvan de bruikbaarheid wordt onderzocht.

Op de zaak is een Team Grootschalige Opsporing gezet. Twintig tot vijfentwintig rechercheurs uit diverse disciplines zijn vrijgemaakt om zich uitsluitend op deze zaak te richten.

In oktober van dit jaar kwam bij een gelijksoortige overval een Amsterdamse juwelier om het leven.

Theo Vermeulen maakt zich grote zorgen om de toename van het aantal overvallen. Hij vraagt zich ook af waarom: „De gemiddelde buit bedraagt driehonderd euro, dus zo’n overval slaat nergens op.”