Zege Ajax komt vooral De Boer toe
Ajax-trainer moet weer schuiven, passen en meten, maar ziet zijn ploeg sterk terugkomen van 1-0 achterstand
VITESSE 1 AJAX 3
Van alle veertiende minuten van applaus voor Johan Cruijff, dit weekeinde op de Nederlandse velden, moest natuurlijk die bij Ajax de mooiste zijn, en dat was gistermiddag de veertiende minuut in de Gelredome waarschijnlijk ook wel. Langs de lijn stonden trainers, assistenten en reserves op, en de aandachtige beschouwer zag daarbij iets waardoor alleen al deze veertiende minuut de mooiste van alle moest zijn.
Dat was te zien in te houding en de nauwgezetheid van Frank de Boer. Wat hij deed, en hoe, zal in het slot van dit verhaal worden beschreven, omdat het een passend einde is - net als de 1-3 uitslag. Ajax boekte daarmee een waardevolle en toch eigenlijk ook wel ongedachte zege die bovenal zijn trainer toekwam, en waarmee ook in bredere zin was te leven.
Dat laatste vooral omdat Vitesse, die alweer veelvuldig geprezen bundeling van vaardige voetballers, de vuist op een daarvoor geëigend moment niet kon ballen. Vorig seizoen was al her en der gesuggereerd dat Vitesse misschien wel het mooiste voetbal van Nederland speelde, het land waarin dat al zo lang hardnekkig en met steeds fatalere gevolgen als een belangwekkend criterium wordt beschouwd, en nu stegen die geluiden alweer op.
Maar voetbal is geen jurysport, voetbal is een sport waarin klappen moeten kunnen worden uitgedeeld. Het zou te veel eer zijn om te zeggen dat Ajax dát gisteren bovenal deed. Ajax kon ook in Arnhem niet aan de hoge dan wel idealistische normen van zijn hervormer Cruijff voldoen, maar De Boer kon vanuit zijn gezichtspunt met recht, en tevreden, vaststellen dat zijn spelers de rug rechtten, nadat Vitesse - dat wel - de score nog had geopend.
De Boer had weer moeten schuiven, passen en meten. Daar kan ook veel over gezegd worden, over Ajax' gebrekkige aankoopbeleid, over het naar Cruijffs wensen omgevormde clubbeleid, waardoor er vooral in aanvallende zin vaak moet worden geïmproviseerd. Maar De Boer zeurt niet. Gisteren stelde hij een middenvelder, Sinkgraven, op de plaats op van de zieke El Ghazi. Ideaal is anders, na rust ook met toen invaller Schöne op de rechtervleugel, maar nooit zal De Boer uitstralen dat hij zich ook maar moet behelpen.
Met het gelijk van de winnende trainer kon hij gisteren analyseren dat Vitesse tactisch was ingetoomd. Dat klonk wat zwaar, voor een wedstrijd waarin lange tijd weinig op zo'n Ajax-zege had gewezen, maar het was De Boer gegund. Nadat het voor hem fout had lijken te gaan door een van richting veranderd schot van de slap verdedigde Kazaisjvili (1-0), kon Fischer de bal van dichtbij intikken (1-1), lanceerde de krachtige Bazoer zichzelf naar een treffer (1-2) en kon Schöne afronden na een voorzet van de net ingevallen debutant Hendriks (1-3).
Zo pakte alles goed uit voor Frank de Boer, die in de slotfase ook Van der Hoorn als extra verdediger had laten invallen. Dat is een wissel van het pragmatische soort dat in Nederland gauw wordt afgekeurd - geen ingreep ook in de geest van Cruijff, die recentelijk steeds vaker liet merken dat meer bij het Ajax van De Boer niet in zijn geest gebeurt.
Maar De Boer staat op in de veertiende minuut, en doet twee passen naar voren om met onbelemmerd zicht het spel tijdens het applaudisseren te kunnen blijven volgen. Tegen het einde van de minuut kijkt hij één, twee keer schuin omhoog naar de klok: geen seconde te vroeg zal hij stoppen met klappen.
"Jammer dat het geen 1-4 was", zegt hij later. "Dat was mooi geweest voor de symboliek, voor Johan. Maar het is ook mooi dat we iedereen met deze ziekte zo een hart onder de riem hebben gestoken."
undefined