Reportage
Zelfs hip Berlijn schenkt Härle-bier (dat op het Heimat-gevoel inspeelt)
Zelfs in hippe Berlijnse cafés is nu Härle-bier uit het traditionele Zuiden te vinden, dat op het Heimat-gevoel inspeelt. Wilfred van de Poll schoof aan bij de Stammtisch van de Härle-brouwerij in Leutkirch im Allgäu en ontdekte dat het leven er meer van deze tijd is dan je zou denken.
Een tafel van honderden meters lang slingert door de marktstraat van Leutkirch im Allgäu, in het diepe zuiden van Duitsland. Het is woensdagavond, stadsbewoners hebben van huis eten meegebracht en nemen plaats op de oranje tafelbankjes voor een gezamenlijke maaltijd, een ‘vesper’. Blaaskapellen pompen sfeer in de avond. Als het bier van brouwerij Clemens Härle dat al niet doet. Want dat vloeit rijkelijk: overal staan Härle-tapwagens.
‘Ons bier brouwt Clemens Härle’ staat in Leutkirch op de luifels van de cafés. ‘Ons bier van hier’, luidt Härle’s slogan. De familiebrouwerij, in een klassiek bakstenen gebouw uit 1897, staat aan het begin van de marktstraat, net buiten de oude stad. Leutkirch telt zo’n 22.000 inwoners (met omliggende dorpen erbij) en ligt in de Allgäu, een streek aan de voet van de Alpen, deels Beieren, deels Baden-Württemberg - waar Leutkirch ligt.
Het gaat Härle voor de wind: de afzet groeit. Ook andere kleine brouwerijen in het zuiden gaat het goed. Van de 1492 brouwerijen in Duitsland (in 2017) staan de meeste in Beieren en Baden-Württemberg. Het zijn meestal kleinere brouwerijen, vaak familiebedrijven. En terwijl het bierverbruik in Duitsland gestaag daalt, groeit het aantal kleine brouwerijen sinds enkele jaren weer, nadat tientallen jaren lang juist de een na de ander over de kop ging.
Ambachtelijk en lokaal
Zelfs in enkele hippe Berlijnse Kneipen en nachtwinkels is Härle-bier sinds kort te vinden. De hoofdstedelingen grijpen steeds vaker naar lokale biertjes uit Beieren en Baden-Württemberg. Dat past in een bredere trend met meer aandacht voor het ambachtelijke en lokale; zo zijn ook de ‘craft-beers’ in trek. En het is ook om een andere reden verklaarbaar: Berlijn groeit en veel nieuwe Berlijners komen zelf uit het zuiden. Juppenwijk Prenzlauer Berg, bijvoorbeeld, wordt bevolkt door vele Zwaben, uit Baden-Württemberg. Het bier uit hun dorp of streek herinnert aan thuis.
In dat thuis is het progressieve Berlijn heel ver weg. Tenminste, als je de etiketten op al die bierflesjes mag geloven, waarop steevast kloosters, middeleeuws ogende brouwers en Heimat-taferelen figureren en met de ouderdom van de brouwerij wordt gedweept. Ook de Härle-brouwerij presenteert zich als een toonbeeld van traditie en ‘Heimat-verbondenheid’. Welke wereld steekt achter dat etiket?
“Niet daar!” Christine Pferdt, waardin van Gasthaus Mohren, jaagt me weg van een van de massief eikenhouten tafels in de restauratie. “Dat is de Stammtisch”, zegt ze bestraffend. Nu zie ik het bordje. Hier zit niet zomaar iedere gast, zegt ze, dat weet toch iedereen, een plek aan de Stammtisch verdien je. Door status, door anciënniteit - doordat je er altijd al zat.
Traditie en historie
Alles in Gasthaus Mohren, de brouwerij- herberg van Clemens Härle, ademt traditie en historie. Het gasthuis bestaat al vierhonderd jaar. Foto’s van oude gasthuisbezoekers aan de wanden, een crucifixje, een opgezette zwijnenkop. In het trappenhuis hangen grote schilderijen, een van een wulpse naakte vrouw en een van een zwarte man - dat zal ‘de moor’ zijn. In 1897 werd het gasthuis gekocht door Clemens Härle, die op het terrein erachter zijn brouwerij bouwde.
Aan de stamtafel komen verschillende groepjes Lautkirchenaren wekelijks samen om te praten over het wereldgebeuren. “De oude heren”, noemt Pferdt ze; vrouwen zijn niet welkom. Pferdt wel, dat is het voorrecht van een waardin. Tot zover volgt alles het cliché. Maar de Stammtisch dunt uit, vertelt ze, de deelnemers sterven weg en een nieuwe generatie staat niet klaar. “De traditie verbrokkelt.”
Zoals ook andere leef- en denkwijzen verbrokkelen. Terwijl andere verschijnen. Achter het imago van oud en onveranderlijk, met het lokale Heimat-bier als ultiem symbool, gaat meer dynamiek schuil dan je zou vermoeden. Zo is de vespermaaltijd in de Marktstraat, die er zo traditioneel uitzag, slechts vijftien jaar oud. En zo zou je ook niet denken dat Härle de status van ‘ons bier’ nog niet zo lang heeft. Leutkirch had vijf brouwerijen, in 1972 ging Härle’s laatste concurrent ter ziele; dat waren protestanten, men sprak over het ‘protestantse bier’ en het ‘katholieke bier’ (Härle).
Persoonlijk
Nu heeft Härle het monopolie op de lokale identiteit. Waarin uit zich de Heimat-verbondenheid? Gottfried Härle (64), vierde generatie Härle-brouwer: “Dat begint al bij de gerst en de hoppe: die komt uit de eigen regio. Ik ken alle boeren persoonlijk. Net als de klanten, de herbergen waaraan we leveren, vaak al meer dan honderd jaar, we kennen elkaar zo goed, het voelt als familie. Ook steunen we tal van culturele projecten in Leutkirch; theater, muziek.”
Härle praat luid en lacht innemend. Hij zit in rode ribbroek en losjes hangend overhemd in het wachtkamertje van het Kontor, het kantoor. Op de vensterbank in een rijtje het Härle-assortiment: twaalf soorten biertjes en vier vruchtendrankjes - een vernieuwing die Gottfried gefronste wenkbrauwen opleverde van zijn vader. Het kantoor is het oude woonhuis van de Härles. Gottfried wijst omhoog: “Een verdieping boven ons was mijn kinderkamer, dat is nu mijn kantoor.”
Om de plotselinge populariteit van zijn bier in Berlijn moet Härle grinniken. Hij hoeft er geen vinger voor uit te steken. “Een handelaar ontdekte ons en komt sinds een jaar of vijf het bier zelf halen. Elke keer neemt hij meer kisten mee.” Al gaat het nog steeds om slechts enkele procenten van de omzet. “Meer hoeft voor ons ook niet. Onze prioriteit ligt in Leutkirch, heel eenduidig.”
Hij denkt na: “Een brouwerij is een bijzondere onderneming in een stad. Iedereen kijkt ernaar. Het is de lokale trots. De volksziel leeft met zijn bier.”
Stadje stroomt vol
De volksziel leeft ook met zijn feesten. Vrijdagavond hangen opnieuw slingers tussen de huizen met hun puntdaken en houten luikjes. Het stadje stroomt vol. Er is vuurwerk, op elke hoek zijn optredens, ook een ‘vluchtelingenband’ speelt, gesticht door de CDU-burgemeester van een naburig dorp, tevens de leadzanger. Daar staat Gottfried Härle, een gelijknamig biertje in zijn hand. Niet in klederdracht, want die draagt hij nooit, ook niet bij officiële gelegenheden.
De Leutkirchers mogen hem. Ze noemen hem bodenständig, geaard, iemand met wie je een praatje kunt maken, die authentiek is. Hij zit al dertig jaar in de stadsraad, net als zijn vader, grootvader en overgrootvader: de bierbrouwer is een notabele. “Bij de vorige verkiezingen kreeg ik de meeste stemmen” - twee keer zegt hij het, hij is er trots op.
“Hier op het land hecht men nog waarde aan tradities”, zegt Markus Heinrich, een 27-jarige IT’er met rechthoekig brilletje. Hoewel, eerlijk gezegd, ook Leutkirch ontkerkelijkt, maar misschien minder snel dan in de ‘grote stad’, denkt hij. Zelf behoudt hij de oude zienswijzen. Het huwelijk, bijvoorbeeld, is belangrijk en niet voor homo’s (het homohuwelijk werd in Duitsland vorige herfst ingevoerd) - die kent hij ook niet, dat is een “thema dat vooral in de grote stad speelt”.
Dirndl-parties
Sommige tradities worden juist sterker. Zoals klederdracht, het Dirndl- en Lederhosen dragen. Leutkirchse jongeren doen het steeds vaker, en met veel meer graagte dan hun ouders, vertelt Markus’ zus Theresa. “We gaan vaak naar speciale Dirndl-parties.”
Carolin Rudin (29) en Michael Romer (30) eten een broodje falafel bij een stand van Syrische vluchtelingen. Ze zijn getrouwd, net als al hun vrienden. Ook zij hechten aan tradities, maar met het homohuwelijk hebben zij geen problemen. Naar de kerk gaan ze zelden, al noemen ze zich gelovig. Ook hun leeftijdsgenoten worden losser. Rudin: “Mijn moeder komt uit Berlijn. Toen ze na mijn geboorte weer ging werken, klonk het in de stad veroordelend: ‘ontaarde moeder!’ Dat zou nu echt niet meer geroepen worden.”
Leutkirch is niet homogeen, het heeft een Italiaanse en Turkse gemeenschap, en er wonen enkele honderden Syriërs. “De Leutkirchers zijn vriendelijk”, vindt elektricien Adnan Hussein (48), die achter de falafelstand meehelpt en al aardig Duits spreekt. “Maar niet meer zo vriendelijk als eerst.” Het is moeilijk om een woning te vinden. “Duitsers willen geen Syrische families als huurders, omdat die te veel lawaai maken. Ik huur nu onder bij een Syriër die te veel geld vraagt.” Makkelijker was werk - dat vond hij relatief snel, bij een telefoonfirma.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Glimmende koperen ketels
Gottfried Härle stapt het Kontor uit en loopt langs de biertuin met zijn hoge, oude lindebomen naar de brouwerij. Daar maakt hij, in plat Allgäus, praatjes met een paar medewerkers (er zijn in totaal 33), loopt langs de glimmende koperen ketels waartussen hij als kind speelde en toont dan zijn trots: de nieuwe houtsnipper-oven. “De brouwerij loopt 100 procent op duurzame stroom”, vertelt hij. “En 40 procent van ons bier is biologisch” - vernieuwingen waarmee Gottfried bij milieuclubs prijzen oogstte en bij zijn vader een sceptische blik: ‘moet dat nou?’
Hij twijfelde lang of hij in zijn vaders voetsporen zou treden. Gottfried was een linkse vogel, vredesactivist, dienstweigeraar, studeerde sociale economie. Vanaf zijn dertigste werkte hij als chef naast zijn vader en oom - die bleven tot hun laatste levensjaar actief. Ze stierven vorig jaar, 90-plussers. “Ik was de junior-chef”, zegt Gottfried. Dat werkte omdat ze tolereerden dat hij dingen veranderde, al viel hun dat niet licht.
Härle nam ook een Syriër en drie West-Afrikaanse asielzoekers in dienst. De Syriër bood hij een opleiding tot chauffeur, alle vier hielp hij aan een huis. In de brouwerij sorteren ze flessen, stapelen pallets, het simpele werk. De migranten - vandaag niet in de brouwerij - worden niet door iedereen als een aanwinst beschouwd. Franz Fucks (62) vindt het een ‘moeilijk onderwerp’. De elektrotechnicus werkt al dertig jaar bij Härle. “De Syriër doet het prima, maar de Afrikanen… Nee, die werken niet goed.” Eigenlijk, vindt hij, moeten ze weg.
Landelijke ondernemersgroep
Gottfried Härle wil juist dat ze blijven. Hij heeft een landelijke ondernemersgroep opgericht die de politiek oproept om migranten niet uit te zetten. “Wij kleine ondernemers zetten ons in voor hun integratie, we kunnen hun handen gebruiken, er is een gebrek aan arbeiders. En ze dan weer weg te sturen?”
Als linkse biobrouwer lijkt Härle beter bij Berlijn te passen dan bij een Württembergse Kleinstadt. Toch voelt hij zich hier geworteld. “De mensen hier staan bekend als aartsconservatief, ja, maar ze zijn ook milieubewust, er is aandacht voor ecologie, kruiden en natuurlijke geneesmiddelen. De minister-president van onze deelstaat is een Groene-politicus. Natuurlijk staan de Groenen ook voor linkse thema’s als het homohuwelijk, maar ook op dat vlak verschuift er hier wel wat.”
Vrouwelijke bierbrouwer-leider
Binnenkort komt er zelfs een vrouw aan het roer in de Härle-brouwerij, de 28-jarige Esther Straub. Gottfried heeft geen kinderen en vroeg haar, de dochter van goed bevriende buren, als opvolger. Een vrouwelijke bierbrouwerij-leider, dat was vroeger ondenkbaar en ze zal in Allgäu de enige zijn. Maar ze voelt zich geaccepteerd door de Leutkirchers en de brouwers, vertelt ze.
Trouwens, Straub kwam als kind zo vaak bij de Härles dat ze zich deel van de familie voelt. “Zoals er patchwork-families zijn”, lacht ze, “zijn er nu ook patchwork-familiebedrijven.”
Ons weekendmagazine Zomertijd staat deze week in het teken van Duitsland. Meer lezen? U vindt alle verhalen in ons dossier.