Zorgbestuurder pleit voor afschaffing verpleeghuis
Pittige kritiek van experts op gemeenten, corporaties en zorgorganisaties: de hulp aan mensen die langer thuis wonen hapert alom. Staatssecretaris Van Rijn ontvangt vandaag plannen ter verbetering. Verpleeghuisdirecteur Hazelaar pleit voor afschaffing van het verpleeghuis.
Het is de knuppel in het hoenderhok gooien, realiseert Kars Hazelaar zich. Toch vindt de Gelderse verpleeghuisdirecteur dat het maar eens gezegd moet worden: ongeveer de helft van de verpleeghuisbewoners zou best thuis kunnen wonen.
Hazelaar is bestuurder van Opella, een grote aanbieder van thuiszorg, revalidatie- en verpleeghuiszorg in de regio Ede-Wageningen. Nu al komen hun wijkverpleegkundigen bij ouderen thuis die qua zorgvraag in aanmerking komen voor het verpleeghuis, maar het toch liever thuis proberen. Omdat Hazelaar dit wil uitbreiden, dient hij vandaag een gewaagd plan in bij staatssecretaris van Rijn.
Verbeterslag
Hazelaar is niet de enige, want met hem presenteren 175 zorgorganisaties vandaag plannen voor kwaliteitsverbetering op 757 van de ruim 900 zorglocaties in Nederland. Van Rijn had daarom gevraagd, omdat hij wil dat de sector een verbeterslag maakt. Het moet meer om de wensen van de cliënt draaien en minder om regels en protocollen. Veel van de plannen spelen hier op in, maar met het pleidooi om te stoppen met het fenomeen verpleeghuis lijkt Opella hiermee het verst te gaan.
De organisatie zou graag zien dat Van Rijn de regels zo aanpast dat meer ouderen thuis verpleeghuiszorg kunnen krijgen. Zo wil Hazelaar dat een aflopend experiment - waarbij Opella kan bepalen welke zorg nodig is - wordt voortgezet. Ook wil hij af van de knellende regel dat er bij verpleegzorg in de thuissituatie 's nachts binnen tien minuten een verpleegkundige aanwezig moet kunnen zijn. Volgens Opella bemoeilijkt deze regel van zorgverzekeraars het langer thuis wonen in buitengebieden.
Terug naar eigen woning
Hazelaar wil niemand verplichten, zegt hij. Ouderen die nu gebruik maken van een van zijn ongeveer 350 verpleeghuisplaatsen, mogen dat wat hem betreft gewoon blijven doen. Maar de goede ervaringen met zorg aan huis maken dat zijn organisatie hier de komende jaren meer op wil inzetten.
Dat geldt niet alleen voor nieuwkomers, want Hazelaar wil ook onderzoeken in hoeverre hij de huidige verpleeghuisbewoners de weg terug naar een eigen woning kan aanbieden. Dat er thuis vaker iets kan misgaan, realiseert hij zich. "We weten dat moeder kan vallen, maar sommige ouderen nemen liever dat risico dan dat ze in een verpleeghuis moeten wonen waar ze de regie over hun leven kwijt zijn."
Het is volgens Hazelaar bovendien de enige manier om de zorg betaalbaar te houden. "De aardgasbubbel krimpt, terwijl de vergrijzing toeneemt. Je zult het collega-directeuren niet snel horen zeggen, want ze zitten met vastgoed waar ze wat mee moeten. Zo ook bij ons. Maar het mag niet zo zijn dat gebouwen het geluk van ouderen in weg staan."