ZOMERTIJD - WIE AAN DE KLOK ZIT, BETAALT EEN PRIJS
vannacht gaat de klok een uur vooruit. Voor het eerst duurt de zomertijd deze keer tot eind oktober. Kwestie van gelijkschakelen met alle Europese landen. Dat heeft voordelen, maar ook nadelen: al vanaf oktober zijn de ochtenden donker.
Met enig natuurverschijnsel heeft deze verandering niets te maken, oorzaak is slechts de verlenging van de zomertijd. Net als in andere jaren worden de klokken op de laatste zondag in maart - morgen dus - een uur vooruit gezet. Maar waar de zomertijd tot nu toe eindigde op de laatste zondag in september, loopt hij dit jaar door tot zondag 27 oktober.
“Het is weer wennen, zo vroeg donker”, klonk het 's avonds bij de afwas als de klokken eind september een uur waren teruggedraaid. Voor het weekeinde stond de zon nog van half acht tot half acht boven de horizon, maar in de eerste dagen van de wintertijd ging het al om half zeven schemeren. Het invallen van de duisternis om die tijd wordt nu kunstmatig verschoven naar ongeveer 20 oktober. Wie aan de wijzers van de klok zit, betaalt echter een prijs. In de ochtenduren is het een uur later licht en bovendien worden de dagen met het vorderen van de herfst steeds korter. Op 13 oktober zal de zon pas om acht uur opkomen en op 25 oktober - de laatste gewone werkdag voor de wintertijd - om 8.21 uur.
De donkere oktoberochtenden en de lichtere avonden nemen in sommige delen van Europa waar - net als in Nederland - de Middeneuropese tijd geldt, extreme vormen aan. Hoe meer je naar het westen gaat, hoe later de zon opkomt en ondergaat. Voor de havenstad Brest in Bretagne betekent het dat de zon op 26 oktober, de laatste dag voor de wintertijd, om vijf voor negen boven de horizon verschijnt om daar daar pas om 19.07 uur achter te verdwijnen.
Nog uitzonderlijker is het die dag in Santiago de Compostela, het bedevaartsoord in Noordwest-Spanje. De tijdstippen van zonsopkomst- en ondergang zijn 09.00 en 19.36 uur. Ter vergelijking: op de donkerste ochtenden in Nederland, rond de Kerst, komt de zon nooit later op dan 8.48 uur. Om wel drie uur eerder onder te gaan dan in Santiago op 26 oktober.
Portugal, even westelijk gelegen als de Spaanse stad, vond de duisternis in de ochtend al te gek. Het land stapte in 1992 over van de Westeuopese op de Middeneuropese tijd maar gaat nu terug. Het is er voortaan weer een uur vroeger dan in Nederland. Het hele jaar door, want met zomer- en wintertijd doen de Portugezen gewoon mee.
De zomertijd tot eind oktober geldt voor alle landen van de Europese Unie en is te danken aan een besluit van de verkeersministers in maart 1994. Het rommelde een beetje rond de zomertijd. Vooral in Frankrijk waren er nogal wat tegenstanders. “Het extra uur daglicht is iets voor yuppies die 's avonds willen tennissen”, meende een socialistisch politicus. Hij maakte zich tolk van ouders die klaagden dat de kinderen niet naar bed willen met die lange avonden. Een ander bezwaar was dat Groot-Brittannië en Ierland tot eind oktober met de zomertijd doorgingen en de rest van Europa tot eind september.
De Europese Commissie huurde het adviesbureau Adas in om het allemaal haarfijn uit te zoeken. Tal van aspecten beoordeelde het bureau. De zomertijd is energie beparend, zij het gering. Zij is goed voor de openluchtrecreatie en het toerisme, zij heeft geen invloed op de gezondheid en kost landbouwers en tuinders vrije tijd. Want door de late zonsopkomst verdwijnt de ochtenddauw later, waardoor zij later kunnen beginnen met werken.
De voors en tegens wegend kwam Adas tot de conclusie dat de argumenten voor de zomertijd verre in de meerderheid waren. Dat werd bovendien ondersteund door een enquête, die het bureau uitvoerde onder ingezetenen van de lidstaten. Nergens vond Adas zoveel aanhangers van de zomertijd als in Nederland: 91 procent. In België haalden de voorstanders slechts 55 procent en in Frankrijk en Spanje (westelijke ligging) waren de tegenstanders zelfs nipt in de meerderheid. Per saldo waren de meeste Europeanen echter voor.
Het belangrijkste gevolg van het EU-besluit is dat alle EU-lidstaten de klok op dezelfde datum verzetten, zowel in maart als in oktober. Tot en met vorig jaar deed zich de vreemde situatie voor dat het in Groot-Brittannië en Ierland het hele jaar door een uur vroeger was dan in de rest van Europa, behalve van eind september tot eind oktober. Dan liepen de klokken gelijk. Lastig voor een Nederlands bedrijf dat elke ochtend om acht uur Britse tijd goederen aflevert in Londen. Gedurende die ene maand was het dan in Nederland geen negen uur maar acht uur. Het vergt enige organisatie om de spullen een uur vroeger (volgens Nederlandse tijd) in Londen te krijgen.
Een van de Nederlandse ondernemers die daarmee te maken had, is bloemenexporteur Cor Schrama. Hij verzendt dagelijks bloemen naar Engeland. “Echt een probleem is het bij ons nooit geweest”, zegt Schrama. Toch was het wel eens lastig met het bellen van de Britse klanten. “Je moet prijsindicaties doorgeven en dat kon moeilijk zijn als je een uur vroeger moest bellen.” De veiling in Aalsmeer, waar de prijzen tot stand komen, draait tussen zes en tien uur en hield geen rekening met de Britse eigenaardigheden. Die dwongen de wagens van Schrama soms extra hard door te rijden om een boot te halen die volgens een Engelse dienstregeling voer.
Veel ingrijpender dan voor Nederlandse exporteurs zijn de uiteenlopende zomertijden geweest voor de luchtvaart. De Verenigde Staten en Canada hebben al jaren, net als de Britten en Ieren, een zomertijd tot eind oktober. Amerikanen spreken trouwens niet van summertime maar van daylight saving time, een benaming die verwijst naar de gedachte dat het uurtje extra daglicht in de avonduren energie bespaart.
Dat de meeste Europese landen de klok al eind september terugzetten, veroorzaakte in het vliegverkeer met de VS complicaties. Een voorbeeld. Een vliegtuig vertrok om twee uur 's middags van Schiphol naar New York, vliegtijd zeven uur, tijdsverschil zes uur. Om drie uur plaatselijke tijd landde het toestel op Kennedy Airport. Behalve in die najaarsweken. Dan was het tijdsverschil vijf uur en landde het vliegtuig pas om vier uur New Yorkse tijd. Dat kon buitengewoon vervelend zijn voor passagiers die zijn aangewezen op aansluitende vluchten.
De IATA, de internationale vereniging van luchtvaartmaatschappijen was daar niet gelukkig mee. Voorlichter Tim Goodyear in Genève: “Vooral in een tijd toen de maatschappijen bij het maken van dienstregelingen nog weinig steun hadden van computers was het moeilijk. Tien jaar geleden al hebben we er bij de Europese Commissie op aangedrongen die zomertijden beter te coördineren. Maar we waren een eenzame stem in de wildernis.” De IATA liet het bij die ene poging, omstreeks 1986. Gelobbyd werd er verder niet. Men stemde - aangenaam verrast - slechts van harte in met het besluit dat de EU in 1994 nam. Weer een probleem minder.
Een vraagstuk dat nog niet is opgelost, is of de zomertijd de verkeersveiligheid bevordert of juist niet. Veilig Verkeer Nederland (VVN) heeft het nooit onderzocht. Wel zijn er cijfers over aantallen verkeersdoden en zwaargewonden in winter- en zomermaanden. Tot verrrassing van VVN zelf gebeurden er de afgelopen vijf jaar niet in de winter (gladheid en duisternis) meer ernstige ongelukken, maar in de zomer. Dat zou kunnen komen, aldus VVN, door slechte concentratie en afnemende tolerantie in het rijgedrag bij warm weer. Waarschijnlijk zijn er ook meer onervaren rijders op de weg. Misschien dat de lichte zomeravonden meer recreatierijders op de weg brengen, maar dat is niet meer dan een veronderstelling. Over de zomertijd zegt het te weinig, temeer omdat de ongelukkenpiek tussen vier en zes uur in de middag ligt.
Het gelijktijdig vooruit en achteruit zetten van de klok is een volgende stap in de uniformering van de tijd. Nog geen anderhalve eeuw geleden bestonden er geen nationale, laat staan internationale tijdafspraken. Iedere stad of dorp had zijn eigen tijd. Het was twaalf uur als de zon op het hoogste punt stond. In Middelburg was dat dertien minuten later dan in Enschede, maar geen mens die zich daar om bekreunde. Radio en tv waren er niet en het verkeer ging uiterst traag.
Dat werd anders na de opkomst van de spoorwegen. Speciaal voor de treinbedrijven met een landelijk net werd de situatie onhoudbaar. In 1875 introduceerden de drie grootste spoorwegmaatschappijen (later opgegaan in de NS) een standaardtijd. Elke ochtend om negen uur telegrafeerde het Rijkstelegraafkantoor in Amsterdam de juiste tijd naar station Utrecht. Van daaruit werd het sein over het eigen spoortelegraafnet doorgegeven naar andere stations.
Het gevolg was dat de stationsklokken een andere tijd aangaven dan de plaatselijke kerktorens. Lang duurde dat niet. In de jaren negentig van de vorige eeuw was de stationstijd al maatgevend geworden. Maar pas in 1908 kreeg de Amsterdamse tijd kracht van wet: het was hier veertig minuten vroeger dan in Duitsland en twintig minuten later dan in Engeland.
In 1916 kreeg Nederland voor het eerst zomertijd; de nijpende energiesituatie in de Eerste Wereldoorlog was reden de klokken van mei tot oktober een uur vooruit te zetten ten opzichte van de Amsterdamse tijd. Dat bleef zo na de Eerste Wereldoorlog, zij het niet met ieders instemming. Een zekere boer Braat kreeg in 1922 met zijn partij, die slechts één programmapunt had - afschaffing van de zomertijd - twee zetels in de Tweede Kamer.
Nederland behield zijn eigen tijd tot 16 mei 1940. Op de tweede dag van de Duitse bezetting schakelden de Duitsers de Nederlandse klokken gelijk met de hunne. Drie dagen later ging de zomertijd in en was het in Nederland binnen een week één uur en veertig minuten later geworden.
Die 'Duitse' tijd zijn we nooit meer kwijtgeraakt. Na de Tweede Wereldoorlog, met het toegenomen internationale verkeer, was er voor nationale tijden geen plaats meer. Wat na 1945 wel voor lange tijd verdween, was de zomertijd. Het duurde tot 1977 eer die terugkwam, met name toegejuicht door de horeca en de recreatiesector. De discussie die er in het begin nog was, verstomde al gauw. En in de media was de zomertijd ook geen onderwerp meer. Kranten beperkten zich tot het bekende klokje, in maart en september.
Is de zaak nu voorgoed geregeld? Formeel zeker niet. De huidige regeling geldt slechts voor dit en volgend jaar. Elke paar jaar besluit de EU opnieuw of met de zomertijd wordt doorgegaan. Niet onmogelijk is dat de verlengde zomertijd met de donkere oktoberochtenden in met name West-Frankrijk en Spanje weerstanden oproept. En dat daardoor het hele idee van de zomertijd opnieuw ter discussie staat. Vast staat dat in Nederland weinigen daar op wachten. Dat begin mei of half augustus om acht uur de duisternis invalt, daar wil bijna niemand naar terug.