Zonder het vuur van de Olympus is de mens een onaf wezentje

WILFRED VAN DE POLL

Als filosofische reflectie ergens geboden is, dan wel als het gaat om techniek. Steeds verder grijpt die in ons leven in. Moeten we daar blij mee zijn? Is techniek goed of gevaarlijk?

Volgens de Franse filosoof Bernard Stiegler (1952) moet je de vragen anders stellen. Hoe precies, legt hij uit in zijn zesdelige hoofdwerk 'La technique et le temps'. Het eerste deel verscheen in 1994; de laatste drie delen moeten nog verschijnen. "In Frankrijk is hij dé denker op het gebied van techniekfilosofie", vertelt Pieter Lemmens, techniekfilosoof aan de Radboud Universiteit Nijmegen. "Ook in de VS, Engeland en Duitsland brak hij door. Maar in Nederland kent haast niemand hem."

Lemmens promoveerde op Stiegler en vertaalde 'Per toeval filosoferen', een verzameling uitgeschreven radiointerviews met Stiegler. Ze vormen een ideale inleiding in diens denken, aldus Lemmens. Zijn andere filosofische werken zijn nog niet in het Nederlands verschenen. Lemmens: "Het is echt hoog tijd dat hij hier bekend wordt."

Waarom?

"Stiegler graaft dieper dan veel anderen. Hij stelt mens en techniek niet tegenover elkaar, alsof techniek 'de mens' zou bedreigen, maar stelt dat de mens van meet af aan een technisch wezen is. Techniek is niet iets dat buiten ons staat, en dat we vervolgens moeten accepteren of afwijzen. Sartre zei dat de mens geen 'wezen' heeft, niet vastligt, zichzelf moet definiëren. Daar is Stiegler het mee eens. En die zelfverwerkelijking, zegt hij vervolgens, gaat door middel van techniek."

We hebben techniek nodig om überhaupt mens te zijn?

"Precies. We komen 'onaf' ter wereld, zegt Stiegler. Hij illustreert dat met de Prometheusmythe. Eerst werden volgens dat verhaal alle planten en dieren geschapen. Toen de mens aan de beurt kwam, was het mandje met voorradige wezens leeg. De mens kwam er wel, maar zonder eigenschappen of kwaliteiten. Prometheus steelt vervolgens het vuur van de Olympus en geeft dat aan de mens, als een compensatie voor diens fundamentele gebreken. Dat vuur staat bij Stiegler voor techniek. Stiegler moet dan ook niets hebben van Darwinisten die de mens puur als een dier opvatten en techniek als iets bijkomstigs zien. Stiegler zegt: we zijn door en door kunstmatig."

Maar we hebben toch driften?

"Dieren hebben instincten. Dat zijn automatismen. Bij ons worden driften meteen al gecultiveerd. We zijn culturele wezens. En techniek speelt daarin een sleutelrol. 'Techniek' omvat bij Stiegler dus veel meer dan het gangbare beeld. We hebben namelijk de neiging om een techniek, zodra we ons die 'eigen' hebben gemaakt, als iets vanzelfsprekends te beschouwen. We lijden aan techniekvergetelheid."

Kunt u een voorbeeld noemen?

"Neem het feit dat wij nu met elkaar praten. De techniek 'praten' maakt gebruik van natuurlijke organen als de strottehals en de tong, maar is niet natuurlijk. Georganiseerde klanken uitstoten met behulp van een taalsysteem is heel technisch."

Zijn we overgeleverd aan de techniek, ook als die gevaarlijk is?

"Stiegler zegt niet dat je geen keuze hebt om een techniek te adopteren, of dat we onvermijdelijk een bepaalde richting opgaan. Er ligt niets vast, techniek is altijd 'toevallig'. Dat wil zeggen: niet wezenlijk horend bij de mens. Techniek blijft de mens óók vreemd. Dat is de paradox. Helemaal één worden met techniek, hoe ver die ook 'in' ons komt via chips of implantaten, zullen we nooit."

Bernard Stiegler: Per toeval filosoferen. Vert. Pieter Lemmens. Klement, Zoetermeer. 188 blz. euro 22,95.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden