Zo kon het gebeuren dat ik die droom kreeg

Weet je nog dat ik bij je kwam, na Davids dood? Een en al verdriet was ik. Eigenlijk wilde ik ook dood, maar dat mag je natuurlijk helemaal niet willen, dus kreeg ik er nog de nodige schuldgevoelens bij. Ik vond me een ontaarde moeder. In onze gesprekken kwam ik er langzamerhand achter dat ik niet zozeer naar de dood verlangde als wel naar David. Ik begreep het ook al niet van mezelf, dat ik dood wilde. Maar dat was het niet. Ik wilde naar David.

NICO TER LINDEN

Ik weet nog niet hoe ik die eerste maanden ben doorgekomen. Ach, er waren veel lieve mensen om me heen, ze lieten me vertellen en huilen of ze ruimden de rommel op in mijn huis. Sommigen gaven ook adviezen. Jij moet je éigen verhaal schrijven, zeiden ze bijvoorbeeld. Alsof mijn verhaal zomaar los te denken is van David. Anderen vonden dat ik niet zoveel verdriet moest hebben: “David heeft altijd zo van het leven genoten, jij moet ook genieten, hij zou niet anders willen.” Er waren er ook die beweerden dat ik David moest loslaten, want anders kon hij ook niet verder. Ik begreep waarachtig niet wat ze daarmee bedoelden. Zat ik David in de weg met mijn tranen en met mijn verlangen? Dat wilde ik niet. Of ze zeiden: “Je hebt toch je kinderen, je ouders, je geloof, je werk, telt dat allemaal niet meer voor je?”

Nee, het telde niet, ik was alleen maar verdrietig en voelde me van nul en gener waarde. Als je niets te geven hebt, heb je toch geen recht van bestaan? Ik vond dat de wereld beter af zou zijn zonder mij. In mijn betere ogenblikken was ik kwaad over zo'n vraag, maar in plaats van erop te timmeren verstopte ik mijn woede.

Je had er ook die zeiden dat niets zomaar gebeurt. En had ik nu maar meteen gezien dat dat wrede onzin is, maar ik was volstrekt weerloos, ik liet het allemaal binnen en de pijn werd nog heviger. Net toen het verdriet over Davids dood pas goed loskwam. Eerst had ik het allemaal nog een beetje kunnen wegduwen: het is niet waar, zei ik dan tegen mezelf, hij is gewoon even weg, met vakantie, strakjes komt hij weer. Maar na een tijdje was die manoeuvre uitgewerkt, ik was ontroostbaar. Ik rouw verkeerd, dacht ik.

Toen las ik dat gedicht. Herinner je je nog dat ik het voor je opzei? Het was het eerste gedicht van een hele verzameling die ik als vijftienjarige in een schoolschrift aanlegde. Ook niet voor niets dus, dacht ik, dat ik dat gedicht als meisje al had opgeschreven, want niets gebeurt toch zomaar? Ik was ontroerd door dat kinderlijke handschrift van me. Een gedicht van Garmt Stuiveling. “Wanneer de dag komt dat ik sterven zal, laat me alleen...” zo begint dat gedicht. Het was net alsof dat op David sloeg. Was hij niet ook alleen gestorven? En was dat het wat hij wilde, doodgaan zonder mij?

Begraaf me of verbrand me, het is me om 't even, of gooi me in zee, maar één ding, doe het gauw. Schrei niet, klaag niet, wees trots, bedrijf geen rouw, draag de juwelen die ik je heb gegeven - mij meer vergetend ben je 't meest mij trouw, lief, laat de doden dood, leef met het leven!

Was dat het niet, wat David van mij wilde, dat ik hem dood liet om met het leven te leven? Wat had hij zelf niet van het leven gehouden, gespeeld en gedanst en gekust, moest ik dat nu niet ook doen? Ik kon het niet.

Toen kwam ik bij je, ik weet het nog goed. Het regende. “Hoe kan ik dat in godsnaam leren, David loslaten en hem vergeten?” vroeg ik. Ik zei het gedicht van Garmt Stuiveling voor je op, ik kende het uit mijn hoofd. Je was even stil. Toen zei je: Garmt Stuiveling was nu niet bepaald iemand die vergeten wilde worden. Het was een ijdele man. Je vroeg of ik het grafschrift kende dat C. Buddingh voor hem maakte.

Het leven is blijvend verarmd, want hier ligt Stuiveling, Garmt.

Volgens jou hoopte Garmt Stuiveling juist dat zijn geliefde hem nooit ofte nimmer zou vergeten. Je verdacht hem ervan dat hij in dat gedicht zijn angst zat te bezweren. Je vond dat ik helemaal niet moest proberen om David te vergeten. Integendeel. Be kind to your memories, zie je. Koester je herinneringen.

Dat heb ik toen gedaan. Het deed me goed. Woorden van vroeger kwamen weer boven. Zo herinnerde ik mij dat David een keer zei dat roem maar betrekkelijk is. “Binnen vijf jaar is iedereen je vergeten”, zei hij. “Alleen wat je in de harten van mensen hebt gedaan, dat blijft.”

Hij wilde dus wèl graag voortleven! En hij leefde voort in mijn hart, en zo was het goed. Be kind to your memories. Zo kon ik mijn dagen weer vullen met mijn herinneringen en gemis, mij heimwee en mijn dankbaarheid. Ik mocht gewoon verdrietig zijn, schrikken van een auto die stopte voor het huis, zou hij het zijn? Het was een weldaad dat ik niets meer hoefde weg te stoppen. Ik kreeg lucht, kon ook weer een beetje leven met wat het leven mij had gelaten.

Zo kon het gebeuren dat ik die droom kreeg. Dromen maak je zelf, dat weet ik wel, maar dit leek toch echt op een bericht van de overkant, want zelf kon ik dit naar mijn gevoel niet verzonnen hebben. Ik heb je mijn droom toen verteld, een paar weken nadat je mij met het grafschrift van Garmt Stuiveling had opgevrolijkt. “Ik heb zo'n mooie droom van David gekregen”, zei ik.

“Dat wou ik je net vragen”, zei je met een uitgestreken gezicht, “of je de laatste tijd nog iets van David hebt gehoord.” Ja, eerlijk waar, dat zei je. Ik moest er hard om lachen.

Ik was in mijn droom op zoek naar David. Overal zocht ik hem, maar nergens kon ik hem vinden. Dat begreep ik niet, het was toch goed tussen ons? Eindelijk vond ik hem, ver weg, ergens in Brabant, in een huis met veel ramen. Er scheen een prachtige avondzon, het leek wel een schilderij van Vincent van Gogh. Naast de deur was een koperen belletje. Breed lachend deed hij de deur open, glas witte wijn in zijn hand. “Wat heerlijk dat je er bent, kom binnen. Het is hier fantastisch.”

Hij nam me mee naar een koepelachtige serre, je zag de ondergaande zon achter de maisvelden. Ik zei: “Jij kunt het hier wel fantastisch hebben, als je maar wel weet dat veel mensen verdriet hebben dat je bent weggegaan.” Hij keek me indringend aan. “Je hoeft je over mij geen zorgen te maken”, zei hij. “Wat een rot antwoord”, riep ik uit, “dat je zoiets verzint!” Hij grinnikte, trok me naar zich toe, keek me aan, heel lang, liefdevol. “Ik wil bij je blijven”, zei ik. “Dat kan niet”, zei hij, “je moet terug.” Toen werd ik wakker. David is daar gelukkig, wist ik. En ik wist ook dat ik terug moest.

“Net zoiets als de verheerlijking op de berg”, zei je. “Jezus en zijn discipelen zien er een glimp van de hemel, en de discipelen willen daar blijven, er hun tenten opslaan, maar Jezus zegt dat ze terug moeten.” Je vertelde erbij dat je niet uit je hoofd wist of er beneden in het dal een blinde of een bezetene op hun terugkeer stond te wachten, maar dat je wel wist dat er in een blinde, bezeten wereld in ieder geval werk aan de winkel is, zeker voor mensen met een visioen.

Zo kwam ik weer een stapje verder. De vakantie kwam eraan, ik ging met de kinderen en vrienden kamperen in Frankrijk. Voor het eerst had ik het gevoel de tijd weer een beetje te leven in plaats van de tijd te doden. Herinner je je nog dat ik je die zomer een ansicht gestuurd heb? Ik had gevlogen, met zo'n parachute-achtig luchtbed boven mijn hoofd. Parapente noemen ze dat, van een berghelling af. Ik vroeg aan de instructeur wat ik fout kon doen. Hij zei: “De enige fout die je kunt maken is stoppen wanneer je gaat.” Ik moest dus niet aarzelen, à la de vrouw van Lot. “Niet stoppen, just go, go, go.”

Ik denk er nog vaak aan terug. “Niet stoppen als je gaat!” Jij was het die mij hielp mezelf toe te staan te stoppen, zoals een gewond dier zich terugtrekt in zijn hol en zijn wonden likt. Maar nu, na al die maanden, nu kon ik gaan. Just go!

Ik ging. De aarde ontheven zweefde ik door de lucht. Ik hoorde de stilte en ik voelde de wind. En in de stilte en de wind welden flarden uit de Elias van Mendelssohn in mij op, muziek over storm en vuur, over een aardbeving, en over het waaien van een zachte koelte, ein stilles sanftes Sausen. Und in dem Saüseln nahte sich der Herr.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden