Zorg van het Rijk moeilijk bereikbaar voor psychiatrische patiënten
Negen van de tien psychiatrische patiënten die langdurige zorg aanvragen bij het Rijk, krijgt nee te horen.
Psychiatrische patiënten die voor langdurige zorg een beroep doen op de landelijke overheid, krijgen deze zorg vaak niet. Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat 9 van de 10 aanvragen voor langdurige zorg worden afgewezen. Dat is een probleem, omdat veel patiënten daardoor vastlopen in zorgregels en uiteindelijk op straat kunnen belanden.
De ombudsman waarschuwde vorige maand al voor de moeilijke toegang tot langdurige zorg. Neem Bas, het voorbeeld dat de ombudsman in zijn onderzoek aanhaalde. Bas is een jonge man met een licht verstandelijke handicap en psychiatrische problemen. Zijn ouders raken verstrikt in de zorgbureaucratie, willen langdurige zorg van het Rijk maar krijgen het niet. De ombudsman had nog geen cijfers om zijn voorbeeld te onderbouwen. De Algemene Rekenkamer heeft die sinds gisteren wel: gemiddeld 88 procent van de aanvragen is de afgelopen drie jaar afgewezen.
Psychiatrische patiënten en licht verstandelijke gehandicapten krijgen wel hulp, via de zorgverzekeraar en/of de gemeente, maar voor langdurige ondersteuning vragen zij hulp van het Rijk, via de Wet langdurige zorg (Wlz). Daarvoor zijn criteria opgesteld, en daar lopen psychiatrische patiënten en mensen met een licht verstandelijke handicap op vast.
“Met een psychiatrische aandoening maak je alleen aanspraak op Wlz als je drie jaar lang bent opgenomen in een ggz-instelling,” zegt collegelid van de Rekenkamer Ewout Irrgang. Een helder criterium dat toch niet bij iedereen duidelijk is, zo blijkt uit het hoge percentage afgewezen aanvragen.
“Dat hoge percentage geeft aan dat er verwarring is over het loket waar iemand zich moet melden,” zegt Irrgang. Zo ook bij Bas met zijn psychiatrische problemen en licht verstandelijke handicap. Hij heeft zeker langdurige zorg nodig, zijn leven lang, maar krijgt het niet. Althans, niet van het Rijk. Dat heeft te maken met de ‘dominante grondslag’. “Wat is de eerste reden dat je een aanvraag indient”, zegt Irrgang. “Is dat een psychiatrische aandoening of iets anders. Vaak hebben mensen namelijk een combinatie van problemen.”
Als een arts zegt dat de psychiatrische problemen van Bas de belangrijkste reden zijn van zijn problemen, dan is dat de dominante grondslag. “Maar psychiatrische problemen horen niet tot de Wlz, tenzij de persoon drie jaar in een instelling heeft gezeten. En dus krijg je een afwijzing.”
Tot frustratie van de patiënten en betrokkenen, erkent Irrgang. “De aanvrager meent wellicht dat de psychiatrische aandoening niet het eerste probleem is. Het is ook niet altijd makkelijk wat nu de dominante aandoening is en wat niet. Dat geeft het Centrum Indicatiestelling Zorg (de instantie die bepaalt wie er wel en niet in de Wlz komen, red) ook aan. Meer duidelijkheid wie waar thuishoort kan deze groep helpen.”
De groep psychiatrische patiënten en jongeren met een licht verstandelijke handicap is beperkt, maar hier ‘spelen wel belangrijke problemen’, schrijft de Rekenkamer. Zij kunnen op straat belanden, verslaafd raken of terecht komen in de prostitutie. “Deze jongeren hebben intensieve begeleiding nodig, ook als ze deze niet krijgen via de Wlz,” schrijft de Rekenkamer. De gemeente zoekt naar oplossingen. Maar precies dat leidt tot halve oplossingen waar niemand iets mee opschiet, zo concludeerde de ombudsman eerder.
De Rekenkamer heeft ruim 163.000 aanvragen voor langdurige zorg bekeken die werden ingediend tussen 2015 en 2017. Het ging om eerste aanvragen, niet de herindicaties. Ongeveer een op de vijf Nederlanders die de afgelopen twee jaar een beroep deed op langdurige zorg via het Rijk, kreeg nee te horen omdat hij of zij niet aan de criteria voldeed. De helft van mensen die Wlz aanvragen is ouder dan 81 jaar.
Lees ook: mensen met psychische problemen hebben moeite om goede zorg te vinden. Zij mijden zorg, onder meer vanwege de hoge kosten.