Zelfs een minister-president raakt wel eens even zoek
Het fenomeen van de politicus die is verdwenen, al is het maar voor even, komt vaker voor. Wassila Hachchi, het D66-Kamerlid dat vorige week plotseling haar vertrek uit de Kamer aankondigde en aanvankelijk van de aardbodem verdwenen leek, bevindt zich in goed gezelschap.
Zelfs Joop den Uyl, premier van 1973 tot 1977, was ooit even zoek. In de zomer van 1974. De Anjerrevolutie in Portugal had in april van dat jaar een einde gemaakt aan het dictatoriale regime van Marcelo Caetano. Den Uyl was de eerste Europese regeringsleider die die revolutie met instemming begroette. In de zomer van 1974 belde Den Uyl met de nieuwe Portugese minister van buitenlandse zaken Mario Soares, leider van de Portugese sociaal-democraten, dat hij van plan was op vakantie te gaan in Portugal. Volgens Soares, in een interview met de Nederlandse journalist René Zwaap, spraken ze af dat ze elkaar zouden ontmoeten. Maar, helaas, Den Uyl liet een tijd lang niets van zich horen. Hij moest ergens rondhangen in Portugal, maar zelfs het ministerie van buitenlandse zaken in Den Haag wist niet waar. Uiteindelijk schakelde Soares de politie in om Den Uyl op te sporen. Ze vonden hem op een camping in Lissabon. Soares beschrijft hoe hij Den Uyl daar aantrof: in zwembroek bij zijn caravan, met zijn echtgenote Liesbeth, terwijl hij sardientjes stond te grillen op een kleine barbecue.
undefined
Roestam Effendi
In 1936 was, aldus het socialistische dagblad Het Volk, het communistische Kamerlid Roestam Effendi spoorloos verdwenen. Volgens de krant was hij al geruime tijd uit de gratie bij de 'communistische kopstukken'. Later dook hij weer op. Effendi was de eerste Indonesiër in het Nederlandse parlement. In 1946 werd hij door de CPN geroyeerd, omdat hij niet had deelgenomen aan het verzet tegen de Duitsers. In 1950 vertrok hij naar Indonesië. Sindsdien is niets meer van hem vernomen.
Er 'verdwijnen' wel vaker Kamerleden, of naar het bedrijfsleven of - en dat komt veel vaker voor - om gedeputeerde in de provincie, burgemeester of wethouder te worden. Zo'n tussentijds vertrek leidt vaak tot gefrons der wenkbrauwen. Een Kamerlid wordt voor vier jaar gekozen en moet die termijn helemaal uit te zitten, is de redenering. Een Kamerlidmaatschap is niet bedoeld om een mooie carrière daarna te maken. Peter Oskam (CDA), onlangs benoemd tot burgemeester van Capelle aan den IJssel, heeft openlijk toegegeven dat hij via de Kamer burgemeester wilde worden.
Inmiddels is duidelijk dat Hachchi in New York gaat werken om te gaan werken voor de presidentscampagne van Hillary Clinton. Of dat een betaalde baan is of vrijwilligerswerk? Zelfs bij D66 weten ze dat niet. Hoe dan ook wordt het voormalige Kamerlid nu met argusogen gevolgd. Niet alleen door de media, maar ook door haar eigen partij. Ze zal toch niet gebruik maken van de afvloeiingsregeling voor werkloze ex-Kamerleden, terwijl ze vrijwillig is opgestapt?
undefined
Marjanne Sint
Kennelijk is de vakantieperiode voor politici buitengewoon geschikt om zoek te raken. Dat overkwam niet alleen Den Uyl. In de zomer van 1991 werd de PvdA van Wim Kok overvallen door de WAO-crisis. De partij stond op springen. Maar partijvoorzitter Marjanne Sint wist van niets. Zij was op vakantie in Italië, onbereikbaar voor iedereen.
In de zomer van 2011 keerde de Kamer even terug van reces. Premier Rutte moest zich verantwoorden voor een omstreden rekensom over de financiële steun voor Griekenland. Het lukte niet alle Kamerleden om tijdig terug te zijn. Onder hen Hachchi. Haar partij wist ook niet precies waar ze uithing. "Ergens in Canada."
undefined
Sinds 1994 vertrokken
1.Naar gemeentebestuur: 24 Kamerleden
2.Naar provinciebestuur: 9 Kamerleden
3.Naar Europa: 9 Kamerleden
undefined